ECLI:NL:RBMNE:2018:3646
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek tegen rechter in kort geding
Op 26 juli 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door verzoeker tegen mr. A.S. Penders, de behandelend rechter in een kort geding. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een geplande zitting op 24 juli 2018, die niet doorging vanwege het wrakingsverzoek. Verzoeker stelde dat de rechter niet bevoegd was om de vordering te behandelen en dat hij geen rekening had gehouden met de verhinderdata van verzoeker en zijn advocaat. De rechter had het verzoek om uitstel van de zitting afgewezen, wat verzoeker als onterecht beschouwde.
Tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek op 26 juli 2018, waren verzoeker, de gewraakte rechter en de eiser aanwezig. De wrakingskamer heeft het verzoek ongegrond verklaard, omdat er geen persoonlijke vooringenomenheid van de rechter was vastgesteld. De wrakingskamer oordeelde dat de procesbeslissingen van de rechter, zoals het niet uitstellen van de zitting, niet onbegrijpelijk waren en dat deze beslissingen geen indicatie gaven van vooringenomenheid.
De wrakingskamer concludeerde dat de bezwaren van verzoeker tegen de dagvaarding en de procedure in de hoofdzaak tijdens de zitting in de hoofdzaak aan de orde konden komen. De beslissing van de wrakingskamer werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.