ECLI:NL:RBMNE:2018:355

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 januari 2018
Publicatiedatum
1 februari 2018
Zaaknummer
16/661577-15 en 16/659601-17 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake onvoorwaardelijke gevangenisstraf met betrekking tot aftrek voorarrest

Op 31 januari 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in de Dominicaanse Republiek. In dit vonnis werd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, maar de rechtbank ontdekte na de uitspraak dat de aftrek van het voorarrest, zoals voorgeschreven in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, niet was opgenomen in het dictum. Dit verzuim zou ertoe kunnen leiden dat de verdachte langer in de gevangenis zou verblijven dan noodzakelijk, wat onwenselijk is. Daarom heeft de rechtbank besloten om dit verzuim te herstellen door het dictum te verbeteren. De rechtbank herstelt de kennelijke misslag en bepaalt dat de verdachte veroordeeld wordt tot een gevangenisstraf van 43 maanden, waarbij de tijd die de verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de straf. De beslissing van 31 januari 2018 blijft voor het overige ongewijzigd. De griffier is belast met het hechten van dit herstelvonnis aan het originele vonnis en het informeren van de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/661577-15 en 16/659601-17 (gev. ttz)
Herstelvonnis
van het op 31 januari 2018 uitgesproken vonnis
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1972] te [geboorteplaats] (Dominicaanse Republiek),
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .

1.De aanleiding

Na de uitspraak is de rechtbank gebleken dat de aftrek van het voorarrest als bedoeld in
artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) ontbreekt in het dictum.

2.De beoordeling

Aan de verdachte is bij voormeld vonnis een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte in voorarrest heeft gezeten. Abusievelijk is in het dictum van het vonnis verzuimd toepassing te geven aan de in artikel 27 Sr voorgeschreven aftrek van de door verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd.
Executie van deze beslissing kan er toe leiden dat de verdachte langer in de gevangenis zou verblijven dan met toepassing van genoemde aftrek het geval is, hetgeen voor verdachte nadelige gevolgen heeft. Dit acht de rechtbank onwenselijk en daarom zal zij dit verzuim herstellen door verbetering van het dictum, waartoe het onderhavige vonnis strekt.

3.BESLISSING

De rechtbank:
- herstelt de kennelijke misslag in het dictum als volgt:
- verstaat dat de verdachte wordt veroordeeld tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van
43 (drieënveertig) maanden;
- beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
- verstaat dat haar beslissing van 31 januari 2018 voor het overige ongewijzigd blijft;
- bepaalt dat de griffier dit vonnis doet hechten aan het originele vonnis van en dit vonnis per brief ter kennis doet brengen van de raadsman van verdachte, de officier van justitie en de benadeelde partijen.
Dit vonnis is gewezen op 31 januari 2018 door mr. J. Ebbens, voorzitter, mrs. J.G. van Ommeren en J.W.B. Snijders Blok, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. van Twillert, griffier.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.