Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
‘Uitvoeringsovereenkomst Middelloonregeling tussen ASR Levensverzekering N.V. en ZR Echt B.V.’, hierna de uitvoeringsovereenkomst te noemen) strekt ter uitvoering van de pensioenovereenkomsten die ZR Echt B.V. heeft gesloten met haar werknemers die op 31 december 2007 reeds deelnemer waren aan de op dat moment geldende pensioenregeling van rechtsvoorgangers van ZR Echt B.V. en de werknemers die bij (een rechtsvoorganger van) ZR Echt B.V. vóór 1 juli 2008 in dienst zijn getreden en die in de periode tussen 1 januari 2008 en 1 juli 2008 21 jaar of ouder waren. Het gaat hierbij nog om 48 actieve werknemers. Tijdens de pleidooien is namens ASR verklaard dat het in totaal om de pensioenen van 423 (gewezen) deelnemers, slapers en gepensioneerden meegerekend. De uitvoeringsovereenkomst is (met terugwerkende kracht) in werking getreden per 1 januari 2008 (het is een voortzetting van een eerdere overeenkomst van 1 januari 2005) en is geëindigd op 31 december 2011. De pensioenaanspraken en -rechten van de betrokken werknemers, op onder meer ouderdomspensioen in de vorm van een middelloonregeling, zijn nader uitgewerkt in het
‘Pensioenreglement Middelloonregeling van ZR Echt B.V.’(hierna: het pensioenreglement).
‘Voorwaardelijke toeslagverlening’) is bepaald:
‘De verzekeringnemer heeft de ambitie om jaarlijks de opgebouwde pensioenaanspraken van (gewezen) deelnemers en de ingegane pensioenen te verhogen. De hoogte van deze toeslag is afhankelijk van de middelen in het pensioenfonds.
De voorwaardelijke toeslagverlening wordt gefinancierd uit de middelen die beschikbaar komen uit het toeslagfonds. ASR Verzekeringen stort namens de verzekeringnemer ieder jaar de rentewinst die beschikbaar komt uit de met ASR Verzekeringen overeengekomen jaarlijkse rentewinstdeling in het toeslagfonds. De middelen van het toeslagfonds zullen alleen worden aangewend voor de financiering van toeslag op pensioenen. De beschikbare middelen worden als koopsom aangewend, zodanig dat:∙de opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers; en∙de opgebouwde pensioenaanspraken van gewezen deelnemers; en∙de ingegane pensioenen met een gelijk percentage worden verhoogd.’
‘Tarief’) bepaalt:
‘(-)Administratie. Bij het uitvoeren van de pensioenregeling wordt door ASR Verzekeringen een uitgebreid pakket van werkzaamheden verricht. In verband hiermee is in het tarief een opslag voor administratiekosten verwerkt van 3,00% van de bruto koopsom. (-)Toekomstige renteontwikkeling. De verzekeringen zijn gebaseerd op een rentevoet van 3,00%. In verband met de levenslange garantie van de pensioenaanspraken is voor het risico dat in de toekomst de reële rentevoet daalt beneden deze rentevoet, jaarlijks 0,10% van de vanaf 1 januari 2005 opgebouwde voorziening verzekeringsverplichtingen verschuldigd. Deze kosten worden rechtstreeks in de rekening-courant geboekt. (-)Vermogensbeslag. De Nederlandsche Bank verplicht verzekeraar bij het aangaan van een pensioenverzekering een bepaalde solvabiliteitsreserve aan te houden. In verband hiermee is jaarlijks 0,20% van de vanaf 1 januari 2005 opgebouwde voorziening verzekeringsverplichtingen verschuldigd. Deze kosten worden rechtstreeks in de rekening-courant geboekt.’
