ECLI:NL:RBMNE:2018:3888

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 augustus 2018
Publicatiedatum
16 augustus 2018
Zaaknummer
16-705576-15
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen ex artikel 77t Wetboek van Strafrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 augustus 2018 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) van een veroordeelde, geboren in 1992. De vordering tot verlenging werd ingediend door de officier van justitie op 9 juli 2018, met het verzoek om de termijn van de maatregel met 16 maanden te verlengen. De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder een eerder vonnis van 29 december 2015 waarin de PIJ-maatregel was opgelegd, en een verlengingsadvies van een gedragswetenschapper van de inrichting waar de veroordeelde verblijft.

Tijdens de zitting op 31 juli 2018 zijn de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman en de deskundige gehoord. De officier van justitie heeft de verlenging van de maatregel gevorderd, terwijl de verdediging zich hierbij aansloot. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde de afgelopen periode significante vooruitgang heeft geboekt, met name in zijn gedrag en ontwikkeling. Er zijn geen incidenten meer voorgevallen sinds september 2016, en de veroordeelde heeft deelgenomen aan verschillende therapieën en programma's.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is voor de algemene veiligheid en de verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Gezien de omstandigheden en het advies van de deskundige, heeft de rechtbank besloten de maatregel met 16 maanden te verlengen, zodat de behandeling kan worden voortgezet en er een geschikte woonvoorziening kan worden gevonden. De rechtbank heeft daarbij de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/705576-15
Datum uitspraak: 14 augustus 2018
Beslissing op de vordering tot verlenging van de maatregel
van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen ex artikel 77t Wetboek van Strafrecht
Beslissing van de meervoudige raadkamer voor strafzaken, naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Midden-Nederland van 9 juli 2018, strekkende tot verlenging met 16 (zestien) maanden van de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van:
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
thans verblijvende te [verblijfplaats] aan de [adres] te [woonplaats] ,
(hierna: [voornaam van verdachte] ).

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken, waaronder:
- een afschrift van het vonnis van deze rechtbank van 29 december 2015 waarbij [voornaam van verdachte] onder meer de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ) is opgelegd;
- het negende perspectiefplan van [verblijfplaats] te [plaatsnaam] over de periode 9 januari 2018 tot 5 juni 2018;
- het door mw. [A] , gedragswetenschapper en behandelcoördinator, uitgebrachte verlengingsadvies van [verblijfplaats] te [plaatsnaam] van 22 juni 2018, strekkende tot verlenging van de termijn van de maatregel met 16 maanden;
- de vordering van de officier van justitie van 9 juli 2018, die strekt tot verlenging van de maatregel PIJ met 16 maanden.

2.De procesgang

Het onderzoek heeft - met gesloten deuren - plaats gevonden ter zitting van 31 juli 2018, waarbij zijn gehoord de officier van justitie, [voornaam van verdachte] , raadsman mr. J.J. Bussink, advocaat te Utrecht (waarnemend voor mr. W. Ausma, advocaat te Utrecht) en de deskundige [A] , voornoemd, verbonden aan [verblijfplaats] te [plaatsnaam]

3.Het standpunt van de officier van justitie

Ter zitting heeft de officier van justitie gevorderd de maatregel PIJ te verlengen met
16 maanden.

4.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich aangesloten bij de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de maatregel met 16 maanden.

