Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juni 2018 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
[derde-partij], te [woonplaats] .
Procesverloop
Overwegingen
25 oktober 2017.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een WIA-uitkering aan een (ex-)werknemer. De (ex-)werknemer was werkzaam als coördinerend cluster controller en had zich op 29 september 2014 ziek gemeld. De rechtbank beoordeelt de besluiten van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de arbeidsongeschiktheid van de (ex-)werknemer, die door het UWV op 16 oktober 2016 voor 100% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres, de werkgever, heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het UWV, waarbij de bezwaren ongegrond zijn verklaard.
De rechtbank stelt vast dat de (ex-)werknemer in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 25 oktober 2017 is beoordeeld op zijn belastbaarheid. Eiseres betwist dat de belastbaarheid achteraf mag worden verhoogd en stelt dat de bandbreedte van de urenbeperking niet correct is vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een ontoelaatbare relativering van de urenbeperking en dat de FML voldoende duidelijkheid biedt over de bandbreedte van de uren die de (ex-)werknemer kan werken.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat de volledige arbeidsongeschiktheid van de (ex-)werknemer niet duurzaam is en dat er geen recht op een IVA-uitkering bestaat. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.