(‘Gesepareerd depot en winstdeling’) luidt:
‘De administratie achter de uitvoeringsovereenkomst tussen de verzekeringnemer en ASR Verzekeringen wordt ondergebracht in een separate administratieve eenheid: het gesepareerde depot. (-)Beleggingen. De beleggingen die binnen het gesepareerde depot worden aangehouden zijn eigendom van ASR Verzekeringen. De beslissingsbevoegdheid voor het beleggingsbeleid ligt bij ASR Verzekeringen. (-)Beheerkosten. Voor het beheer van de beleggingen in vastrentende waarden is een procentuele vergoeding verschuldigd die aan het begin van elk kwartaal door ASR Verzekeringen in rekening wordt gebracht via de rekening courant. (-) De kosten voor het beheer van de zakelijke waarden worden niet door ASR Verzekeringen in rekening gebracht, maar binnen de fondsen zelf verrekend (-).Weerstandsvermogen. Met het oog op de beleggings- en verzekeringsrisico’s wordt binnen het gesepareerde depot een weerstandsvermogen aangehouden. Het maximale weerstandvermogen bedraagt 6% van de waarde van de beleggingen. (-)Rentewinstdeling. Na afloop van elk boekjaar wordt de in het verzekeringstarief verwerkte rentevoet vergeleken met het werkelijke rendement en wordt het resultaat op intrest vastgesteld. (-) Met dit resultaat wordt een eventueel negatief saldo resultaat op intrest uit het voorgaande boekjaar verrekend. Hierna resteert een positief of een negatief saldo:∙Bij een negatief saldo wordt het weerstandvermogen gebruikt om het saldo aan te zuiveren. Als er na verrekening met het weerstandsvermogen een negatief saldo resteert, wordt dit als negatief saldo resultaat op intrest doorgeschoven naar het volgende boekjaar.∙Bij een positief saldo wordt 50% aangewend voor opbouw van het weerstandsvermogen. De overige 50% komt als rentewinstdeling beschikbaar. Als het opgebouwde weerstandsvermogen na bepaling van de beschikbare rentewinstdeling meer bedraagt dan het maximum weerstandsvermogen, wordt het meerdere onttrokken aan het weerstandsvermogen en toegevoegd aan de beschikbare rentewinstdeling. Beschikbare rentewinstdeling wordt geboekt in het toeslagfonds (-).’
‘Na afloop van de contractsperiode’):
‘Na afloop van de contractsperiode zijn er op de beëindigingsdatum van de uitvoeringsovereenkomst drie mogelijkheden: 1. een nieuwe overeenkomst sluiten tegen nieuwe voorwaarden; of: 2. de verzekeringen premievrij bij ASR Verzekeringen achterlaten, of: 3. collectieve waardeoverdracht. (-) Voorafgaand aan de beëindigingsdatum van de uitvoeringsovereenkomst dient de verzekeringnemer een onherroepelijke keuze gemaakt te hebben. (-) a.Nieuwe overeenkomst. Een nieuwe uitvoeringsovereenkomst wordt aangegaan op de voorwaarden en met toepassing van de tarieven die dan worden overeengekomen. Het toeslagfonds blijft doorlopen en het saldo van het toeslagfonds wordt doorgeschoven naar de nieuwe contractsperiode. Het eventuele negatieve saldo resultaat op intrest of een weerstandsvermogen worden eveneens doorgeschoven naar de nieuwe contractsperiode.
‘het opbouwen van vermogen ter financiering van toeslagen als omschreven in het onderdeel “Voorwaardelijke toeslagverlening” in artikel 1 van deze uitvoeringsovereenkomst. Daartoe wordt de beschikbare rentewinst, uit hoofde van de door de verzekeringnemer en ASR Verzekeringen overeengekomen rentewinstdeling, in het toeslagfonds gestort. De op basis van het pensioenreglement verleende toeslagen worden verzekerd bij ASR Verzekeringen en de daarvoor benodigde koopsom wordt onttrokken aan het toeslagfonds. Toeslagen worden verleend op basis van de beschikbare middelen uit het toeslagfonds. Als er als gevolg van de maximering van de toeslag een structureel overschot aan middelen in het toeslagfonds ontstaat, wordt overlegd met de verzekeringnemer over de wijze waarop het overschot kan worden teruggebracht tot een acceptabel niveau. Een overschot aan middelen in het toeslagfonds komt nooit ten goede aan de verzekeringnemer. In het toeslagfonds gestorte gelden kunnen niet worden verrekend met schuldvorderingen op de verzekeringnemer. Evenmin kunnen zij terugvloeien naar de verzekeringnemer. (-) Het toeslagfonds wordt aan het einde van de contractsperiode en bij bedrijfsbeëindiging ongewijzigd voortgezet. Als de rentewinstdeling op enig moment wordt beëindigd, wordt het toeslagfonds voortgezet zolang het toeslagfonds over middelen beschikt.’