5.De beoordeling

[voornaam van verdachte] is bij vonnis van deze rechtbank van 29 december 2015 veroordeeld voor – kort gezegd – poging tot zware mishandeling, poging tot doodslag en vernieling. Bij genoemd vonnis is aan [voornaam van verdachte] onder meer een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel opgelegd. Met betrekking tot de duur van deze maatregel heeft de rechtbank overwogen dat de mogelijkheid bestaat deze te verlengen, omdat [voornaam van verdachte] is veroordeeld voor feiten die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Het voormelde verlengingsadvies van [A] houdt - samengevat - het volgende in. [voornaam van verdachte] heeft de afgelopen periode grote stappen gemaakt. Na september 2016 hebben zich geen (gewelds)incidenten meer voorgedaan. [voornaam van verdachte] is leergierig en meewerkend. In verband met het vrijwel dagelijks overprikkeld raken van [voornaam van verdachte] , zijn er diverse vaktherapieën ingezet, is medicatie afgestemd en werd vanuit het mentorschap structuur aangeboden. [voornaam van verdachte] vertoont pro-sociaal gedrag, is in zijn identiteitsontwikkeling gegroeid en heeft nieuwe interesses op sportgebied. Tevens beschikt [voornaam van verdachte] over het vermogen om zich terug te trekken uit spanningsopwekkende situaties. Momenteel richt de behandeling zich op het zelfstandig toepassen van technieken om tot rust te komen, deze kan hij later bij het Scholing- en Trainingsprogramma uitvoeren. [voornaam van verdachte] gaat meermalen per week op verlof. Ondanks alles blijft [voornaam van verdachte] kwetsbaar, is hij niet in staat om buiten een zelfstandig bestaan op te bouwen en zal hij in bepaalde mate afhankelijk van hulp blijven. Het lange termijn perspectief is dat [voornaam van verdachte] op Scholing- en Trainingsprogramma gaat en dan bij een begeleid wooninstantie verblijft met expertise in het begeleiden van jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking en autistische kenmerken. Geadviseerd wordt de PIJ-maatregel met 16 maanden te verlengen, waarbij rekening is gehouden met een Scholing- en Trainingsprogramma van 6 maanden.
Uit de verklaring van de deskundige [A] , afgelegd ter zitting van 31 juli 2018, blijkt
– zakelijk weergegeven – het volgende. Er is sprake van een recente ontwikkeling. Naast de eendaagse onbegeleide verlofstatus die hij al had, heeft [voornaam van verdachte] kortgeleden toestemming gekregen voor ‘slaapverlof’ en hij heeft de afgelopen nacht bij zijn ouders geslapen. Dit is goed verlopen. Dit verlof ziet nu nog op één nacht, maar kan in de toekomst worden uitgebreid. Vanuit de politie is aangegeven dat er geen dreiging meer aanwezig is, wat impliceert dat [voornaam van verdachte] zich vrij in Utrecht zou kunnen bewegen. Er moet gemonitord worden of [voornaam van verdachte] zich prettig voelt in de omgeving Utrecht en of hij, indien dat nodig is, de juiste aangeleerde vaardigheden toe kan passen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat [voornaam van verdachte] in staat is om ‘nee’ te zeggen tegen oude vrienden. Tevens moet er gekeken worden naar een geschikte woonvoorziening. [voornaam van verdachte] heeft aangegeven in Hilversum te willen gaan wonen. De gemeente Hilversum toont zich bereidwillig om een geschikte plek te vinden. Gelet op voornoemde omstandigheden is een verlenging van 10 maanden wenselijk. De overige 6 maanden zullen worden gebruikt om invulling te geven aan het Scholing- en Trainingsprogramma.
De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemd advies en de behandeling ter terechtzitting volgt dat de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist en verlenging tevens in het belang is van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [voornaam van verdachte] . Gelet op artikel 77t van het Wetboek van Strafrecht is verlenging ook mogelijk.
De rechtbank overweegt dat een verlenging van de PIJ-maatregel voor de duur van 16 maanden in de rede ligt, zodat op zorgvuldige wijze gecontinueerd kan worden met de behandeling van [voornaam van verdachte] , er een geschikte woonvoorziening kan worden gezocht en invulling kan worden gegeven aan het Scholing- en Trainingsprogramma.

6.De toepasselijke wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 77s, 77t en 77u van het Wetboek van Strafrecht.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van
[veroordeelde]voor de termijn van
16 maanden.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.C. van den Boogaard, voorzitter, tevens kinderrechter, mrs. E.J. van Rijssen en M.W.V. van Duursen, rechters, bijgestaan door mr. T.J. van der Waaij, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 14 augustus 2018.