ECLI:NL:RBMNE:2018:2926

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 juni 2018
Publicatiedatum
28 juni 2018
Zaaknummer
16/660099-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 75-jarige man voor seksuele handelingen in de nabijheid van jonge kinderen

Op 29 juni 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een 75-jarige man uit Amersfoort veroordeeld voor het vertonen van ongepast gedrag in de nabijheid van jonge kinderen. De man heeft tussen maart en september 2017 vier keer kinderen benaderd vanuit zijn auto, waarbij hij zijn ontblote geslachtsdeel aan hen toonde en zich in hun aanwezigheid aftrok. Dit gedrag heeft geleid tot gevoelens van onveiligheid en onrust bij de ouders en de omgeving van de slachtoffers. Ondanks de overweldigende bewijzen ontkent de man zijn daden. De rechtbank oordeelt dat zijn gedrag bijzonder zorgelijk is en legt een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 100 uur. De rechtbank overweegt dat de ernst van de feiten en het aantal slachtoffers een hogere straf rechtvaardigen dan de door de officier van justitie geëiste 50 uur taakstraf. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor zedendelicten, maar deze zijn te lang geleden om strafverzwarend te zijn. De rechtbank benadrukt dat het gedrag van de verdachte schadelijke gevolgen kan hebben voor de slachtoffers en dat er geen indicaties zijn van een psychiatrische stoornis die zijn gedrag zou kunnen verklaren. De zaak is behandeld op tegenspraak, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de vordering van een benadeelde partij, die materiële schade heeft geleden, toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/660099-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 29 juni 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1943 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 juni 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.M.C.V. Fellinger en van hetgeen verdachte en mr. S.J. Daniels, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: op 3 maart 2017 te Woudenberg [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] 2006) en [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum] 2008) ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen;
Feit 2: op 4 maart 2017 te Amersfoort [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] 2011) en [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum] 2010) ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen;
Feit 3: op 28 augustus 2017 te Maarn [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum] 2010), [slachtoffer 6] (geboren op [geboortedatum] 2010) en [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum] 2010) ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen;
Feit 4: op 12 september 2017 te Amersfoort [slachtoffer 8] (geboren op [geboortedatum] 2010) ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak feit 1
Gelet op de verklaring van [slachtoffer 2] kan de rechtbank niet tot de vaststelling komen dat zij zelf getuige is geweest van seksuele handelingen van verdachte. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van de onder 1 ten laste gelegde gedragingen die betrekking hebben op [slachtoffer 2] .
Ten aanzien van feit 1, 2, 3 en 4
Bewijsmiddelen [1] [2] [3]
[aangever 1] heeft aangifte gedaan namens haar dochter [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), geboren op [geboortedatum] 2006. Zij heeft verklaard dat [slachtoffer 1] op 3 maart 2017 in [woonplaats] is lastig gevallen door een man. [4] [slachtoffer 1] vertelde dat de man, terwijl hij aan zijn piemel trok, zei tegen haar en haar vriendinnetje: 'Lekker he?’. [5]
Op 22 maart 2017 is [slachtoffer 1] gehoord in een kindvriendelijke verhoorstudio. Zij heeft het volgende verklaard.
[slachtoffer 2] en ik waren aan het spelen. Toen kwam er een lichtblauwe auto en die stopte precies voor ons en hij deed zijn raam open en toen kneep hij in zijn piemel en toen zei hij: ‘Lekker he’. Ik weet dat de man wat ouder was, net zoals [A] . Ik denk dat [A] 70 is. [6]
Op 14 maart 2017 is [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4] ), geboren op [geboortedatum] 2010, gehoord in een verhoorstudio. Dit verhoor vond plaats naar aanleiding van een incident op 4 maart 2017 op de [adres] te [woonplaats], waarvan [aangever 2] aangifte heeft gedaan. [7] [slachtoffer 4] heeft het volgende verklaard.
