Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2] ,
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4] ,
zij die verblijven in de gebouwde onroerende zaak of een gedeelte van het perceel waar op de gebouwde onroerende zaak is gelegen te [woonplaats] / [woonplaats] , aan de [adres] / [adres] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van met producties 1 t/m 17,
- de brief van mr. De Laat van 28 mei 2018 met producties 18 t/m 19,
- de brief van mr. De Laat van 4 juni 2018 met productie 20,
- de brief van mr. Uppal van 11 juli 2018 met producties 1 t/m 19,
- het faxbericht van mr. De Laat van 12 juli 2018 met productie 21,
- de mondelinge behandeling 13 juli 2018,
- de pleitnota van Dennenborgh c.s.,
- de pleitnota’s van de krakers.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
verblijfsmogelijkhedenvoor vleermuizen zouden zijn. Daarmee is voor wat betreft dit onderdeel onvoldoende komen vast te staan dat ontruiming tot leegstand zal leiden.
980,00(1 punten x tarief € 980,00)