Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 april 2017
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte houdende wijziging van eis in conventie, met producties, van [eiseres sub 1] c.s.
- het proces-verbaal van comparitie van 18 juli 2017 en de daarbij door elk van partijen overgelegde spreekaantekeningen
- de brief van 28 juli 2017 van [gedaagde sub 1] c.s. omtrent dat proces-verbaal
- de brief van 31 juli van [eiseres sub 1] c.s. omtrent dat proces-verbaal.
2.De feiten
- Total financial package of € 4.000.000
- 100% shares of [bedrijfsnaam 1] € 1.500.000
- Each shareholder will have a 3 year agreement with [bedrijfsnaam 2] :
€ 66.500 per year fixed
€ 300.000 over 3 year period variable based on achievement of targets business unit. Variable is not maximized.’
Decision: (…) Assuming services agreement are same as management agreements nothing new to shareholders. They will most likely be tailored to the specific shareholders to some extend as f.e. with [voornaam van A(-s)] 80%.’
‘Uitgangspunt bij de onderlinge afspraken was steeds de gelijke beloning van aandeelhouders.’en
‘Voorstel: Communiceren principe gelijke beloning naar [bedrijfsnaam 2] toe’.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
- Primair: onrechtmatig handelen van [gedaagde sub 1] c.s. jegens [eiseres sub 1] c.s., zowel individueel als in groepsverband. Daarbij is sprake van onrechtmatig profiteren van wanprestatie en van identiteitsverschil, alsook van vereenzelviging en van schending van een mededelingsplicht als bedoeld in artikel 7:418 BW;
- Subsidiair: wanprestatie, omdat [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2] hebben gehandeld in strijd met de artikelen 14 en 18 van de SPA (zie 2.6) door heimelijk hun rechten uit de SPA over te dragen aan [gedaagde sub 1] . Ook hebben zij nagelaten te voldoen aan de opdracht van hun mede-aandeelhouders in [bedrijfsnaam 1] om een zo hoog mogelijke verkoopprijs voor de aandelen te verkrijgen;
- Meer subsidiair: schending van de artikelen 7:427 jo 7:417 en 7:418 BW, omdat [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2] twee heren hebben gediend zonder dat [eiseres sub 1] c.s. daarvan wist;
- Meest subsidiair: ongerechtvaardigde verrijking.
5.De beslissing
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding zal brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden februari 2018 tot en met mei 2018 direct zal opgeven, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald, welke verhoren zullen plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Utrecht aan Vrouwe Justitiaplein 1,