Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
[verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
gemachtigde mr. M.H. van Daal,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
verschenen in persoon.
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties van [verzoekster] , ontvangen op 20 februari 2018;
- het verweerschrift met producties van [verweerder] ontvangen op 30 april 2018;
- de brief met producties van [verweerder] ontvangen op 1 mei 2018;
- de aanvullende productie van [verzoekster] ontvangen op 1 mei 2018;
- de aanvullende producties van [verzoekster] ontvangen op 4 mei 2018.
2.De feiten
Eventuele eerdere arbeidsovereenkomsten tussen partijen zijn door ondertekening van deze overeenkomst vervallen.
Momenteel heb je een contract voor 60 uren per maand. Het blijkt echter dat je deze uren niet maakt, mede omdat je aangegeven hebt niet meer de nacht van zondag op maandag te willen werken.
Ondanks meerdere gesprekken en meerdere brieven in de afgelopen jaren lukt het je niet om op tijd te komen en ben je bij het weigerachtige af om je werk in de nacht op maandag uit te voeren. Ook laat je collegialiteit in de samenwerking naar de andere medewerkers te wensen over, en frustreert dit in de uitvoerende werkzaamheden in de hal.
Ook werd mij in deze brief verteld dat ik per 20 november i.p.v. wegen met de heftruck, bij de sorteermachine geplaatst zou worden en op vrijdag voor alle voorkomende werkzaamheden ingezet zou worden. Dit vind ik dan ook zeer onredelijk, dat ik toch graag de werkzaamheden mag verrichten die ik normaal gesproken uitvoer.
Het is juist dat je op tijd hebt in geklokt, echter tussen in klokken en daadwerkelijk met je werk starten door in het rookhok of in de kantine te blijven zitten, zit het punt van niet op tijd zijn en waar ik jou als werkgever op aanspreek.
Het is inderdaad zo dat ik altijd op tijd heb ingeklokt en zo gauw er vis klaar stond, gelijk met de weeg werkzaamheden ben begonnen. Alleen is het feit dat mijn collega’s en ik altijd even moeten wachten met de heftruck voordat er vis klaar staat die wij kunnen wegen.
Na een aantal gesprekken en brieven lukt het u schijnbaar niet om de boodschap te begrijpen en tot u te nemen, maar zoekt u van alles hier achter en laat niet na om zaken te verdraaien.
en mij gemeld dat ik andere werkzaamheden moet gaan doen, dan waarvoor ik ben aangenomen. Ik heb dat maandag jl. ook wel gedaan maar er bij gezegd dat ik het onder protest deed.
Wederom met stijgende verbazing heb ik je brief van 18 januari gelezen, en kan mij niet aan de indruk onttrekken dat jij alleen maar lezen wilt wat je wilt lezen en alleen maar horen wilt wat je wilt horen. In je arbeidsovereenkomst staat duidelijk dat je voor alle halwerkzaamheden ingezet kunt worden. Ook staat er: “Partijen komen nadrukkelijk overeen dat werknemer in voorkomende gevallen ook voor alle andere werkzaamheden bij werkgever kon worden ingezet.”. Dit betekent dat alle werkzaamheden die in de hal plaatsvinden jij op ingezet kunt worden. Als werkgever hoef ik jou dus niet aan te tonen dat je ander werk moet doen maar kan ik, zoals dit is overeengekomen, je hierop inzetten. Bovendien is het zo dat de opdracht om sorteerwerkzaamheden te gaan doen ook redelijk
Morgen 8.30 beginnen. Sorteren op de vloer.”
Hoi [voornaam van B] .,ik heb morgen een afspraak in sneek,die kan ik niet afzeggen.dus kan ik dan vrij krijgen?omdat het biddagweek is had ik niet op een oproep gerekend.”
Je werkt op vrijdag en maandag vast in de afslag, dan weet je dat je werken moet. En dan een avond van tevoren afmelden ga ik niet mee akkoord. Ik reken dus gewoon op je.”
Ha [voornaam van B] , [voornaam van verweerder] kan niet komen want hij ligt ziek in bed.”
Naar aanleiding van de ziekmelding van uw medewerker [verweerder] heb ik uw medewerker telefonisch gesproken op vrijdag 16 februari 2018.
Ik moet zeggen dat, daar waar ik toch een vriendelijke brief heb geschreven (brief van 18 januari) en redelijke vragen heb gesteld, de toonzetting van uw brief toch wel beneden de maat is.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling). De door [verzoekster] aangevoerde gronden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst: ernstige verwijtbaarheid (e-grond), verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) en andere omstandigheden (h-grond) moeten ieder afzonderlijk worden beoordeeld. Daarbij geldt dat verschillende gronden die elk op zichzelf onvoldoende zijn voor ontbinding in het stelsel van de wet niet bij elkaar kunnen worden opgeteld om de ontbinding van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen. Van de door [verzoekster] aangevoerde gronden moet ten minste één volledig voldragen zijn om het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te kunnen toewijzen.