4.3Het oordeel van de rechtbank
16/659903-17
Verdachte heeft alle onder dit parketnummer ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 juli 2018;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 2 augustus 2017, genummerd PL0900-2017233465-1, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van [getuige 1] , doorgenummerde pagina 37 en verder;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 3 augustus 2017, genummerd PL0900-2017238476-1, opgemaakt door politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van [slachtoffer 3] , doorgenummerde pagina 71 en verder;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 8 augustus 2017, genummerd PL0900-2017233465-9, opgemaakt door politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van [getuige 2] , doorgenummerde pagina 66 en verder.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht gelet op de voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aangevers heeft bedreigd met een bijltje en daarbij de bedreigende bewoordingen heeft geuit zoals opgenomen in de bewezenverklaring. Verdachte heeft erkend dat hij dit bijltje voorhanden had en aangevers en verschillende getuigen hebben verklaard dat verdachte daarmee heeft gedreigd en bedreigende woorden heeft gebruikt. De rechtbank heeft geen aanleiding om aan deze verklaringen te twijfelen.
Wel zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onderdeel ‘tezamen en in vereniging’, nu
voor dat onderdeel onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 juli 2018;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 1 december 2016, genummerd PL0900-2016371547-1, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van [benadeelde 2] , doorgenummerde pagina 4 en verder;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 27 november 2016, genummerd PL0900-2016367509, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van [benadeelde 2] , doorgenummerde pagina 7 en verder.
Gelet op deze bewijsmiddelen acht de rechtbank deze feiten wettig en overtuigend bewezen.
16/659177-17
Bewijsmiddelen
feit 1, primair en feit 2 primair:
[slachtoffer 5] , geboren op [2008] , is op 14 september 2016 middels een studioverhoor als getuige gehoord. Hij verklaarde dat als hij bij oom [getuige 3] is, hij soms met [slachtoffer 4] en [verdachte] gaat voetballen. Hij verklaarde dat [verdachte] met [slachtoffer 4] naar de bosjes ging en vieze dingen ging doen.[slachtoffer 5] verklaarde dat [verdachte] het de volgende keer weer heeft gedaan.Hij verklaarde dat het bij bosjes bij een voetbalveldje is gebeurd. [verdachte] deed zijn broek omlaag en ging met [slachtoffer 4] de bosjes in en hij ging met zijn pie in haar bil.
[slachtoffer 5] verklaarde dat hij heeft gezien dat [verdachte] [slachtoffer 4] in de bosjes een kus heeft gegeven en zijn tong in haar mond heeft gedaan.[slachtoffer 5] verklaarde ook dat [verdachte] de vagina van [slachtoffer 4] ging likken.[verdachte] zette [slachtoffer 4] achterop een fiets in de garagebox en zij ging meewerken en toen kon hij erbij. [slachtoffer 5] heeft beschreven en doet voor dat hij [slachtoffer 4] met gespreide benen zag zitten.[slachtoffer 5] heeft verklaard dat ze vervolgens in de woning naar binnen gingen en dat zij naar de kamer van [verdachte] gingen. [verdachte] ging toen hetzelfde doen als in de garagebox met [slachtoffer 4] . [slachtoffer 4] moest ook de piemel van [verdachte] in haar mond doen.[slachtoffer 5] heeft verklaard dat [verdachte] tegen haar zei: ‘stop het maar in je mond als een lolly’. Zij waren op dat moment op het bed in de kamer van [verdachte] . De verbalisant heeft beschreven dat [slachtoffer 5] daarbij een beweging naar voren en naar achteren maakt met zijn hoofd.
[slachtoffer 5] heeft vervolgens verklaard dat [verdachte] bij hem één ding heeft gedaan. [verdachte] heeft in de piepie van [slachtoffer 5] geknepen. Dat was in de bosjes en in de box.[verdachte] heeft daarbij gezegd dat hij zeker al stijf moet zijn.Dat knijpen was op zijn blote pie. [slachtoffer 5] verklaarde dat hij het heeft gedaan omdat [verdachte] hem bedreigde en zei doe je broek omlaag, snel, want anders ga ik je slaan.
[slachtoffer 4] , geboren op [2007] , is op 28 september 2016 middels een studioverhoor als getuige gehoord. Zij verklaarde dat zij in Wijk bij Duurstede woont en dat [verdachte] vlak bij hen woont.Zij verklaarde over [verdachte] dat zij niet durft te zeggen wat er is gebeurd en heeft het over verkrachten en dat soort dingetjes. Zij verklaarde dat hij rare dingen bij haar en haar neefje doet en zegt dat zij dat moeten doen en anders ging [verdachte] dreigen. Zij verklaarde dat het in het bos, in de schuur, op zijn kamer in zijn huis en bij haar thuis heeft plaatsgevonden. Zij verklaarde dat [verdachte] haar op haar mond heeft gekust.Verder heeft zij verklaard dat [verdachte] met zijn tolly tegen haar billen aanging.Zij verklaarde dat ze in Suriname de plasser van een jongen een tolly noemen.
