ECLI:NL:RBMNE:2018:2640

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2018
Publicatiedatum
12 juni 2018
Zaaknummer
16/701591-14 en 16/659559-15 (gev. ttz) (ontneming)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepteelt en diefstal van elektriciteit

Op 12 juni 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennep en diefstal van elektriciteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk voordeel heeft verkregen ter waarde van € 90.908,44. Dit bedrag is gebaseerd op de opbrengsten van de hennepteelt en de kosten die de verdachte heeft gemaakt. De rechtbank heeft de verplichting opgelegd aan de verdachte om dit bedrag aan de Staat te betalen. De zaak is behandeld in een meervoudige kamer, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die aanvankelijk hoger was, gematigd op basis van de bewijsstukken en de argumenten van de verdediging. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte voordeel heeft genoten van de hennepteelt en dat er geen omstandigheden zijn die in de weg staan aan de betalingsverplichting aan de Staat. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer:16/701591-14 en 16/659559-15 (gev. ttz) (ontneming)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 juni 2018
in de ontnemingszaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats] ,
wonende te [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: de veroordeelde.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 mei 2018. De onderhavige ontnemingsvordering is gelijktijdig ter terechtzitting behandeld met de strafzaak tegen de veroordeelde, bekend onder dezelfde bovenstaande parketnummers. Deze twee afzonderlijk aangebrachte zaken zijn ter terechtzitting gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.H. Hoogendam en van hetgeen veroordeelde en mr. M.C.A. Geerts, advocaat te 's-Hertogenbosch, naar voren hebben gebracht.

2.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- de schriftelijk ingediende vorderingen van de officier van justitie ten bedrage van
€ 143.301,74 (parketnummer 16/701591-14, bestaande uit een bedrag van € 21.813,29, [adres 2] te [vestigingsplaats] en € 121.488,45, [adres 1] te [woonplaats] ) en € 52.717,57 (parketnummer 16/659559-15, geheel behorende bij [adres 1] ), die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig zijn gemaakt. Het totaalbedrag van de schriftelijk ingediende vorderingen bedraagt derhalve € 196.019,31;
- de strafdossiers onder de parketnummers 16/701591-14 en 16/659559-15, waaruit blijkt dat de veroordeelde op 12 juni 2018 door deze rechtbank is veroordeeld ter zake van – kort gezegd – het meermalen telen van hennepplanten en het meermalen stelen van elektriciteit tot de in die uitspraak vermelde straffen;
- de rapportages “berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e 2e lid Sr” van 6 januari 2015 ( [adres 2] te [vestigingsplaats] en [adres 1] te [woonplaats] , parketnummer 16/701591-14 ) en 1 augustus 2015 ( [adres 1] te [woonplaats] , parketnummer 16/659559-15).

3.De beoordeling

3.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting het eerder ingediende schriftelijk gevorderde totaalbedrag gematigd tot een bedrag van in totaal € 173.019,07. De officier van justitie heeft zich hierbij volledig gebaseerd op de uitgangspunten en berekeningen zoals weergegeven in de drie afzonderlijke ontnemingsrapportages. De matiging van het te ontnemen bedrag is gelegen in het feit dat in ruimte A van het woonhuis aan de [adres 1] (parketnummer 16/701591-14) zakken met henneptoppen zijn aangetroffen met een totaal gewicht van 7,24 kilogram. Dit gewicht komt ongeveer overeen met het berekende gewicht aan opbrengst in die ruimte. Anders dan in de berekening in de desbetreffende rapportage heeft de officier van justitie hiermee in haar berekening rekening gehouden en is zij van oordeel dat veroordeelde in die ruimte weliswaar twee keer heeft geoogst, maar dat hij van slechts één eerdere oogst wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten.
