ECLI:NL:RBMNE:2018:4179

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 augustus 2018
Publicatiedatum
31 augustus 2018
Zaaknummer
16.700085-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak tegen een Poolse man wegens poging tot doodslag en zware mishandeling

Op 31 augustus 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, een zaak behandeld tegen een 19-jarige Poolse man die wordt verdacht van poging tot doodslag en zware mishandeling. De verdachte wordt ervan beschuldigd op 10 mei 2018 in Zeewolde een andere man met een mes te hebben gestoken, met de intentie om hem van het leven te beroven. De verdachte ontkent de beschuldigingen en stelt dat hij handelde uit zelfverdediging, omdat hij zelf door de aangever met een mes werd aangevallen.

Tijdens de zitting heeft de verdediging verzocht om aanvullend onderzoek, waaronder het horen van getuigen en het benoemen van een letseldeskundige. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen, omdat zij onvoldoende informatie heeft om tot een eindvonnis te komen. De rechtbank heeft de noodzaak erkend om getuigen te horen en forensisch onderzoek te laten uitvoeren om de ernst van de verwondingen van zowel de aangever als de verdachte vast te stellen.

De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van drie jaar geëist, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting geschorst voor onbepaalde tijd, met de instructie dat de zaak naar de rechter-commissaris wordt verwezen voor het aanvullende onderzoek. De rechtbank heeft benadrukt dat het voor alle betrokkenen vervelend is dat er nog geen einduitspraak is gedaan, maar dat de waarheidsvinding voorop staat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.700085-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 31 augustus 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] (Polen),
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting in Almere.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 augustus 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. G.A. Hoppenbrouwers en van hetgeen verdachte en diens raadsvrouw mr. H.A.F.C. Tack, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Primair: op 10 mei 2018 in Zeewolde heeft geprobeerd om [aangever] van het leven te beroven door hem met een mes te steken/snijden;
Subsidiair: op 10 mei 2018 in Zeewolde heeft geprobeerd om [aangever] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door hem met een mes te steken/snijden.

