ECLI:NL:RBMNE:2018:3071
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- P.J. Elferink
- Rechtspraak.nl
Verzoek om toestemming voor vakantie en wijziging voorlopige zorgregeling in echtscheidingszaak
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 29 juni 2018 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen de moeder en de vader van twee minderjarige kinderen. De moeder heeft de rechtbank verzocht om toestemming te geven voor een vakantie van haar dochter [voornaam van minderjarig 1] met de buren naar Spanje van 20 juli tot en met 12 augustus 2018. Daarnaast heeft zij verzocht om een wijziging van de voorlopige zorgregeling die op 1 september 2017 was vastgesteld. De vader heeft hiertegen verweer gevoerd en zelf toestemming gevraagd voor een vakantie met de kinderen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders in een conflict zijn verwikkeld over de zorg voor hun kinderen en dat dit leidt tot onrust in het leven van de kinderen. De kinderrechter heeft de verzoeken van beide ouders beoordeeld en heeft besloten dat [voornaam van minderjarig 1] met de buren op vakantie mag gaan, omdat dit in het belang van het kind is. De kinderrechter heeft ook een regeling getroffen voor de zorgverdeling tijdens de zomervakantie, waarbij de kinderen de eerste anderhalve week bij de vader verblijven en de laatste week bij de moeder.
Verder heeft de rechtbank de verzoeken van de ouders om de voorlopige zorgregeling te wijzigen en om een bijzondere curator te benoemen afgewezen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders samen blijven werken aan de zorg voor hun kinderen, ook na de scheiding. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de regeling direct van kracht is, ondanks eventuele hoger beroep mogelijkheden.