De vader van [slachtoffer 4] , [getuige 3] , is onder andere op 5 augustus 2016 gehoord. Hij verklaarde dat [slachtoffer 4] bij de dokter heeft verteld dat [verdachte] met zijn handen bij haar vagina en bij de billen heeft gezeten. Ook heeft zij verteld dat ze met hem in bed heeft gelegen en dat [verdachte] haar heeft gekust. [slachtoffer 4] heeft verklaard dat het rond haar verjaardag was, zij is op 5 februari jarig.
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat uit de hierboven weergegeven verklaringen afdoende volgt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen en aanranding bij twee minderjarigen. Dat de verklaringen – zoals namens verdachte naar voren is gebracht – niet volledig gelijk zijn aan elkaar maakt dit niet anders. Op een aantal opvallende onderdelen zoals onder meer de beschrijving van de locaties waar de tenlastegelegde feiten hebben plaatsgevonden, stemmen de verklaringen wel overeen. De rechtbank heeft ook geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaringen. Uit het dossier blijkt dat zowel de vader van het minderjarige meisje als het minderjarige meisje zelf een nauwe relatie hadden met de moeder van verdachte, en de vader van het minderjarige meisje ook met verdachte zelf. Uit hun verklaringen blijkt dat zij er mede om die reden moeite mee hadden om het verhaal aan de politie te vertellen.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte met zijn penis in de vagina of anus van [slachtoffer 4] is gegaan. Dat blijkt niet direct uit de verklaring van [slachtoffer 4] en evenmin uit ander ondersteunend bewijs nu er bijvoorbeeld geen geneeskundige verklaring van een arts in het dossier zit die (lichamelijke) gevolgen bij [slachtoffer 4] zou hebben geconstateerd.
feit 3:
Verdachte heeft dit feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 juli 2018;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal studioverhoor [slachtoffer 5] van 27 december 2016, proces-verbaalnummer 35, documentcode 2016239702, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van [slachtoffer 5] , doorgenummerde pagina 86 en verder, meer specifiek pagina 104.
Gelet op deze bewijsmiddelen acht de rechtbank dit feit wettig en overtuigend bewezen.
feit 4, primair:
Verdachte heeft dit feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris van 23 februari 2018;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 27 oktober 2016, genummerd PL0900-2016028191-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van [slachtoffer 6] , doorgenummerde pagina 142 en verder;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 20 februari 2017, proces-verbaalnummer 59, documentcode 20170216.1500.2134, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van [getuige 4] , doorgenummerde pagina 196 en verder.
feit 5, primair:
Verdachte heeft dit feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris van 23 februari 2018;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 november 2016, genummerd PL0900-2016087464-9, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van verbalisant [verbalisant 1] , doorgenummerde pagina 222 en verder;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal studioverhoor [slachtoffer 7] van 9 november 2016, proces-verbaalnummer 15, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van [slachtoffer 7] , doorgenummerde pagina 255 en verder.
Bewijsoverweging
Verdachte heeft bij de rechter-commissaris bekend dat hij [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] heeft aangerand. De rechtbank is van oordeel dat gelet op de verklaringen van aangeefsters, van verbalisant [verbalisant 1] en van getuige [getuige 4] wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte [slachtoffer 6] heeft gekust en haar vagina, billen en borsten heeft aangeraakt/betast. Ten aanzien van [slachtoffer 7] is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte haar borsten en billen heeft aangeraakt/betast, zijn penis tegen haar buik heeft gehouden en dat hij haar heeft getongzoend.
feit 6:
Bewijsmiddelen
De moeder van [slachtoffer 1] , [getuige 5] , heeft op 5 december 2016 een verklaring bij de politie afgelegd. Zij heeft verklaard dat toen [slachtoffer 1] een keer in september thuis kwam, zij aan haar gezicht zag dat er wat aan de hand was. [slachtoffer 1] vertelde aan haar moeder dat zij met [verdachte] in de schuur seks heeft gehad en dat dat door [A] is gefilmd en verspreid op Snapchat.Getuige [getuige 5] heeft verder verklaard dat toen zij op dat moment met haar dochter in gesprek ging, [slachtoffer 1] instortte, begon te huilen en niet meer wilde praten. De moeder merkte in de loop van die week aan [slachtoffer 1] dat ze weer meer gespannen werd. [slachtoffer 1] heeft toen aan haar verteld dat het niet helemaal was gegaan zoals ze eerder had verteld. Ze vertelde dat ze was verkracht door haar eigen vriendje. [A] en [verdachte] hadden het erover dat ze seks gingen hebben. Ze hebben haar beiden de box in geduwd. [slachtoffer 1] heeft nog geprobeerd de deur open te krijgen, maar dit lukte niet. [verdachte] zou hebben gezegd dat als ze niet zou doen wat hij zei ze met de hamer te maken zou krijgen. Toen moeder aan [slachtoffer 1] vroeg of het pijn deed, beaamde ze dat.[slachtoffer 1] heeft tegen haar moeder gezegd dat ze nee zei toen ze de box in werd geduwd en dat ze bang was omdat hij zo’n grote jongen is.Moeder verklaarde dat [verdachte] de dwang in die zin bevestigd heeft omdat hij het heeft over stoeien bij het in de box gaan.