Wij zagen een grijze auto en daar zat een meneer in die zijn piemel liet zien. Hij zei: ‘stop’. Toen bleven wij even staan. [8] Het raam was helemaal open. Ik zag toen de piemel van die meneer. Het is de vader van [B] . [B] is een kindje in onze klas. Ik herkende hem meteen. Hij had heel grijs haar en een gerimpeld gezicht. [9]
Ook [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ), geboren op [geboortedatum] 2011, is op 14 maart 2017 gehoord in een verhoorstudio over dit incident van 4 maart 2017. [slachtoffer 3] heeft het volgende verklaard.
Het is raar dat die meneer zijn piemel liet zien. Die meneer hield ons echt tegen en het was een grijze auto. Die meneer zei: "kijk eens, vind je dit mooi’? Hij liet zijn piemel zien. [10] Hij zei ook echt twee keer: "Stop". Die meneer had grijs haar. [11]
[getuige 1] heeft verklaard dat zij op 4 maart 2017 vanuit haar woning op de [adres] te [woonplaats] een grijze stationcar aan zag komen rijden en dat twee meisjes stopten bij de auto. Zij zag dat de persoon die de auto bestuurde contact had met beide meisjes. Zij zag de meisjes daarna een beetje beduusd weglopen. De auto had een middenkleur grijs. [12]
[aangever 3] , [aangever 4] en [aangever 5] hebben allen aangifte gedaan van een incident op 28 augustus 2017 op de [adres] te [woonplaats] namens [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5] ), [slachtoffer 6] (hierna: [slachtoffer 6] ) en [slachtoffer 7] (hierna [slachtoffer 7] ). [13]
[slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum] 2010, is gehoord in een studioverhoor over dit incident van 28 augustus 2017. [slachtoffer 5] heeft het volgende verklaard.
Wij stonden langs de weg en een meneer liet zijn piemel zien. [14] Hij zei drie keer ‘kom eens kijken’ en toen liet hij zijn piemel zien. Hij vroeg aan mij of ik er ook een had en of die groot was. Hij reed in een grijze Ford. Hij had grijs haar. Hij had een staartje. En hij was iets van 60 of 70. [15] Ik weet niet of de auto grijs of blauw was, maar ik denk grijs. [16]
[slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] 2010, is gehoord in een studioverhoor over dit incident van 28 augustus 2017. [slachtoffer 6] heeft het volgende verklaard.
Er stopte een auto langs de weg en toen zei hij "Kom eens" en toen liet hij zijn piemel zien. [17] Het was een licht blauwe Ford. Hij had zijn piemel vast met zijn hand en bewoog de piemel. [18] Hij had het raam open. [19]
[slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum] 2010, is gehoord in een studioverhoor over het incident van 28 augustus 2017. [slachtoffer 7] heeft het volgende verklaard.
Ik was met [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] aan het spelen en toen stopte er een auto voor ons. [20] De man zei: ‘he, kom eens’ en toen liet hij zijn piemel zien. Hij had zijn raam open. [21] Die meneer was heel erg oud en rimpelig. Hij zat met zijn piemel te spelen. Met zijn handen. [22]
Het feit is op 28 augustus 2017 tussen 16.00 uur en 16.30 uur gepleegd op de [adres] te [woonplaats]. Uit historische gegevens blijkt dat de telefoon van verdachte op 28 augustus 2017 om 16.32 uur is gebruikt. De telefoon straalde op dat moment een telefoonmast op de [adres] te [woonplaats] aan. Tussen de [adres] en de [adres] zit hemelsbreed ongeveer 250 meter. [23]
Tot slot heeft [aangever 6] aangifte gedaan namens [slachtoffer 8] (hierna: [slachtoffer 8] ) van een incident op 12 september 2017 te [woonplaats]. [24] Op 16 september 2017 is [slachtoffer 8] hierover gehoord in een studioverhoor. [25] [slachtoffer 8] heeft het volgende verklaard.
