ECLI:NL:RBMNE:2018:3474

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 juli 2018
Publicatiedatum
20 juli 2018
Zaaknummer
16/659925-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot inbraak en bedreiging in Lelystad

Op 20 juli 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van (poging tot) inbraak en bedreiging. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 18 augustus 2017, waarbij de verdachte samen met anderen zou hebben geprobeerd in te breken in de woning van de aangever, en daarbij geweld of bedreiging met geweld zou hebben gebruikt. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een terechtzitting op 6 juli 2018, waar de officier van justitie, mr. A.M. Tromp, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.J. Lamers, hun standpunten naar voren brachten. De verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie vrijspraak heeft gevorderd voor de poging tot diefstal met geweld, maar de subsidiaire poging tot woninginbraak wettig en overtuigend bewezen achtte. De verdediging pleitte echter voor algehele vrijspraak, stellende dat de aanwezigheid van de verdachte in de nabijheid van de plaats delict niet voldoende bewijs opleverde voor zijn betrokkenheid. De rechtbank heeft de camerabeelden bekeken en vastgesteld dat de kleding van de verdachte niet overeenkwam met die van de persoon op de beelden, waardoor de verdachte niet als de dader kon worden geïdentificeerd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij het strafbare feit vast te stellen. De benadeelde partij, de aangever, heeft een schadevergoeding gevorderd, maar de rechtbank verklaarde deze niet-ontvankelijk in zijn vordering, nu de verdachte was vrijgesproken. De benadeelde partij kan zijn vordering bij de burgerlijke rechter indienen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/659925-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 juli 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] (Marokko)
wonende te [woonplaats], [adres]

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 juli 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.M. Tromp en van hetgeen mr. M.J. Lamers, advocaat te Utrecht, namens verdachte naar voren heeft gebracht. Verdachte is niet verschenen.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair:
op 18 augustus 2017 in Lelystad gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd samen met anderen door middel van geweld of bedreiging met geweld heeft geprobeerd in te breken in de woning aan de [adres] in [woonplaats] en uit deze woning geld en/of goederen van [aangever] weg te nemen, welk(e) (bedreiging met) geweld bestond uit:
- het forceren van het slot van de woning ;
- het proberen open te breken van de voordeur;
- het bellen en bedreigen van [aangever] en
- het verbreken van het raam van de voordeur ;
subsidiair:
op 18 augustus 2017 in Lelystad gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd samen met anderen heeft geprobeerd in te breken in de woning aan de [adres] in [woonplaats] en uit deze woning geld en/of goederen van [aangever] weg te nemen;
meer subsidiair:
op 18 augustus 2017 in Lelystad samen met anderen [aangever] heeft bedreigd door tegen hem te zeggen: “He swa, beter doe je deur open, of wij pakken het of de politie. We komen zo weer” en/of “Als je niet open doet, maken we je af”;
meest subsidiair:
op 18 augustus 2017 in Lelystad samen met anderen de voordeur van [aangever] heeft vernield.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van de primair ten laste gelegde poging tot diefstal met geweld. Zij acht de subsidiair ten laste gelegde poging tot woninginbraak wettig en overtuigend te bewijzen op grond van de omstandigheid dat verdachte die nacht onder verdachte omstandigheden is aangehouden (bezweet en moe was) in de nabijheid van de plaats delict, past in het signalement van persoon 3 die op de camerabeelden te zien is alsmede op grond van de historische verkeersgegevens waaruit blijkt dat verdachte kort voor het delict telefonisch contact heeft gehad met één van de medeverdachten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft algehele vrijspraak bepleit. Daartoe heeft hij aangevoerd dat de aanwezigheid van verdachte in de nabijheid van het delict niet zonder meer redengevend is en geen blijk geeft van enige betrokkenheid bij het delict. De kleding die verdachte tijdens zijn aanhouding droeg is onvoldoende onderscheidend om hem als één van de personen op de camerabeelden aan te merken. Daar komt bij dat verdachte geen capuchon op en geen handschoenen aan had. Ten aanzien van de telefonische contacten heeft de raadsman opgemerkt dat niet vastgesteld kan worden dat er daadwerkelijk een gesprek tot stand is gekomen, er geen duidelijkheid is over de locatie van de beller of gebelde en een telefonisch contact 45 minuten voor het gepleegde delict nietszeggend is.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde
Op 18 augustus 2017 doet [aangever] aangifte van een poging tot inbraak in zijn woning aan de [adres] in [woonplaats], gepleegd tussen 04:18 uur en 05:18 uur.
Verbalisant [verbalisant] heeft de camerabeelden bekeken die op 18 augustus 2017 zijn genomen vanaf de woning aan de [adres] in [woonplaats]. Hij heeft onder meer gerelateerd dat op bestand 3 van deze beelden om 04:16:20 uur vijf personen in beeld te zien zijn. Hij heeft deze personen afzonderlijk omschreven. Gelet op de omschrijving van persoon 3 op de camerabeelden (witte handschoenen, een donkere trainingsbroek, een donkere jas/vest met capuchon, witte sokken en donkere schoenen met een witte zool die doorloopt tot op de hak) en de kleding die verdachte bij zijn aanhouding droeg, kan de rechtbank niet vaststellen dat verdachte persoon 3 is op de camerabeelden. Ten eerste zijn de stills van de camerabeelden niet duidelijk en kan de rechtbank daarop geen personen herkennen. Ten tweede komt de kleding van persoon 3 niet overeen met de kleding die verdachte droeg tijdens zijn aanhouding, nu verdachte tijdens zijn aanhouding geen donkere jas/vest met capuchon aan had. Witte handschoenen zijn bij hem niet aangetroffen. Ook het telefonische contact op 18 augustus 2017 om 02:03 uur en 02:14 uur tussen de onder [medeverdachte] in beslag genomen telefoon en het telefoonnummer [telefoonnummer] dat tijdens de aanhouding in gebruik was bij verdachte, is geen bewijs dat verdachte betrokken is geweest bij het strafbare feit. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde.

