‘-dat hij omstreeks 14:00 uur zag dat [minderjarige] in het ondiepe gedeelte stond
-dat hij zag dat [minderjarige] tot aan zijn kin in het water stond
-dat hij daarna zelf een duik in het diepe nam
-dat deze duik 1 minuut, misschien 2 minuten duurde
-dat hij daarna terug ging naar de plek waar hij [minderjarige] gezien had voor het laatst
-dat hij [minderjarige] toen niet meer zag
-dat hij dacht dat [minderjarige] terug was gegaan naar de handdoek
-dat hij daar [minderjarige] ook niet zag
-dat hij toen verder is gaan zoeken op allerlei plekken
-dat hij ongeveer een half uur gezocht heeft
-dat hij om ongeveer 14:30 uur de eerste melding deed bij de badmeester
-dat hij de badmeester vertelde dat [minderjarige] niet kon zwemmen
-dat de badmeester toen gezegd zou hebben dat hij alleen wat kon betekenen voor
kleine kinderen die niet konden zwemmen en dat hij zelf maar moest gaan zoeken.’
‘Ik vroeg aan [C] wat er gebeurd is. Ik hoorde [C] vertellen dat hij omstreeks 14:00 uur zag dat [minderjarige] in het ondiepe gedeelte stond. Hij ging vervolgens een duik nemen in het diepe. Even later kwam hij terug op de plek waar hij [minderjarige] had achtergelaten. Hij vertelde dat hij [minderjarige] niet meer kon vinden. Hij zag dat zijn kleding en die van [minderjarige] nog lag op de plek waar zij die hadden achtergelaten. Daarop is hij naar de uitkijk toren gelopen en heeft hij daar een lifeguard aangesproken met de mededeling dat hij zijn vriend genaamd [minderjarige] niet meer kon vinden. [C] vertelde dat hij zou hebben doorgeven aan de lifeguard dat hij [minderjarige] voor het laatst in het water had gezien en dat hij heeft doorgegeven dat [minderjarige] geen zwemdiploma heeft. [C] vertelde dat de lifeguard had gezegd dat er alleen voor kleine kinderen omgeroepen wordt. [C] is daarop zelf gaan zoeken.’
‘Op het speeleiland werd ik aangesproken door [C] . Hij deelde mij mee dat hij met zijn vriend [minderjarige] die dag omstreeks 14.00 uur aan het zwemmen was. [minderjarige] kon niet of slecht zwemmen. Hij deelde mij verder mee dat hij even in het diepe gedeelte aan het zwemmen was enkele meters bij [minderjarige] vandaan. Na enkele minuten was hij het water uit gekomen en was hij weer bij [minderjarige] gaan kijken. Hij zag [minderjarige] niet meer. Na een half uur is hij naar een medewerker van Lifeguard gelopen. Hij vertelde de man dat hij zijn vriend kwijt was die slecht kon zwemmen. De medewerker van Lifeguard deelde hem mee dat hij alleen kleine kinderen omroept die niet kunnen zwemmen. Hierna is hij zijn vriend gaan zoeken en omstreeks 16.56 uur is de politie in kennis gesteld.’