Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de bij brief van 4 juli 2017 aan de voorzieningenrechter en de advocaat van Nidos
- de conclusie van antwoord met producties die Nidos voor de mondelinge behandeling aan
- de mondelinge behandeling van 6 juli 2017
- de pleitnota van Spirit
- de pleitnota van Nidos.
18/290.
Deze eiswijziging is, nadat Nidos daartegen bezwaar had gemaakt, niet toegestaan omdat deze eisvermeerdering niet was aangekondigd, te laat was gedaan en niet op schrift was gesteld, waardoor Nidos zich onvoldoende daarop heeft kunnen voorbereiden en in haar verweer zou worden bemoeilijkt, terwijl ook aan het schriftelijkheidsvereiste bij eiswijzigingen niet voldaan is.
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
B. Netwerk, C. Organisatie en D. Capaciteit. Er kunnen maximaal 100 punten worden behaald.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de enkele omstandigheid dat Nidos dit standpunt in de andere zaken heeft ingenomen nog niet betekent dat zij naar de uitkomst van deze aanbestedingsprocedure heeft toegeschreven. Het is een zakelijk argument tegen de door Xonar en Jade ingestelde vordering tot heraanbesteding.
• bij de beoordeling van subgunningscriteria A.2, B.1 en D buiten het
subgunningscriterium heeft toegevoegd
• enkele subgunningscriteria relatief heeft beoordeeld in plaats van absoluut.
Beschrijf hoe u de interculturele pedagogische visie en het kwaliteitskader operationaliseert of verder gaat operationaliseren. Geef praktische voorbeelden waar mogelijk aan de hand van de hoofdthema’s van de visie.”.
Met betrekking tot de operationalisering van de interculturele pedagogische visie en het kwaliteitskader heeft u de verbinding van deze visie naar de dagelijkse praktijk, waarmee wordt bedoeld de integrale implementatie en doorontwikkeling daarvan in de werkwijze, minder concreet en goed beschreven dan de winnende inschrijvers. (…)”
Het methodisch werken in relatie tot het kwaliteitskader is eveneens minder concreet en goed beschreven. Winnende inschrijvers hebben de systematiek van het methodisch werken (in relatie tot het kwaliteitskader) goed tot zeer goed beschreven”.
Dat dit zo is, valt op te maken uit de tekst uit de toelichting van 18 mei 2018 die betrekking heeft op de uitleg van de score voor subgunningscriterium A.2. Deze tekst begint met de passage zoals geciteerd in 2.14, gevolgd door de tekst zoals geciteerd in 2.16 en dan nog eens vervolgd met de tekst:
Zo geven winnende inschrijvers op ieder onderdeel aan op welke wijze wordt gewerkt volgens de amv-methodiek én wat aanvullend geboden wordt.Door een van de winnende inschrijvers wordt bijvoorbeeld niet alleen zeer concreet met voorbeelden beschreven hoe iedere mentor is onderlegd in de interculturele pedagogische visie, maar vervolgens ook systematisch wat dit betekent in de praktische dagelijkse begeleiding van amv – wederom aantoonbaar voor iedere mentor en hoe voor alle amv op deze wijze aantoonbaar wordt gewerkt.”
Beschrijf de kwaliteit van de samenwerking met gemeenten op het gebied van (de opvang van) amv en wat het resultaat is van die samenwerking.
Met betrekking tot de samenwerking met gemeenten op het gebied van (de opvang van) amv heeft u ter onderbouwing enkel samenwerkingsafspraken met de gemeente Amsterdam als bijlage bij uw inschrijving gevoegd. De overige bijlagen hebben niet specifiek betrekking op amv. De winnende inschrijvers hebben veel meer aantoonbare en concrete afspraken, en/of overeenkomsten met gemeenten op het gebied van (opvang van) amv.”
Het resultaat op het gebied van tijdige vervolghuisvesting wordt naar het oordeel van de beoordelingscommissie onvoldoende duidelijk uit uw inschrijving, evenals de financiële situatie van amv na hun 18e verjaardag. Winnende inschrijvers hebben concreet en goed beschreven hoe de vervolghuisvesting vanaf de 18e verjaardag is gegarandeerd en hoe (en wanneer) de financiën van de jongere zijn geregeld. (…)”
Wat is uw minimumcapaciteit (ondergrens) om een goede bedrijfsvoering mogelijk te maken? Onderbouw uw aanpak daarin/visie daarop.
Toegang tot flexibiliteit in opvangvormen (…) wordt eveneens gemist.”
Dit bezwaar gaat niet op. Het is juist dat in de aanbestedingsstukken is bepaald dat er in absolute zin zal worden beoordeeld en niet in relatieve zin. Iedereen is het daarover eens. Maar uit de toelichting van Nidos valt niet op te maken, dat de door Spirit genoemde subgunningscriteria (A.2, A.4 en B.1) relatief zijn beoordeeld.
816,00