Ik zat op de stoep te verkopen en toen kwam die meneer en kocht een vlindertje van mij voor 5 cent en hij gaf 10 ervoor en intussen zat hij met zijn plasser te spelen. [26] Hij zat eerst met zijn plasser te spelen, toen gaf hij dat geld aan mij, toen deed hij zijn plasser weer effe in zijn broek en toen hij dat geld aan mij had gegeven, haalde hij hem er weer uit. Hij bleef in zijn auto zitten. Hij had de deur open. [27] Hij haalde zijn plasser eruit en ging er aan trekken. [28] Hij had grijs haar en een paardenstaart. [29] Hij had een iets rimpeliger gezicht en hij zag er ook iets ouder uit. [30]
De buurman van [slachtoffer 8] , [getuige 2] , heeft verklaard dat hij op 12 september 2017 te [woonplaats] zijn buurmeisje spullen zag verkopen en dat er een auto bij het kleedje stond. De bestuurder van deze auto was in gesprek met het buurmeisje. [31] Deze man was ongeveer 67 jaar oud en had grijskleurig haar met een opvallend staartje. De man zat in een lichtblauwe Ford Focus die vermoedelijk geïmporteerd was. De cijfercombinatie van het kenteken begon met twee keer het cijfer ‘ [cijfer] ’. [32]
Naar aanleiding van het incident van 12 september 2017 heeft de politie een verzoek gedaan bij Real-Time Intelligence. Dit was op basis van het door [slachtoffer 8] genoemde signalement, in combinatie met de beschrijving van de auto. Hierop werd een persoon gevonden die aan het signalement voldeed. Dit betrof [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1943 (hierna: verdachte). Verdachte heeft een blauwkleurige Ford Focus op zijn naam, met kenteken [kenteken] . Daarnaast volgt uit een mutatie uit juni 2017 dat verdachte grijs haar heeft met een opvallend staartje aan de achterzijde. [33]
Verdachte woont in [woonplaats] . Hij heeft verklaard dat hij een zoon heeft die [B] heet. Hij deelt kranten uit aan krantenbezorgers in [woonplaats] en [woonplaats]. [34] Verdachte heeft verklaard een Ford Focus te hebben met het kenteken [kenteken] . Deze auto is lichtblauw wanneer deze niet smerig is. Verdachte heeft de auto ingevoerd vanuit België. [35]
Bewijsoverweging
Uit de bewijsmiddelen volgt ten aanzien van alle feiten eenzelfde handelwijze. Verdachte rijdt met zijn auto telkens richting jonge slachtoffers. Terwijl en nadat verdachte vervolgens contact heeft gelegd met de slachtoffers, toont hij zijn ontblote penis aan deze kinderen. De meeste kinderen verklaren daarbij dat hij zich aftrok. Hiermee beweegt verdachte de slachtoffers ertoe getuige te zijn van seksuele handelingen. Daarnaast komen in de bewijsmiddelen veelal dezelfde kenmerkende omschrijvingen naar voren die wijzen richting verdachte. Zo spreken de kinderen en een getuige over een oudere man met grijs haar en een (paarden)staart. Ook wordt de auto waarin verdachte rijdt meermaals herkend als een Ford (Focus) met een blauw(grijze) kleur. Daarnaast herkent één van de slachtoffers verdachte als de vader van [B] , een klasgenootje van haar. Tot slot hebben de feiten allemaal plaatsgevonden in het woon- en werkgebied van verdachte.
