ECLI:NL:RBMNE:2018:3679

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 juli 2018
Publicatiedatum
2 augustus 2018
Zaaknummer
C-16-462009 - FO RK 18-974
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over hoofdverblijfplaats en schoolinschrijving van minderjarige

Op 23 juli 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een mondelinge uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure. De zaak betreft een verzoek van de moeder om de hoofdverblijfplaats van haar minderjarige dochter, geboren in 2017, bij haar te vestigen en om vervangende toestemming te verlenen voor inschrijving op een basisschool in Apeldoorn. De moeder stelt dat een verhuizing naar Apeldoorn in het belang van de minderjarige is, omdat het sociaal veiliger zou zijn en de schoolwisseling beter zou aansluiten bij haar ontwikkeling. De vader verzet zich tegen deze verzoeken en pleit voor handhaving van de huidige situatie, waarin de minderjarige bij hem woont en naar school gaat in Zeist.

Tijdens de zitting hebben beide ouders hun standpunten toegelicht en gereageerd op elkaars argumenten. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De rechtbank concludeert dat de huidige opvoedsituatie voldoende veilig is en dat de argumenten van de moeder voor een verhuizing niet opwegen tegen de impact die dit op de minderjarige zou hebben. De rechtbank wijst de verzoeken van de moeder af en adviseert de ouders om gezamenlijk te overleggen over de toekomst van hun dochter, vooral met het oog op de overgang naar de middelbare school.

De uitspraak benadrukt het belang van stabiliteit en continuïteit in de opvoeding van de minderjarige, en de rechtbank moedigt de ouders aan om samen te werken in het belang van hun kind.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummers: C/16/462009 / FO RK 18-974 (hoofdverblijf)
C/16/462012 / FO RK 18-975 (vervangende toestemming inschrijving school)
C/16/462013 / FO RK 18-976 (zorgregeling)
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer als bedoeld in artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van 23 juli 2018
Tegenwoordig zijn mr. E.A.A. van Kalveen, (kinder-)rechter, en mr. G.T. Bakker, griffier,
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. L.F. Bögemann, gevestigd te Amsterdam,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
betreffende de minderjarige:
-
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] .
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren op 23 juli 2018. Verschenen zijn de ouders met hun advocaten en de heer [A] namens de Raad.
Nadat de ouders hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de andere ouder en vragen van de rechtbank en de Raad hebben beantwoord, heeft de rechtbank de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de rechtbank met toepassing van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan.

1.De beslissing

De rechtbank:
1.1.
wijst de verzoeken van de moeder af.

2.De gronden van de beslissing

2.1.
In deze procedure verzoekt de moeder de rechtbank om te bepalen dat [voornaam van minderjarige] haar hoofdverblijfplaats voortaan bij de moeder heeft en daarmee samenhangend een zorgregeling vast te stellen tussen [voornaam van minderjarige] en haar vader en om vervangende toestemming te verlenen om [voornaam van minderjarige] in te schrijven op een basisschool te Apeldoorn, te weten [naam basisschool] . De moeder heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat het in het belang is van [voornaam van minderjarige] om te verhuizen naar Apeldoorn. Zo is Apeldoorn sociaal veiliger voor [voornaam van minderjarige] , is een schoolwijziging beter voor [voornaam van minderjarige] en kan zij door een verhuizing naar Apeldoorn meer op de fiets doen waardoor zij minder met de auto hoeft te reizen.
2.2.
De vader heeft verweer gevoerd en heeft geconcludeerd tot afwijzing van de verzoeken van de moeder. De vader vindt het in het belang van [voornaam van minderjarige] om de huidige situatie in stand te laten. [voornaam van minderjarige] woont in [naam dorp] bij de vader, gaat in Zeist naar school en de moeder verblijft iedere dinsdag op woensdag in de woning van de vader. Daarnaast gaat ze om het weekend naar de moeder in Apeldoorn. De vakanties zijn bij helfte verdeeld.
2.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van artikel 1:253a lid 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek dient de rechtbank in onderhavige zaak te beoordelen welke beslissing het meest in het belang van [voornaam van minderjarige] is. Mede van belang daarbij is wat praktisch haalbaar is (voor de ouders).
2.4.
Hoewel de ouders over en weer zorgen hebben over de andere ouder en zij beide over zwakke en sterke punten beschikken, bieden de ouders [voornaam van minderjarige] op dit moment een voldoende veilige opvoedsituatie. De ouders hebben ter zitting toegelicht dat [voornaam van minderjarige] een lief en slim meisje is die de kat uit de boom kijkt. [voornaam van minderjarige] vindt het niet makkelijk om contact te leggen met leeftijdsgenoten. Een verhuizing naar Apeldoorn en een verandering van de school is daarom extra ingewikkeld voor [voornaam van minderjarige] . Het argument van de moeder dat Apeldoorn sociaal veiliger is dan de omgeving rondom [naam dorp] zal pas over een paar jaren gaan spelen, namelijk als [voornaam van minderjarige] naar de middelbare school gaat. Op dit moment gaat het goed met [voornaam van minderjarige] op haar huidige school. Uit de gegevens van school komt naar voren dat [voornaam van minderjarige] bedeesd is en dat zij goede cijfers haalt. De rechtbank ziet daarom onvoldoende redenen voor [voornaam van minderjarige] om van school te veranderen. Ten aanzien van het standpunt van de moeder dat [voornaam van minderjarige] in Apeldoorn minder met de auto hoeft te reizen overweegt de rechtbank dat [voornaam van minderjarige] naarmate zij ouder wordt ook zelfstandiger wordt en haar actieradius zal uitbreiden. Dit betekent dat zij ook in [naam dorp] meer bewegingen met de fiets zal kunnen maken. De rechtbank neemt daartoe in aanmerking dat de ouders in het verleden zelf de keuze hebben gemaakt om naar [naam dorp] te verhuizen. Het wonen in een relatief klein dorp brengt een langere reistijd met zich mee. Concluderend is de rechtbank van oordeel dat de door de moeder naar voren gebrachte argumenten voor een verhuizing naar Apeldoorn niet opwegen tegen de enorme impact die een verhuizing op [voornaam van minderjarige] zal hebben.
2.5.
Tenslotte geeft de rechtbank de ouders het volgende mee. [voornaam van minderjarige] gaat over twee jaar naar de middelbare school en zal hiermee in een andere fase belanden. Zo worden leeftijdsgenoten heel belangrijk, zal [voornaam van minderjarige] zich meer losmaken van haar ouders en zal zij zelfstandiger worden. De rol van de ouders verandert van een rol als ouder naar meer een rol als coach van [voornaam van minderjarige] . Nu de ouders beide het belang van [voornaam van minderjarige] voorop stellen en bereid en in staat zijn om met elkaar te communiceren over zaken betreffende [voornaam van minderjarige] , geeft de rechtbank de ouders mee dat zij nu alvast gezamenlijk kunnen praten over het vormgeven van de middelbare schoolperiode van [voornaam van minderjarige] .
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat is ondertekend door de (kinder-)rechter en de griffier.