‘een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. De pensioenaanspraken worden verworven op basis van een middelloonregeling.’Hetgeen in artikel 16 van het pensioenreglement is bepaald over de
‘Voorwaardelijke toeslagen op pensioenen’komt overeen met het bepaalde in artikel 1 lid 6 van de uitvoeringsovereenkomst. Artikel 1 lid 4 van de uitvoeringsovereenkomst luidt:
‘(-) Indien de verzekeringnemer voornemens is de pensioenovereenkomst te wijzigen, dient hij ASR Verzekeringen voorafgaand aan de wijziging over de inhoud daarvan schriftelijk op de hoogte te brengen. ASR Verzekeringen zal beoordelen of de wijziging voldoet aan de wet- en regelgeving en of de wijziging door ASR Verzekeringen kan worden uitgevoerd. (-) De wijziging van de pensioenovereenkomst is ten opzichte van ASR Verzekeringen pas van kracht als ASR Verzekeringen zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de wijziging (-).’
‘package deal’, te verrekenen met hetgeen zij bij opheffing van het gesepareerd beleggingsdepot aan uitkering van ASR verwachtte. Naar aanleiding van het overleg dat partijen hierover met elkaar hebben gevoerd, heeft ASR bij brief van 25 februari 2014 aan Accon meegedeeld dat zij er bij bleef dat Accon het openstaande saldo in de rekening-courant aan haar diende te voldoen, omdat er
‘in het opheffen van het beleggingsdepot geen positieve financiële ruimte’zat, nu de marktwaarde van de beleggingen (per ultimo 2013 geschat op € 17,2 miljoen) lager was dan de marktwaarde van de voorziening verzekeringsverplichtingen (toen geschat op € 18,9 miljoen). ASR deed Accon in deze brief het volgende voorstel:
‘Omdat wij begrijpen dat ACCON/AVM het beleggingsdepot wenst te beëindigen, in tegenstelling tot de huidige getekende overeenkomst, gezien de kostenload in verhouding tot de winstpotentie, willen wij aan deze wens tegemoet komen. Wij stellen dan ook voor het depot met ingang van 1 januari 2014 te beëindigen waarna zowel de kosten van het depot alsmede de winstdeling erover komen te vervallen. Voorwaarde hiervoor is dat ACCON/AVM alleen het openstaande saldo van de rekening courant aan a.s.r. voldoet. Het huidige tekort in het depot behoeft niet te worden voldaan. De opgebouwde premievrije rechten van de deelnemers blijven uiteraard gegarandeerd door a.s.r. Wel zal hun pensioentoezegging op het gebied van toeslagen op deze premievrije rechten worden aangetast gezien het beëindigen van het depot en daarvoor dient ACCON/AVM aan a.s.r. aan te tonen dat deze deelnemers daarover zijn ingelicht en met hen een akkoord hierover bereikt is.’
‘totaaloplossing’van beëindiging van het beleggingsdepot. ASR heeft deze vordering van Accon betwist, onder meer omdat bedoeld bedrag niet beschikbaar is voor zo’n ‘totaaloplossing’, omdat de middelen uit het toeslagfonds alleen kunnen worden aangewend voor indexatie-doeleinden ten behoeve van pensioengerechtigden.
‘3.10 Ten slotte voert ACCON als verweer aan dat ASR onredelijk handelt door niet te hebben meegewerkt aan het liquideren of elders onderbrengen van het gesepareerd beleggingsdepot, waardoor ASR ACCON aldus belast met onredelijke kosten van de premievrij gemaakte pensioenverzekeringen en zij dus niet gehouden kan worden het deel van de vordering te voldoen dat ziet op die kosten. Ook dit verweer slaagt niet.