3.HEROPENING ONDERZOEK

De rechtbank heeft acht geslagen op de inhoud van het strafdossier en op hetgeen ter terechtzitting is verhandeld.
De officier van justitie heeft betoogd dat de aan verdachte primair ten laste gelegde poging tot doodslag kan worden bewezen. Zij heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. Verdachte ontkent stellig het ten laste gelegde feit te hebben gepleegd. Indien de rechtbank op grond van de inhoud van het thans voorliggende dossier de verklaring van verdachte niet aannemelijk acht en de verdediging niet volgt, heeft de verdediging voorwaardelijk verzocht:
- als getuigen te (doen) horen: [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3];
- dactyloscopisch onderzoek en/of DNA-onderzoek aan het in beslag genomen mes te laten verrichten;
- een letseldeskundige te laten benoemen, die zou kunnen vaststellen of het letsel dat aangever heeft opgelopen meer past bij het door verdachte geschetste scenario of het door aangever geschetste scenario.
De rechtbank is na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting bij de beraadslaging tot de conclusie gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest. Gelet op de aard en de ernst van het ten laste gelegde feit, mede in het licht bezien van de vordering van de officier van justitie en het standpunt van de verdediging, acht de rechtbank het in het kader van de waarheidsvinding aangewezen dat, alvorens verder te beslissen, nader onderzoek zal worden gedaan. De rechtbank ziet met de raadsvrouw de noodzaak van het horen van de verzochte getuigen en nader forensisch geneeskundig onderzoek.
Het onderzoek ter terechtzitting zal in verband hiermee dienen te worden hervat om de zaak te verwijzen naar de rechter-commissaris voor het hieronder vermelde nadere onderzoek:
- het aanvullend
horenvan de navolgende
getuigenomtrent hun waarnemingen van het gebeuren op 10 mei 2018:
[getuige 1], geboren op [geboortedatum] 1982 in [geboorteplaats] (Polen), wonende aan de [adres] in [woonplaats];
[getuige 2], geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats] (Polen);
[getuige 3], geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] (Polen);
- het
benoemenvan een
letseldeskundige van het Nederlands Forensisch Instituut. Het letsel van aangever en verdachte dient door een forensisch arts van het Nederlands Forensisch Instituut te worden beoordeeld aan de hand van de in het dossier opgenomen foto’s van het letsel en de letselbeschrijvingen van de arts van GGD Flevoland. Hierbij dienen de volgende vragen te worden beantwoord:
- welk letsel is geconstateerd bij aangever op en na 10 mei 2018?
- welk letsel is geconstateerd bij verdachte op en na 10 mei 2018?
- kan het bij aangever geconstateerde letsel met het in beslag genomen mes zijn toegebracht?
- kan het bij verdachte geconstateerde letsel met het in beslag genomen mes zijn toegebracht?
- in hoeverre is het aannemelijk dat het letsel van aangever en het letsel van verdachte zijn ontstaan zoals beschreven door aangever?
- in hoeverre is het aannemelijk dat het letsel van aangever en het letsel van verdachte zijn ontstaan zoals beschreven door verdachte?
- onder welk van bovenstaande scenario’s zijn de letsels het meest waarschijnlijk om aan te treffen? Met welke mate van waarschijnlijkheid?
- kan een onderbouwde uitspraak worden gedaan over de aard en de ernst van het bij aangever geconstateerde letsel, bezien in oorzakelijk verband met de aan verdachte verweten gedraging en de door hem beoogde gevolgen daarvan, te weten de dood (primair) althans het zwaar lichamelijk letsel (subsidiair) van/bij aangever;
- zijn er zaken of opmerkingen die naar aanleiding van deze vraagstelling en/of hetgeen aan informatie in deze zaak is ontvangen nog naar voren gebracht moeten worden?
De rechtbank ziet in het dossier en het verhandelde ter zitting geen aanknopingspunten
voor onderzoek naar vingerafdrukken of DNA-sporen op het in beslag genomen mes. Aangever verbleef in de recreatiewoning waar het incident heeft plaatsgevonden, wat een verklaring kan zijn voor het mogelijk aantreffen van zijn vingerafdrukken en/of DNA op het mes. Hier kunnen geen conclusies aan worden verbonden wat betreft de door aangever en verdachte aangedragen scenario’s. Aan het mogelijk aantreffen van DNA-sporen van verdachte op het mes kunnen geen conclusies worden verbonden over het vasthouden van het mes door verdachte, conform het scenario van aangever. Deze sporen kunnen immers ook op het mes terecht zijn gekomen door de worsteling tussen verdachte en aangever, zoals in het scenario van verdachte gesteld. Daarnaast kan aan het ontbreken van DNA-sporen en/of vingerafdrukken van verdachte op het mes niet onomstotelijk de conclusie worden verbonden dat verdachte het mes niet heeft aangeraakt. Naast verdachte en aangever waren er nog twee personen in de woning aanwezig. Verdachte en aangever verklaren na het incident naar buiten te zijn gegaan. De politie treft het mes enige tijd na het incident aan in het messenblok in de keuken. Onduidelijk is wie het mes na het incident in het messenblok heeft gezet en dus het mes nog heeft aangeraakt en wat er concreet met het mes is gebeurd. Sporen kunnen daardoor zijn besmet, vervaagd, vermengd en hierdoor niet langer redengevend voor het bewijs zijn geworden.
Bij deze stand van zaken is de rechtbank van oordeel dat een onderzoek aan het mes geen
meerwaarde zal hebben voor het nemen van beslissingen op de hoofdvragen van artikel 350
van het Wetboek van Strafvordering.

4.BESLISSING

De rechtbank, alvorens verder te beslissen:
-
heropenthet gesloten onderzoek ter terechtzitting;
-
stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, om het onderzoek als hiervoor beschreven te doen verrichten;
-
verstaat, dat de raadsvrouw en de officier van justitie nagaan of er voor oproeping van de getuigen geschikte gegevens voorhanden zijn en deze aan de rechter-commissaris doen toekomen;
-
schorst het onderzoek ter terechtzittingvoor
onbepaalde tijdtot een in overleg met de officier van justitie en de raadsvrouw van verdachte nader te bepalen tijdstip,
waarbij de schorsingstermijn niet langer is dan drie maanden.De termijn voor de schorsing is langer dan één maand om de klemmende reden dat hervatting van het onderzoek binnen één maand niet mogelijk is als gevolg van de omstandigheid dat het onderzoek niet eerder gereed is;
-
beveelt de oproepingvan de verdachte, diens raadsvrouw en de benadeelde partij tegen het tijdstip waarop het onderzoek zal worden hervat.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ferschtman, voorzitter, mrs. R. Veldhuisen en
H.B.W. Beekman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.F. van Dam, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 augustus 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Primair
hij op of omstreeks 10 mei 2018 te Zeewolde, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [aangever] van het leven te beroven, met dat opzet met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, die [aangever] meermalen, althans éénmaal, heeft gestoken en/of gesneden in/op het gezicht onder het linkeroor en/of de hals en/of de (linker)arm en/of de (linker)hand, althans het lichaam, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Subsidiair
hij op of omstreeks 10 mei 2018 te Zeewolde, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan
[aangever] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, die [aangever] meermalen, althans éénmaal, heeft gestoken en/of gesneden in/op het gezicht onder het linkeroor en/of de hals en/of de (linker)arm en/of de (linker)hand, althans het lichaam, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.