ECLI:NL:RBMNE:2018:3632

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juli 2018
Publicatiedatum
30 juli 2018
Zaaknummer
7067069 UT VERZ 18-17188 jb
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot machtiging tot verwerping van de nalatenschap namens ongeboren kind

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, op 26 juli 2018 een beschikking gegeven inzake het verzoek tot machtiging tot verwerping van de nalatenschap van een overleden persoon, A, door de ouders van een ongeboren kind, erfgenaam in deze nalatenschap. De verzoekers, beiden wonende op een adres in [woonplaats], hebben op 8 juli 2018 de kantonrechter verzocht om machtiging op grond van artikel 4:193 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit artikel verplicht de wettelijk vertegenwoordiger om binnen drie maanden na het openvallen van de nalatenschap een verklaring van beneficiaire aanvaarding of verwerping af te leggen. De kantonrechter overweegt dat de termijn voor het indienen van deze verklaring is gestart op het moment dat verzoeker [verzoeker] de nalatenschap heeft verworpen, wat op 18 februari 2010 is gebeurd. Hoewel het ongeboren kind op dat moment nog niet was geboren, wordt het kind op grond van artikel 1:2 BW als reeds geboren aangemerkt, indien zijn belang dit vordert. Het verzoek is ingediend na het verstrijken van de termijn van drie maanden, waardoor de nalatenschap als beneficiair aanvaard geldt. De kantonrechter kan het verzoek tot machtiging dan ook niet toewijzen en wijst het verzoek af. Tevens wordt bepaald dat de beneficiaire aanvaarding door de griffier in het boedelregister wordt aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7067069 UT VERZ 18-17188 jb
Beschikking d.d. 26 juli 2018
inzake het verzoek van
[verzoeker] en [verzoekster] ,
beiden wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoekers.
Het verzoek strekt tot machtiging betreffende het vermogen van:
[erfgenaam] ,geboren te [2010] , wonende te [woonplaats] , [adres] , hierna: [erfgenaam] , erfgenaam in de nalatenschap van:
[A] ,geboren te [geboorteplaats] op [1973] , overleden te [woonplaats] op [2009] , laatst gewoond hebbende te [woonplaats] .
Verzoekers hebben het verzoek gedaan in hun hoedanigheid van ouders.

De procedure

Bij brief van 8 juli 2018 vragen verzoekers de kantonrechter op grond van artikel 4:193 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) machtiging tot verwerping van voormelde nalatenschap.

De overwegingen van de kantonrechter

Artikel 4:193 lid 1 BW bepaalt dat de wettelijk vertegenwoordiger verplicht is een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping af te leggen binnen drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap, of een aandeel daarin, de erfgenaam toekomt. Laat de wettelijk vertegenwoordiger deze termijn verlopen, dan geldt de nalatenschap als beneficiair aanvaard op grond van artikel 4:193 lid 2 BW.
In dit geval is de termijn gestart op het moment dat verzoeker [verzoeker] de nalatenschap heeft verworpen. Uit het boedelregister blijkt dat hij dit op 18 februari 2010 heeft gedaan. [erfgenaam] was op dat moment weliswaar nog niet geboren, maar op grond van artikel 1:2 Burgerlijk Wetboek (BW) wordt een kind waarvan de vrouw zwanger is, als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het openvallen van een nalatenschap.
Het verzoek is op 10 juli 2018 ingediend terwijl de nalatenschap op 18 februari 2010 aan de minderjarige –op grond van artikel 4:10 lid 2 in samenhang met 4:9 BW- is toegekomen. De verklaring is derhalve gedaan nadat de termijn van drie maanden op grond van artikel 4:193 lid 1 BW is verlopen. Dat betekent dat de nalatenschap geldt als beneficiair aanvaard. Daarom kan de kantonrechter niet anders dan de gevraagde machtiging weigeren. Het verzoek zal dus worden afgewezen. Voorts zal de kantonrechter bepalen dat de beneficiaire aanvaarding door de griffier in het boedelregister wordt aangetekend.

De beslissing

De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
bepaalt dat de beneficiaire aanvaarding door de griffier in het boedelregister wordt aangetekend.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J. Smit, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
.