In deze zaak vorderen eisers, [eiseres sub 1] en [eiser sub 2], hoofdelijke veroordeling van gedaagden, [gedaagde sub 1] B.V. en [gedaagde sub 2] sr., tot terugbetaling van de koopprijs van een boot die zij in 2014 hebben aangeschaft. De koopovereenkomst werd gesloten door [A], de zoon van [gedaagde sub 2] sr., zonder diens medeweten. Na de aankoop ontdekten eisers dat de boot brandschade had en hebben zij geprobeerd hun geld terug te krijgen. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde sub 1] aansprakelijk is voor het terugbetalen van het bedrag van € 60.000,00 aan eisers, omdat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat [gedaagde sub 2] sr. niet persoonlijk aansprakelijk is, omdat niet is aangetoond dat hij een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De vordering tegen [gedaagde sub 2] sr. wordt afgewezen. De rechtbank heeft de kosten van de procedure toegewezen aan [gedaagde sub 1].