Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker], ter griffie ingekomen op 11 april 2018;
- het verweerschrift van ALSO van 15 mei 2018;
- de pleitnota van [verzoeker];
- de pleitnota van ALSO.
2.Feiten
Beëindiging
3.Verzoek en verweer
4.Beoordeling
“het feit dat de werknemer zijn functieniet langer wenstuit te oefenen op basis vanzodanige gewijzigde omstandigheden, dat van de Werknemerin redelijkheidniet kan worden gevergd zijn functie nog langer uit te oefenen,zoalshet geval zou kunnen zijn bij fusie, overname, reorganisatie of fundamentele wijzigingen van het te voeren beleid of de inhoud van de functie, (…)”(onderstrepingen kantonrechter). De in het artikel genoemde toets van redelijkheid is bovendien niet dezelfde als de redelijkheid en billijkheid van artikel 6:258 BW. De drempel ligt veel lager in dit geval. Mede door het feit dat in artikel 6.4 gevallen worden genoemd die zodanige omstandigheden creëren dat van de werknemer in redelijkheid niet gevraagd kan worden zijn functie nog langer voort te zetten.