Op 24 augustus 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een zaak tussen een moeder en een vader betreffende de zorgregeling en het gezag over hun twee minderjarige kinderen. De moeder heeft op 13 juni 2018 een verzoek ingediend om de zorgregeling aan te passen, zodat de kinderen niet meer op vaste momenten naar hun vader gaan. Tevens verzocht zij om beëindiging van het gezag van de vader, zodat zij zelfstandig belangrijke beslissingen kan nemen over de opvoeding van de kinderen. De vader heeft hiertegen geprotesteerd en verzocht om ouderschapsbemiddeling. Tijdens de zitting op 20 juli 2018 waren beide ouders aanwezig, samen met hun advocaten en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderrechter heeft geluisterd naar de wensen van de kinderen en de ouders. De moeder wil dat de kinderen hun vader weer zien, maar heeft tijd nodig om hem te vertrouwen. De kinderrechter heeft besloten om de behandeling van de verzoeken aan te houden tot 1 februari 2019, zodat de vader de kans krijgt om het contact met de kinderen op te bouwen en het vertrouwen van de moeder te winnen. De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is dat beide ouders samenwerken en contact houden over de opvoeding van de kinderen.