Conclusie
Gelet op de bewijsmiddelen en de voorgaande bewijsoverweging in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat het telkens verdachte is geweest die in het bijzijn van de kinderen seksuele handelingen verrichtte. De rechtbank acht dan ook de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1
op 3 maart 2017 te Woudenberg een persoon van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] 2006), met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, immers is/heeft hij, verdachte,
- met zijn auto in de richting van die [slachtoffer 1] gereden, en
- in de nabijheid van die [slachtoffer 1] met zijn auto met geopend raam tot stilstand gekomen, en
- vervolgens zijn ontbloot geslachtsdeel getoond aan die [slachtoffer 1] , en
- zich vervolgens in de directe nabijheid van die [slachtoffer 1] afgetrokken en zijn ontblote geslachtsdeel vastgepakt en in zijn hand gehouden en aan haar getoond en (daarbij) gezegd: 'lekker he';
Ten aanzien van feit 2
op 4 maart 2017 te Amersfoort personen van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet hadden bereikt, te weten [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] 2011) en [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum] 2010), met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van
seksuele handelingen, immers is/heeft hij, verdachte,
- met zijn auto in de richting van die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] gereden, en
- in de nabijheid van die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] met zijn auto met geopend raam tot stilstand gekomen, en
- naar die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] geroepen: 'stop’ en 'vind je dit mooi?', en
- vervolgens zijn ontbloot geslachtsdeel getoond aan die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ;
Ten aanzien van feit 3
op 28 augustus 2017 te Maarn personen van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet hadden bereikt, te weten [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum] 2010) en [slachtoffer 6] (geboren op [geboortedatum] 2010) en [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum] 2010) met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, immers is/heeft hij, verdachte,
- met zijn auto in de richting van die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 6] gereden, en
- in de nabijheid van die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 6] met zijn auto
met geopend raam tot stilstand gekomen, en
- naar die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 6] geroepen: 'kom eens kijken', en
- vervolgens zijn ontbloot geslachtsdeel getoond aan die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 6] , en
- zich vervolgens in de directe nabijheid van die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 6] afgetrokken en zijn ontblote geslachtsdeel vastgepakt en in zijn hand gehouden en aan hen getoond en daarbij aan voornoemde [slachtoffer 5] gevraagd: "heb jij ook een piemel? Hoe groot is die?";
Ten aanzien van feit 4
op 12 september 2017 te Amersfoort een persoon van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 8] (geboren op [geboortedatum] 2010), met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, immers is/heeft hij, verdachte,
- met zijn auto in de richting van die [slachtoffer 8] gereden, en
- in de nabijheid van die [slachtoffer 8] met zijn auto tot stilstand gekomen, en
- vervolgens zijn ontbloot geslachtsdeel getoond aan die [slachtoffer 8] , en
- zich vervolgens in de directe nabijheid van die [slachtoffer 8] afgetrokken en zijn ontblote geslachtsdeel vastgepakt en in zijn hand gehouden en aan haar getoond.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 1 en feit 4:
telkens: een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen;
Ten aanzien van feit 2 en feit 3:
telkens: een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 3 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren;
- een taakstraf van 50 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 25 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de strafoplegging gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich meermaals schuldig gemaakt aan het corrumperen van minderjarigen. De slachtoffers hadden op dat moment leeftijden tussen de 6 en 10 jaar oud. Hiermee heeft verdachte bewust jonge, kwetsbare kinderen blootgesteld aan en geconfronteerd met ongepaste seksualiteit. Dergelijke ervaringen kunnen ongewenste en schadelijke gevolgen hebben voor de slachtoffers. Ook veroorzaakt het handelen van verdachte een gevoel van onveiligheid en onrust bij de ouders en in de omgeving van de slachtoffers.
De rechtbank heeft gekeken naar een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 30 april 2018. Hieruit volgt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een zedendelict. Dit is zodanig lang geleden dat de rechtbank hier geen rekening mee houdt in strafverzwarende zin.
Door psycholoog N. van der Weegen is op 4 december 2017 een Pro Justitia rapport opgemaakt betreffende verdachte. Zij omschrijft dat verdachte geneigd is de verantwoordelijkheid voor (het ontstaan van) problemen buiten zichzelf te leggen en zijn eigen aandeel in het ontstaan of voortbestaan van de problemen te ontkennen. Dit lijkt echter niet in die mate te gebeuren dat sprake is van een stoornis. Bij verdachte lijkt op grond van onderhavig, beperkt gebleven onderzoek geen sprake van een psychiatrische stoornis of een persoonlijkheidsstoornis te zijn. De psycholoog adviseert derhalve verdachte het ten laste gelegde volledig toe te rekenen.
Daarnaast is door reclasseringswerker [reclasseringswerker] van Reclassering Nederland op 20 december 2017 een reclasseringsadvies betreffende verdachte opgemaakt. De reclassering acht het feit dat verdachte langere tijd geleden is veroordeeld voor incest in combinatie met de feiten waar hij nu van wordt verdacht zorgwekkend, vooral omdat verdachte niet alleen de feiten, maar ook hun zorgen bagatelliseert. Verdachte is enkele jaren geleden voor een vergelijkbaar feit vrijgesproken. De reclassering is van mening dat hij ervan op de hoogte had kunnen zijn dat zijn gedrag hem in de problemen had kunnen brengen met anderen en met justitie. Omdat de heer [verdachte] de feiten waar hij van wordt verdacht stellig ontkent en geen noodzaak ziet tot gedragsverandering en omdat de rapporterend psycholoog niet komt tot het vaststellen van een stoornis en geen behandelmogelijkheden ziet, ziet de reclassering desondanks geen mogelijkheden om interventies voor te stellen.