5.DE BENADEELDE PARTIJ

[aangever] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en een bedrag van € 5.660,- gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 4.660,- materiele schade en € 1.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat moeilijk is vast te stellen hoe groot het aandeel van de benadeelde partij is in de ontstane schade en dat het onderzoeken daarvan tot een onevenredige vertraging van het strafproces leidt. De benadeelde partij dient in zijn vordering niet-ontvankelijk verklaard te worden.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair betoogd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn vordering gelet op de bepleite vrijspraak van het ten laste gelegde. Subsidiair heeft hij zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij [aangever] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

6.BESLISSING

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart het primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
benadeelde partij
- verklaart [aangever] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan
worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.M.A. Sinnige, voorzitter, mrs. A.M.M.E. Doekes-Beijnes en P.K. Oosterling-van der Maarel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 juli 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
primair
hij, op of omstreeks 18 augustus 2017, te Lelystad, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in/uit een woning gelegen aan de [adres], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hunner gading onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad het bezit van het gestolen te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- zich naar voornoemde woning heeft/hebben begeven en/of een slot heeft/hebben geforceerd en/of (vervolgens) is/zijn weggegaan en/of (vervolgens) is/zijn teruggekomen om (opnieuw) de voordeur open te breken en/of
- voornoemde [aangever] (meermalen) heeft/hebben gebeld en/of hem (vervolgens) de woorden heeft/hebben gezegd: “He swa, beter doe je deur open, of wij pakken het of de politie. We komen zo weer”, en/of “Als je niet open doet, maken we je af.”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) een raam van de (voor)deur heeft/hebben verbroken.

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair
hij, op of omstreeks 18 augustus 2017, te Lelystad, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in/uit een woning gelegen aan de [adres], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hunner gading onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, zich naar voorgenoemde woning heeft/hebben begeven en/of een slot heeft/hebben geforceerd en/of (vervolgens) is/zijn weggegaan en/of (vervolgens) is/zijn teruggekomen om (opnieuw) de voordeur open te breken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 18 augustus 2017, te Lelystad, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [aangever] heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk voornoemde [aangever] dreigend de woorden toegevoegd: “He swa, beter doe je deur open, of wij pakken het of de politie. Wij komen zo weer.” en/of “Als je niet open doet, maken we je af.”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
meest subsidiair
hij op of omstreeks 18 augustus 2017, te Lelystad, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een (voor)deur, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;