‘(n)a financiering (-) een bedrag van € 770.213 (resteert). Dit bedrag is gestort in het toeslagfonds en beschikbaar voor indexaties.’De winstverwachting voor het depot was ongunstig. In de brief verklaarde ASR zich bereid het gesepareerd beleggingsdepot per 1 januari 2017 te beëindigen, tegen betaling door Accon van het saldo in rekening-courant en van een bedrag van € 1.369.000,--, zijnde
‘de contante waarde van de door a.s.r. te derven inkomsten’, bestaande uit administratiekosten (€ 943.000,--), opslag toekomstige renteontwikkeling (€ 142.000,--) en vermogenstoeslag (van € 284.000,--). ASR was bereid de beheerkosten voor eigen rekening te nemen. Over het weerstandsvermogen schreef ASR:
‘Het weerstandsvermogen betreft een buffer voor a.s.r. ten behoeve van de verzekeringsrisico’s en de beleggingsrisico’s. Deze risico’s blijven ook na beëindiging van het gesepareerd beleggingsdepot voor a.s.r. bestaan. Het weerstandsvermogen valt niet vrij voor toeslagverlening. Daarnaast is het weerstandsvermogen gevormd binnen de winstdeling, dus is Accon sowieso geen partij daarin. Het weerstandsvermogen valt niet vrij aan Accon.’ASR deelde Accon voorts mee dat
‘(h)et beëindigen van het gesepareerd beleggingsdepot betekent dat ook de rentewinstdeling wordt beëindigd. Wij bieden geen andere winstdeling aan. Dit betekent dat er na het beëindigen van het gesepareerd beleggingsdepot bij a.s.r. geen middelen meer beschikbaar komen voor toeslagverlening.’
‘Gevolgen voor toeslagverlening’berichtte ASR:
‘(-) De toeslagregeling wordt gefinancierd uit de middelen die beschikbaar komen uit het toeslagfonds. Het toeslagfonds wordt uitsluitend gevoed door rentewinstdeling. Het beëindigen van het gesepareerd beleggingsdepot betekent dat er geen middelen meer beschikbaar komen voor toeslagverlening uit rentewinstdeling. Accon kan besluiten om ter vervanging van de huidige regeling jaarlijks of eenmalig een bedrag te storten in het toeslagfonds waaruit in de toekomst toeslagen kunnen worden gefinancierd. Indien Accon hiertoe besluit dan vernemen wij dat uiteraard graag en kunnen hier nadere afspraken over worden gemaakt. Verder dient de toeslagregeling te worden gewijzigd. Hiervoor dient Accon de instemming van de ondernemingsraad te verkrijgen, alsmede de Vereniging van pensioengerechtigden (indien aanwezig) vooraf om advies te vragen. Vervolgens dient de toeslagregeling voor de (gewezen) deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden te worden gewijzigd. Wij vragen Accon het instemmingsbesluit van de ondernemingsraad te overleggen alsmede de communicatie met de (gewezen) deelnemers, gewezen partners en pensiongerechtigden. Vanwege de hieraan verbonden risico’s stelt a.s.r. (-) het zorgvuldig doorlopen van dit traject als voorwaarde voor het meewerken aan het opheffen van het gesepareerd beleggingsdepot. Na akkoord zullen wij een en ander vastleggen in een overeenkomst.’Bij brief van 10 juli 2017 heeft ASR haar standpunt nader toegelicht. Accon heeft het voorstel van ASR niet geaccepteerd. Het gesepareerd beleggingsdepot is op en na 1 januari 2017 blijven bestaan en ASR heeft de daaraan verbonden kosten aan Accon in rekening gebracht.
3.De vordering en het daartegen gevoerde verweer
‘fictieve interne waardeoverdracht.’
4.De beoordeling van het geschil
‘(d)e in rekening gebrachte kosten (-) tijdens de contractperiode hoger (zouden) zijn geweest als er na beëindiging en premievrij achterlaten geen kosten verschuldigd zijn.’Accon heeft niet aangevoerd dat ASR de kosten van de uitvoeringsovereenkomst onredelijk aan het eind ervan heeft gelegd, in plaats van gespreid over het hele contract. Bovendien gaat het partijdebat in dit geding niet over de voorwaarden waaronder de uitvoeringsovereenkomst per 31 december 2011 is geëindigd, maar over de voorwaarden waaronder ASR bereid is mee te werken aan de opheffing van het gesepareerd beleggingsdepot dat na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst is blijven bestaan. Voor zover ASR zich op de bindende kracht van de bedoelde overweging van de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft beroepen, heeft zij daarbij dan ook geen belang en staat het in elk geval aan de ontvankelijkheid van Accon in dit geding niet in de weg.
‘fictieve interne waardeoverdracht’wordt daarom verworpen.
‘de vette beursjaren’heeft genoemd. Zij heeft daarom ook de nadelen van die vorm te dragen als het tij, zoals in de afgelopen jaren, keert. Van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat ASR naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de in de uitvoeringsovereenkomst getroffen regeling niet mag verwachten, is geen sprake.