De rechtbank acht het gedrag van verdachte – ondanks het achterwege blijven van het vaststellen van een stoornis en interventieadvies in de gedragskundige rapportage – bijzonder zorgelijk. Het feit dat verdachte in alle toonaarden ontkent de bewezenverklaarde feiten te hebben gepleegd, draagt hieraan bij. De rechtbank acht mede hierdoor een voorwaardelijke gevangenisstraf met een lange proeftijd geboden. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat een langere taakstraf dan geëist door de officier van justitie passend is, gelet op de ernst van de feiten en de hoeveelheid jonge slachtoffers die verdachte heeft gemaakt.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 6] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 90,16, bestaande uit materiële schade ten gevolge van het aan verdachte onder 3 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het gehele bedrag toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de vordering van de benadeelde partij niet betwist.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 3 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 90,16 en zal de vordering – nu deze niet is betwist door de verdediging – tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 28 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 6] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 90,16 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 28 september 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 1 dag hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57 en 248d van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 3 maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij
een proeftijd van 3 (drie) jarenvast;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 100 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer 6] toe tot een bedrag van € 90,16;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2017 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 6] aan de Staat € 90,16 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, voorzitter, mrs. V. van Dam en M.E. Falkmann, rechters, in tegenwoordigheid van A.W. van Wijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 juni 2018.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 3 maart 2017 te Woudenberg, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, (een) perso(o)n(en) van wie hij wist of redelijkerwijs
moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt,
te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] 2006) en/of [slachtoffer 2] (geboren
op [geboortedatum] 2008), met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te
zijn van seksuele handelingen, immers is/heeft hij, verdachte,
- met zijn auto in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gereden en/of
- in de nabijheid van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] met zijn auto (met geopend
raam) tot stilstand gekomen en/of
- ( vervolgens) zijn ontbloot geslachtsdeel getoond aan die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] , althans zich in de nabijheid van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] bevonden
met ontbloot geslachtsdeel en/of
- zich (vervolgens) in het bijzijn en/of in de directe nabijheid van die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] af te trekken en/of zijn (stijve) ontblote geslachtsdeel
vast te pakken en/of (dit) in zijn hand te houden en/of (dit) aan haar/hen
te tonen en/of (daarbij) te zeggen: 'lekker he', althans woorden van gelijke
aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 4 maart 2017 te Amersfoort, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, (een) perso(o)n(en) van wie hij wist of redelijkerwijs
moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt,
te weten [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] 2011) en/of [slachtoffer 4] (geboren
op [geboortedatum] 2010), met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van
seksuele handelingen, immers is/heeft hij, verdachte,
- met zijn auto in de richting van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gereden en/of
- in de nabijheid van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met zijn auto (met geopend raam)
tot stilstand gekomen en/of
- naar die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] geroepen: 'stop eens, kom maar hierheen' en/of
'kom eens kijken' en/of 'vind je dit mooi?', althans woorden van gelijke
aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) (nadat hij naar zijn ontbloot geslachtsdeel heeft gewezen) zijn
ontbloot geslachtsdeel getoond aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , althans zich in de
nabijheid van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] bevonden met ontbloot geslachtsdeel;
3.