De officier van justitie heeft ten aanzien van het wederrechtelijk verkregen voordeel dat ziet op de hennepteelt in het pand van [bedrijfsnaam] B.V. [adres 2] ) gevorderd de hoofdelijke betalingsverplichting op te leggen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich, gelet op haar pleidooi tot vrijspraak in de strafzaak, met betrekking tot de ontnemingsvordering die ziet op de [adres 2] (16/701591-14) op het standpunt gesteld dat de vordering van de officier van justitie afgewezen dient te worden dan wel dat de officier van justitie in de vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
Met betrekking tot de ontnemingsvordering die ziet op de [adres 1] (parketnummer 16/701591-14) heeft de raadsvrouw zich, gelet op haar pleidooi dat de veroordeelde had moeten worden vrijgesproken, primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de officier van justitie afgewezen dient te worden dan wel dat de officier van justitie in de vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. Subsidiair heeft de raadsvrouw zich – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat niet in alle ruimtes tegelijkertijd kan zijn geteeld omdat de aangetroffen elektriciteitskabel dat niet aankan. De raadsvrouw heeft betoogd dat met betrekking tot ruimte B van
het woonhuishet aannemelijk is geworden dat eenmaal is geoogst en dat derhalve sprake is geweest van maximaal € 22.633,-- aan wederrechtelijk verkregen vermogen. Met betrekking tot ruimte A van
het woonhuisis het volgens de raadsvrouw eveneens aannemelijk geworden dat sprake is geweest van eenmaal oogsten. Deze oogst is echter in zakken aangetroffen en zodoende is er ten aanzien van die ruimte geen sprake geweest van wederrechtelijk verkregen voordeel. Met betrekking tot de ruimtes in de
loods/schuur, waar enkel in ruimte A hennepplanten zijn aangetroffen, heeft de raadsvrouw aangevoerd dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat sprake is geweest van eerdere oogsten in de ruimten A, B en C.
Met betrekking tot de ontnemingsvordering die ziet op de [adres 1] (parketnummer 16/659559-15) heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat deze vordering afgewezen dient te worden. In de schuur/loods van veroordeelde zijn weliswaar in een viertal ruimtes hennepplanten aangetroffen, maar wegens het ontbreken van harde gegevens kan volgens de raadsvrouw niet worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een eerdere oogst. Als contra-indicatie voor een eerdere oogst heeft de raadsvrouw er op gewezen dat veroordeelde, blijkens stempels in zijn paspoort, van medio april tot eind april 2015 in het buitenland heeft verbleven.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Grondslag
Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank van 12 juni 2018 is veroordeelde veroordeeld ter zake van:
parketnummer 16/701591-14 onder feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
parketnummer 16/701591-14 onder feit 3 en parketnummer 16/659559-15 onder feit 1:
telkens, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
parketnummer 16/701591-14 onder feit 2:
diefstal.
parketnummer 16/701591-14 onder feit 4 en parketnummer 16/659559-15 onder feit 2:
telkens, diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
De rechtbank stelt op grond van de navolgende feiten en omstandigheden, die aan wettige bewijsmiddelen zijn ontleend, vast dat de veroordeelde door middel van het begaan van de bewezenverklaarde strafbare feiten voordeel heeft gehad als bedoeld in artikel 36e, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht. [1]
I.
T.a.v. [adres 2] te [vestigingsplaats]
De rechtbank neemt voor de berekening van de opbrengsten en kosten – voor zover hierna niet anders wordt vermeld – tot uitgangspunt hetgeen is gerelateerd in het ontnemingsrapport van 6 januari 2015 [2] en in het rapport “wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht”, standaardberekening en normen, update 1 november 2010, hierna te noemen: het BOOM-rapport.
Eerdere oogst
In de ruimte op de eerste verdieping van het pand [adres 2] , het bedrijfspand van de besloten vennootschap [bedrijfsnaam] B.V. waarvan veroordeelde eigenaar is, werd bij de doorzoeking op 30 september 2014 geen in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Dat hier eerder een in werking zijnde hennepkwekerij heeft gestaan, volgt uit de hennepresten die zijn aangetroffen op de grond in de keuken en in de ruimte waar de kwekerij heeft gestaan (ruimte naast de keuken). Voorts werd in de ruimte waar het watervat stond een weekplanner aangetroffen. In de weekplanner staat op verschillende data wanneer er water en voedingsmiddelen werden gegeven. Op 19 juli 2014 staat vermeld “erin gezet” en op 17 september 2014 staat XXXXXX genoteerd. [3] De periode tussen “erin gezet” en “XXXXXX” betreft ongeveer negen weken hetgeen aansluit bij de periode van 10 weken die Boom hanteert voor de periode van een hennepoogst.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank het aannemelijk dat in de desbetreffende ruimte éénmaal is geoogst.
