3.1.[eiser] vordert bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. [gedaagde] te veroordelen om zich binnen twee dagen na de datum van dit vonnis te onthouden en te blijven onthouden van inbreuk op het merk “ [woordmerk] ”, door de verkoop van belegde broodjes onder een identiek en/of overeenstemmend teken te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van € 500 voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagde] in strijd handelt met deze veroordeling, althans zodanig te beslissen als de voorzieningenrechter in goede justitie juist acht;
[gedaagde] te veroordelen om zich binnen een week na de datum van dit vonnis te onthouden en te blijven onthouden van inbreuk op de handelsnaam en het merk “ [woordmerk] ”, door het gebruik van de handelsnaam [handelsnaam 5] te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van € 500 voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagde] in strijd handelt met deze veroordeling, althans zodanig te beslissen als de voorzieningenrechter in goede justitie juist acht;
De termijn voor het instellen van een bodemprocedure te stellen op 6 maanden na de datum van dit vonnis;
[gedaagde] te veroordelen in de redelijke en evenredige kosten van rechtsbijstand ex artikel 1019h Rv;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van de overige kosten van dit geding, te voldoen binnen twee weken na betekening van dit vonnis, en – voor het geval betaling binnen deze termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente te rekenen vanaf de genoemde termijn voor voldoening tot de dag van volledige betaling.