Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Mr. C. Bijl q.q., kantoorhoudend te Harderwijk, in hoedanigheid van curator in het faillissement van [verweerder] ,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 25 juni 2018 uitspraak gedaan in een kort geding over de vernietiging van een ontslag op staande voet. De verzoekster, werkzaam als Manager Operationele Zaken bij een familiebedrijf, werd op 25 september 2017 op staande voet ontslagen door de werkgever, die in financiële problemen verkeerde. De werkgever stelde dat de verzoekster essentiële informatie over de statutair directeur, met wie zij een affectieve relatie had, had achtergehouden. De verzoekster betwistte de rechtsgeldigheid van het ontslag en verzocht de kantonrechter om het ontslag te vernietigen. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet voldoende had aangetoond dat de verzoekster op de hoogte was van de informatie die zij had moeten delen. Het ontslag op staande voet werd vernietigd, terwijl het voorwaardelijke ontslag op 9 oktober 2017 wel rechtsgeldig werd verklaard. De verzoekster werd ook veroordeeld tot betaling van kosten aan de curator van de failliete werkgever, waaronder kosten voor een leaseauto en verkeersboetes. De zaak illustreert de complexiteit van ontslagprocedures in het kader van faillissement en de verantwoordelijkheden van werknemers.