Opbrengst per oogst
De oppervlakte voor beplanting in de kwekerij was 4,7 x 5,9 = 27,73 m2. Het BOOM-rapport stelt, dat wanneer het aantal planten per m2 niet berekend is, uitgegaan kan worden van 15 planten met m2 (het aantal planten per m2 van de uit het onderzoek gebleken gemiddelde bij een Nederlandse illegale hennepkwekerij) en de daarbij behorende gemiddelde opbrengst van 28,2 gram per plant.
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt 11,7 kilogram (27,73 x 15 x 28,2).
Volgens het BOOM-rapport bedraagt de verkoopprijs minimaal € 3.280,-- per kilogram.
De totale opbrengst per oogst bedraagt € 38.376,00 (11,7 x € 3.280,--).
Kosten per oogst
Uitgaande van een oppervlakte van 27,73 m2 en van 15 hennepplanten per m2 is bij de berekening van de kosten uitgegaan van in totaal 415 hennepplanten.
Veroordeelde heeft de elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij op illegale wijze weggenomen. De factuur die hierop ziet, ten bedrage van € 2.098,01, van de netwerkbeheerder Stedin Netbeheer B.V. is door veroordeelde geheel betaald.
De in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij zijn op basis van het BOOM-rapport als volgt:
Afschrijvingskosten
1 oogst x 300,-
300,00
Hennepstekken
415 planten per oogst x € 2,85
1.182,75
Variabele kosten
415 planten per oogst x € 3,33
1.381,95
Elektriciteitskosten
betaalde kosten per geslaagde oogst
2.098,01
Totaal aan kosten
4.962,71
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Het netto wederrechtelijk verkregen voordeel wordt gesteld op:
Bruto opbrengst 1 oogst X € 38.376,00
38.376,00
Totale kosten 1 oogst X € 4.962,71
4.962,71 -
Wederrechtelijk verkregen voordeel
33.413,29
Op de bestelbus, die op naam stond van het bedrijf van veroordeelde, is conservatoir beslag gelegd. Deze bestelbus is na betaling van € 11.600,-- aan de eigenaar teruggeven. Dit bedrag zal in mindering worden gebracht op het wederrechtelijk verkregen vermogen.
Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt € 33.413,29
Betaling van teruggeven bestelbus € 11.600,00 -
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel€ 21.813,29
II.
T.a.v. [adres 1] te [woonplaats]
Ruimte A woning
In de woning van veroordeelde aan de [adres 1] te [woonplaats] werd in een ruimte, in het dossier aangeduid met A, een slaapkamer op de eerste verdieping, een hennepkwekerij aangetroffen waarvan de hennepplanten net waren geoogst. In zakken in deze ruimte werd een hoeveelheid gedroogde henneptoppen aangetroffen, die wat betreft het totale gewicht, met inachtneming van de gegevens uit – kort gezegd – de ontnemingsrapportage aangaande die ruimte, ongeveer overeenkomt met de totale opbrengst van een oogst in de betreffende ruimte. Dat er naast deze eerdere oogst, die dus is aangetroffen in de genoemde zakken, nog eenmaal is geoogst acht de rechtbank op grond van de in het dossier genoemde indicatoren onvoldoende aannemelijk geworden.