[slachtoffer 1] is op 27 december 2016 gehoord bij de politie. Zij heeft verklaard dat zij geen aangifte wil doen maar dat ze het wel aan de politie wil vertellen zodat de politie weet wat hij heeft gedaan omdat het niet goed is, met hem bedoelt ze [verdachte] .Zij verklaarde over de betreffende keer dat [A] , [verdachte] en zij naar het huis van [verdachte] gingen en bij de garageboxen naar binnen gingen. [verdachte] heeft toen tegen haar gezegd dat zij de schuur in moest omdat hij haar daar wilde nemen. [slachtoffer 1] heeft toen gezegd dat zij dat niet wilde. Zij werd toen de schuur in geduwd en zij heeft toen veel moeite gedaan om niet in de schuur te komen.[slachtoffer 1] verklaarde dat zij de schuur niet meer uit kon. [verdachte] zei dat zij haar broek naar beneden moest doen maar dit wilde zij niet. [verdachte] trok haar broek naar beneden en vervolgens trok [slachtoffer 1] haar broek weer omhoog. [slachtoffer 1] verklaarde dat [verdachte] toen tegen haar zei dat zij seks met hem moest hebben want dat hij haar anders zou slaan met een hamer. Omdat zij een hamer in de schuur zag liggen, heeft ze het toen maar gedaan. Hij heeft haar doggystyle genomen. Zij moest hem ook pijpen, maar dit wilde zij niet. Hij heeft toen haar hoofd naar zijn piemel bewogen. Zij verklaarde dat [verdachte] maar bleef pushen dat zij naar binnen moest in de schuur en dat ze naar binnen is geduwd.
Zij moest hem pijpen en heel hard zuigen en daarbij ook aftrekken. Zij heeft gezegd dat zij pijn had en dat zij wilde stoppen.[slachtoffer 1] heeft verklaard dat het iets langer dan 3 maanden geleden is gebeurd, dus ongeveer september/oktober 2016 en bij de woning van [verdachte] .
De politie heeft op 27 september 2016 beelden bekeken die op een Samsung Galaxy A5 telefoon stonden die onder [A] in beslag is genomen.Op de telefoon is onder meer een afbeelding aangetroffen met daarbij de tekst: “waneer [verdachte] [slachtoffer 1] neukt en je moet wachten”.De afbeelding is middels een screenshot in het dossier opgenomen.
De verbalisant beschrijft wat hij op de filmpjes ziet en hoort. Onder meer het volgende heeft verbalisant geschreven bij nummer 2, datum 29 augustus 2016, 20:46 uur: “Ik hoor gekreun en gesteun… een meisjesstem die nadrukkelijk zegt: niet doen!”
Bij nummer 3, datum 29 augustus 2016 beschrijft verbalisant: “Ik hoor gekreun… een jongen die lacherig zegt: hij is niet eens stijf, gedraag je nou. Een meisje zegt au… au, ik heb ook pijn hoor!”
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij ‘doggystyle’ seks heeft gehad in de schuur met [slachtoffer 1] en dat zij hem toen ook heeft gepijpt.
Bewijsoverweging
Verdachte heeft bekend dat hij met [slachtoffer 1] seks heeft gehad in de schuur/garagebox. Hij heeft echter naar voren gebracht dat zij vaker seks met elkaar hebben gehad, dat het er vaker wat hardhandig aan toe ging en dat het hem niet duidelijk was dat het tegen haar wil was. De rechtbank is gelet op de verklaring van aangeefster en gelet op de beschrijving van de door [A] gemaakte filmpjes van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de seks heeft plaatsgevonden tegen de wil van [slachtoffer 1] in en dat verdachte de door haar gegeven verbale en non-verbale signalen van weerstand heeft genegeerd. Uit de beschrijving van die filmpjes blijkt namelijk dat aangeefster heeft aangegeven dat ze pijn had en dat ze verdachte vroeg om te stoppen. Daarnaast verklaart aangeefster dat ze ook haar broek weer omhoog heeft getrokken. Dat verdachte en aangeefster vaker seks met elkaar hebben gehad, maakt niet dat geen sprake zou kunnen zijn van een verkrachting. De setting van het geheel, namelijk dat het heeft plaatsgevonden in een afgesloten garagebox, draagt bij aan deze conclusie.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.