hij op of omstreeks 28 augustus 2017 te Maarn, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, (een) perso(o)n(en) van wie hij wist of redelijkerwijs
moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt,
te weten [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum] 2010) en/of [slachtoffer 6]
(geboren op [geboortedatum] 2010) en/of [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum] 2010)
met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele
handelingen, immers is/heeft hij, verdachte,
- met zijn auto in de richting van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 6]
gereden en/of
- in de nabijheid van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 6] met zijn auto
(met geopend raam) tot stilstand gekomen en/of
- naar die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 6] geroepen: 'kom eens kijken',
althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) zijn ontbloot geslachtsdeel getoond aan die [slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 6] , althans zich in de nabijheid van die [slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 6] bevonden met ontbloot geslachtsdeel en/of
- zich (vervolgens) in het bijzijn en/of in de directe nabijheid van die
[slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 6] af te trekken en/of zijn (stijve)
ontblote geslachtsdeel vast te pakken en/of (dit) in zijn hand te houden
en/of (dit) aan hem/haar/hen te tonen en/of (daarbij) aan voornoemde
[slachtoffer 5] vroeg: "heb jij ook een piemel? Hoe groot is die?", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking;
4.
hij op of omstreeks 12 september 2017 te Amersfoort, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, een persoon van wie hij wist of redelijkerwijs
moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt,
te weten [slachtoffer 8] (geboren op [geboortedatum] 2010), met ontuchtig oogmerk ertoe
heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, immers is/heeft hij,
verdachte,
- met zijn auto in de richting van die [slachtoffer 8] gereden en/of
- in de nabijheid van die [slachtoffer 8] met zijn auto (met geopend raam)
tot stilstand gekomen en/of
- ( vervolgens) zijn ontbloot geslachtsdeel getoond aan die [slachtoffer 8] , althans
zich in de nabijheid van die [slachtoffer 8] bevonden met ontbloot geslachtsdeel
en/of
- zich (vervolgens) in het bijzijn en/of in de directe nabijheid van die [slachtoffer 8]
af te trekken en/of zijn (stijve) ontblote geslachtsdeel vast te
pakken en/of (dit) in zijn hand te houden en/of (dit) aan haar te tonen.

Voetnoten

1.De processen-verbaal waar in de voetnoten naar wordt verwezen zijn in de wettelijke vorm en op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar paginanummers van de bijlagen bij de processen-verbaal van 5 en 26 oktober 2017, onderzoeksnummer MDRBC17153, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 167.
3.De hierna weergeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
4.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 10 maart 2017, pagina 137.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 10 maart 2017, pagina 138.
6.Het proces-verbaal van bevindingen van 22 maart 2017, pagina 141.
7.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 4 maart 2017, pagina 12 van het proces-verbaal nr. PL0900-2017066926.
8.Het proces-verbaal van bevindingen van 27 maart 2017, pagina 16 van het proces-verbaal nr. PL0900-2017066926.
9.Het proces-verbaal van bevindingen van 27 maart 2017, pagina 17 van het proces-verbaal nr. PL0900-2017066926.
10.Het proces-verbaal van bevindingen van 27 maart 2017, pagina 19 van het proces-verbaal nr. PL0900-2017066926.
11.Het proces-verbaal van bevindingen van 27 maart 2017, pagina 20 van het proces-verbaal nr. PL0900-2017066926.
12.Het proces-verbaal van bevindingen van 22 maart 2017, pagina 21 van het proces-verbaal nr. PL0900-2017066926.
13.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 27 september 2017, pagina 96, het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] van 22 september 2017, pagina 112 en het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] van 23 september 2017, pagina 125.
14.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2017, pagina 104.
15.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2017, pagina 105.
16.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2017, pagina 107.
17.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2017, pagina 119.
18.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2017, pagina 120.
19.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2017, pagina 121.
20.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2017, pagina 129.
21.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2017, pagina 130.
22.Het proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2017, pagina 131.
23.Het proces-verbaal van bevindingen van historische gegevens van 4 oktober 2017, pagina 164.
24.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] van 14 september 2017, pagina 62 en 63.
25.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2017, pagina 72.
26.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2017, pagina 73.
27.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2017, pagina 74.
28.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2017, pagina 75.
29.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2017, pagina 78.
30.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2017, pagina 79.
31.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 12 september 2017, pagina 85.
32.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 12 september 2017, pagina 86.
33.Het proces-verbaal van bevindingen van 12 september 2017, pagina 6.
34.Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 4 maart 2017, pagina 31 van het proces-verbaal nr. PL0900-2017066926.
35.Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 4 maart 2017, pagina 32 van het proces-verbaal nr. PL0900-2017066926.