Ruimte B woning en A loods/schuur
Op de eerste verdieping van de woning werd in een ruimte, in het dossier aangeduid met B, eveneens een slaapkamer, een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met in totaal 270 hennepplanten. In de loods/schuur bij de woning werd in een ruimte, in het dossier aangeduid met A, ook een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met in totaal 140 hennepplanten. In het ontnemingsrapport wordt aan de hand van enkele aanwijzingen ervan uitgegaan dat er in de desbetreffende ruimten respectievelijk éénmaal en driemaal is geoogst. De rechtbank acht op grond van de in het dossier genoemde indicatoren onvoldoende aannemelijk geworden dat in de betreffende ruimten hennep is geoogst.
Ruimte C loods/schuur
In een ruimte van de loods/schuur, behorende bij de woning aan de [adres 1] te [woonplaats] en in het dossier aangeduid met C, werden op 30 september 2014 een aangesloten assimilatielamp en een koolstoffilter aangetroffen. Op de vloer in deze ruimte lagen veel hennepresten. Deze ruimte had een afmeting van 2,5 meter x 3,00 meter. In dezelfde loods/schuur werd in een andere ruimte, in het dossier aangeduid met D, 6 assimilatielampen, een dompelpomp, een slakkenhuisventilator, lege plastic zakken waar een kweeksubstraat in had gezeten en vele lege bloempotten aangetroffen. Op de vloer van ruimte D werden hennepresten aangetroffen. Tevens werd er een ronde opening aangetroffen waar vermoedelijk eerder de ventilatie op was aangesloten. Ook deze ruimte had een afmeting van 2,5 meter x 3,00 meter. [4]
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande aannemelijk geworden dat in de ruimten C en D een hennepkwekerij heeft gestaan, dat deze hennep is geoogst en dat veroordeelde daarvan voordeel heeft genoten.
De rechtbank neemt voor de berekening van de opbrengsten en kosten – voor zover hierna niet anders wordt vermeld – tot uitgangspunt hetgeen is gerelateerd in het ontnemingsrapport van 6 januari 2015 [5] en in het rapport “wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht”, standaardberekening en normen, update 1 november 2010, hierna te noemen: het BOOM-rapport.
Opbrengst per oogst per ruimte
De oppervlakte van zowel ruimte C als D bedraagt 7,50 m2. Het BOOM-rapport stelt, dat wanneer het aantal planten per m2 niet berekend is, uitgegaan kan worden van 15 planten per m2 (het aantal planten per m2 van de uit het onderzoek gebleken gemiddelde bij een Nederlandse illegale hennepkwekerij) en de daarbij behorende gemiddelde opbrengst van 28,2 gram per plant.
In beide ruimten stonden derhalve 112 hennepplanten (7,5 x 15).
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst per ruimte bedraagt 3,15 kilogram (112 x 28,2 gram).
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het BOOM-rapport bedraagt dit minimaal € 3.280,-- per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt € 10.322,-- (3,15 kg x € 3.280,--).
Kosten per oogst per ruimte
Afschrijvingskosten (BOOM-rapport) € 150,--
Hennepstekken (BOOM-rapport 2,85 per stek x 112) € 319,20
Variabele kosten (BOOM-rapport 3,33 per stek x 112) € 372,96
Totaal € 842,16
Wederrechtelijk verkregen voordeel per ruimte: € 9.489,84 (10.322,-- - 842,16).
Wederrechtelijk verkregen voordeel ruimte C en D: € 18.979,68 (2 x 9.489,84).
Bij de fouillering van veroordeelde is een bedrag van € 1.102,10 aangetroffen en op dit bedrag is conservatoir beslag gelegd. De rechtbank zal dit bedrag in mindering brengen op het wederrechtelijk verkregen voordeel. Eveneens zal de rechtbank de betaalde elektriciteitskosten in mindering brengen. Met betrekking tot alle ruimten heeft veroordeelde aan Stedin Netbeheer B.V. aan illegaal afgenomen elektriciteit een rekening betaald van
€ 6.198,01. De rechtbank schat het bedrag aan weggenomen elektriciteit voor de beide ruimten op een bedrag van € 1.500,--, gelet op de oppervlaktegrootte van deze ruimtes op het totaal van de oppervlaktegrootte van alle ruimtes waar hennep is gekweekt.
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel16.377,58(18.979,68 – 1.102,10 – 1.500)
III.
