ECLI:NL:RBMNE:2018:3647
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van een persoonsgebonden budget (PGB) door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. en de verantwoordelijkheden van zorgkantoren
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om de terugvordering van een persoonsgebonden budget (PGB) door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. De gedaagde, geboren in 1994, was als kind uit huis geplaatst en had een PGB aangevraagd voor verblijf op een zorgboerderij. De verantwoording van het PGB verliep via de William Schrikker Stichting en later via een bewindvoerder. Door een fout in de verantwoording heeft Zilveren Kruis het PGB teruggevorderd, wat resulteerde in een vordering van ruim € 6.000. Na de dagvaarding zijn de juiste verantwoordingsstukken alsnog ingediend, waardoor de hoofdsom is verminderd tot € 89,31, naast buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gedaagde formeel de aanvrager van het PGB was, maar dat zij dit feitelijk niet zelf heeft geregeld. De verantwoordelijkheid voor de verantwoording lag bij haar bewindvoerder. De rechter oordeelt dat, hoewel de gedaagde formeel de rechthebbende is, zij de terugbetaling van € 89,31 verschuldigd is. De rechter wijst erop dat Zilveren Kruis meer moeite had kunnen doen om problemen te voorkomen, zoals het benaderen van contactpersonen, gezien de kwetsbare positie van de gedaagde.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. De rechter heeft besloten dat de proceskosten gecompenseerd worden, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 1 augustus 2018 door kantonrechter A.E. The-Kouwenhoven.