Uitspraak
1.De procedure
- het door de wrakingskamer ontvangen proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 19 december 2017 in de zaak met parketnummer 16/066458-17;
- de schriftelijke reactie van de rechter mr. J.R. Krol.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 26 januari 2018 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Lelystad, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoeker in een strafzaak met parketnummer 16/066458-17. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. J.R. Krol, de behandelend rechter, en werd behandeld in het openbaar op 12 januari 2018. De verzoeker stelde dat de rechter zijn verzoek tot aanhouding van de zaak had afgewezen, terwijl hij pas kort voor de zitting op de hoogte was gesteld van deze zitting, waardoor zijn raadsman niet aanwezig kon zijn. Daarnaast had de verzoeker bezwaren tegen de regels die de rechter had gesteld met betrekking tot het inleveren van zijn telefoon en het niet mogen meenemen van een waterflesje naar de zitting.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de beslissing van de rechter om het aanhoudingsverzoek af te wijzen een procesbeslissing is en dat deze beslissing niet onbegrijpelijk was. De verzoeker had niet tijdig alle gronden voor zijn wrakingsverzoek aangevoerd, waardoor sommige van zijn argumenten niet in behandeling konden worden genomen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter objectief gerechtvaardigd maakten.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en bepaald dat een volgend wrakingsverzoek in dezelfde strafzaak niet in behandeling zal worden genomen, om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.