T.a.v. [adres 1] te [woonplaats]
De rechtbank neemt voor de berekening van de opbrengsten en kosten – voor zover hierna niet anders wordt vermeld – tot uitgangspunt hetgeen is gerelateerd in het ontnemingsrapport van 1 augustus 2015 [6] en in het rapport “wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht”, standaardberekening en normen, update 1 november 2010, hierna te noemen: het BOOM-rapport.
Eerdere oogst
Op 14 juli 2015 werden in een viertal ruimten in een loods/garage behorende bij de woning op het perceel [adres 1] te [woonplaats] , de woning waar veroordeelde woonachtig was/is, hennepkwekerijen aangetroffen. In totaal stonden in vier ruimten 626 hennepplanten. Een gemiddelde kweekcyclus bedraagt 10 weken. In verband met het aantreffen van een plasticzak met hennepgruis, verscheidene aangetroffen henneptoppen en door de gehele kweekruimten gedroogd hennepafval wordt er aangenomen dat er één gerealiseerde oogst heeft plaatsgevonden. [7]
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank het aannemelijk dat in de desbetreffende ruimten (1 t/m 4) eenmaal is geoogst. In hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht met betrekking tot contra-indicaties voor een eerdere oogst en ook overigens ziet de rechtbank geen aanleiding om tot een andersluidend oordeel te komen. Dat veroordeelde tijdens het telen van hennep een periode in het buitenland heeft verbleven betekent allerminst dat niet eerder sprake is geweest van een oogst.
Anders dan bij de onder I en II genoemde hennepkwekerijen zal de rechtbank bij de kosten er rekening mee houden dat er een knipmachine is aangetroffen. Met betrekking tot de kosten van deze knipmachine heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de gegevens uit het BOOM-rapport.
Kweekruimte 1:
Opbrengst per oogst
In kweekruimte 1 stonden 195 hennepplanten. Na het uitmeten van de oppervlakte werd er geconstateerd dat er 16 hennepplanten per m2 stonden. De opbrengst aan hennep per plant is volgens het BOOM-rapport in dat geval 27,7 gram.
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt 5,4015 kilogram (195 x 27,7 gram).
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het BOOM-rapport bedraagt dit minimaal € 3.280,-- per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt € 17.716,92 (5,4015 kg x € 3.280,--).
Kosten per oogst
Afschrijvingskosten (BOOM-rapport) € 150,--
Hennepstekken (BOOM-rapport 2,85 per stek x 195) € 555,75
Variabele kosten (BOOM-rapport 3,33 per stek x 195) € 649,35
Kosten knippers (BOOM-rapport 0,21 per stek x 195) € 40,95
Totaal € 1.396,05
Wederrechtelijk verkregen vermogen kweekruimte 1: € 16.320,87 (17.716,92 - 1.396,05)
Kweekruimte 2:
Opbrengst per oogst
In kweekruimte 2 stonden 59 hennepplanten. Na het opmeten van de oppervlakte werd er geconstateerd dat er 10 hennepplanten per m2 stonden. De opbrengst aan hennep per plant is volgens het BOOM-rapport in dat geval 30,5 gram.
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt 1,7995 kilogram (59 x 30,5 gram).
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het BOOM-rapport bedraagt dit minimaal € 3.280,-- per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt € 5.902,36 (1,7995 kg x € 3.280,--).
Kosten per oogst
Afschrijvingskosten (BOOM-rapport) € 150,--
Hennepstekken (BOOM-rapport 2,85 per stek x 59) € 168,15
Variabele kosten (BOOM-rapport 3,33 per stek x 59) € 196,47
Kosten knippers (BOOM-rapport 0,21 per stek x 59) € 12,39
Totaal € 527,01
Wederrechtelijk verkregen vermogen kweekruimte 2: € 5.375,35 (5.902,36 - 527,01)
Kweekruimte 3:
Opbrengst per oogst
In kweekruimte 3 stonden 300 hennepplanten. Na het uitmeten van de oppervlakte werd er geconstateerd dat er 16 hennepplanten per m2 stonden. De opbrengst aan hennep per plant is volgens het BOOM-rapport in dat geval 27,7 gram.
