Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 september 2017
- de comparitie van partijen van 2 november 2017
2.De feiten
€ 22.100,-.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Degene die als gevolmachtigde handelt, staat jegens de wederpartij in voor bestaan en omvang der volmacht”. In het geval dat een volmacht tot het voeren van deze procedure toch zou blijken te ontbreken, moet [gedaagde] door [eiser] financieel in de toestand worden gebracht waarin hij verkeerd zou hebben wanneer [eiser] die volmacht wel had gehad.
1 juli 2012 is ingetreden. [eiser] heeft aan de gedaagde partij een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
400,00(1 punten x tarief € 400,00)