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt 8,3100 kilogram (300 x 27,7 gram).
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het BOOM-rapport bedraagt dit minimaal € 3.280,-- per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt € 27.256,80 (8,3100 kg x € 3.280,--).
Kosten per oogst
Afschrijvingskosten (BOOM-rapport) € 250,--
Hennepstekken (BOOM-rapport 2,85 per stek x 300) € 855,--
Variabele kosten (BOOM-rapport 3,33 per stek x 300) € 999,--
Kosten knippers (BOOM-rapport 0,21 per stek x 300) € 63,--
Totaal € 2.167,--
Wederrechtelijk verkregen vermogen kweekruimte 3: € 25.089,80 (27.256,90 – 2.167,--)
Kweekruimte 4:
In kweekruimte 4 stonden 72 hennepplanten. Na het opmeten van de oppervlakte werd er geconstateerd dat er 16 hennepplanten per m2 stonden. De opbrengst aan hennep per plant is volgens het BOOM-rapport in dat geval 27,7 gram.
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt 1,9944 kilogram (72 x 27,7 gram).
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het BOOM-rapport bedraagt dit minimaal € 3.280,-- per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt € 6.541,63 (1,9944 kg x € 3.280,--).
Kosten per oogst
Afschrijvingskosten (BOOM-rapport) € 150,--
Hennepstekken (BOOM-rapport 2,85 per stek x 72) € 205,20
Variabele kosten (BOOM-rapport 3,33 per stek x 72) € 239,76
Kosten knippers (BOOM-rapport 0,21 per stek x 72) € 15,12
Totaal € 610,08
Wederrechtelijk verkregen vermogen kweekruimte 4: € 5.931,55 (6.541,63 - 610,08).
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel kweekruimten 1 t/m 4:€ 52.717,57(16.320,87 + 5.375,35 + 25.089,80 + 5.931,55)
De rechtbank schat het wederrechtelijk verkregen voordeel dat veroordeelde heeft genoten in totaal op een bedrag van € 90.908,44 (21.813,29 + 16.377,58 + 52.717,57).
Aan de veroordeelde zal de verplichting tot betaling aan de Staat ter ontneming hiervan worden opgelegd. Er is geen omstandigheid gebleken die hieraan in de weg staat.
Nu de rechtbank [bedrijfsnaam] B.V. heeft vrijgesproken van – kort gezegd – de hennepteelt en het aanwezig hebben van een hoeveelheid hennepplanten komt de rechtbank niet toe aan de vraag of de betalingsverplichting voor dat deel hoofdelijk moet worden opgelegd.

5.De toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

6.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag van het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel vast op een bedrag van € 90.908,44 (zegge: negentigduizend negenhonderdenacht euro en vierenveertig cent);
- legt aan de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 90.908,44 (zegge: negentigduizend negenhonderdenacht euro en vierenveertig cent).
Dit vonnis is gewezen door mr. R.L.M. van Opstal, voorzitter, mrs. K.J. Veenstra en M.W.V van Duursen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.L. Kappel en J.J. Veldhuizen, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 juni 2018.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met registratienummer PL0900-2015012919 Z, opgemaakt door politie Midden Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 455, tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e, 2e lid Sr, pag. 38 t/m 56, inclusief bijlagen.
3.Pag. 40 en 41 van het onder voetnoot 2 genoemde rapport, alsmede pag. 51 t/m 59, bijlage van het onder voetnoot 2 genoemde rapport.
4.Proces-verbaal ‘aantreffen hennepkwekerij’ van verbalisant [verbalisant] , pag. 101 en 102.
5.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e, 2e lid Sr, pag. 239 t/m 261, inclusief bijlagen.
6.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e, 2e lid Sr, pag. 152 t/m 159, van het dossier met registratienummer PL0900-2015183986.
7.Pag. 154, 155, 156 en 157 van het onder voetnoot 6 genoemde rapport.