8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder die zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een tweetal pogingen tot zware mishandeling jegens personeel van de psychiatrische instelling waar hij op dat moment verbleef, door één van hen met een ijzeren tafelpoot op haar schouderblad te slaan en de ander tegen zijn strottenhoofd te stompen. Dat beide slachtoffers hier geen zwaar lichamelijk letsel aan over hebben gehouden en het bij pogingen is gebleven, is niet aan verdachte te danken. Verdachte heeft met zijn handelen de lichamelijke integriteit van de slachtoffers geschonden, hetgeen de rechtbank ernstig acht, te meer omdat zij als personeel van de psychiatrische instelling veilig hun werk moeten kunnen doen zonder met dergelijk gedrag te maken te krijgen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 4 april 2018 betreffende verdachte. Daaruit volgt dat verdachte eerder is veroordeeld voor onder meer geweldsdelicten, maar niet recent.
In de onder punt 7 van dit vonnis genoemde rapporten van de psycholoog en psychiater wordt geadviseerd verdachte verder te behandelen binnen het huidige BOPZ-kader, omdat een strafrechtelijk kader niets toevoegt. Nadat de reclassering in een rapport van 30 januari 2018 heeft gerapporteerd dat het huidige BOPZ-kader niet toereikend is, heeft de psychiater in een aanvullend schrijven van 18 februari 2018 aangegeven dat er, wat de behandeling van verdachte betreft, in de kliniek een impasse is ontstaan. De psychiater noemt in zijn schrijven drie opties – waar de psycholoog zich achter heeft geschaard – om uit de impasse te geraken, namelijk:
vanuit de huidige afdeling wordt gewerkt aan begrenzing, het beperken van middelengebruik en het bevorderen van dag structuur;
er wordt gestreefd naar een snelle plaatsing in een extramurale woonvoorziening, met begeleiding door het Fact-team, plaatsing in de forensische tussenvoorziening van Kwintes en een kader van reclasseringscontact met bijzondere voorwaarden als stok achter de deur;
verdachte wordt geplaatst in een klinische forensische behandelvoorziening zoals een FPA of FPK. Een dergelijke voorziening biedt echter meer beveiliging dan, gezien het inmiddels sterk verbeterde toestandsbeeld, benodigd is.
De psychiater benoemt dat verdachte een goede start heeft gemaakt met het Fact-team waar hij ook zijn vertrouwen in heeft geuit. Verdachte wil graag zelfstandig wonen. Bij een goede samenwerking en uitleg acht de psychiater het zeker niet onmogelijk om de instemming van verdachte te verkrijgen met een op een resocialisatie gericht traject.
In de reclasseringsrapporten van 30 januari 2018 en 1 mei 2018 heeft de reclassering haar twijfels geuit bij een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden omdat de psychiatrische problematiek zo evident aanwezig is en verwacht kan worden dat bijzondere voorwaarden als verplichte antipsychotica en regulatie van harddrugs overtreden zullen worden. Indien de rechtbank bijzondere voorwaarden wel op zijn plaats acht, wordt geadviseerd deze te laten uitvoeren door de verslavingsreclassering.
De straf
Alles afwegende, en gelet op de LOVS-oriëntatiepunten, acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. De aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten verzet zich tegen oplegging van een taakstraf, zoals door de raadsman is verzocht. Gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en het tijdsverloop zal de rechtbank deze straf geheel voorwaardelijk opleggen. Aan deze voorwaardelijke straf zal zij, ten behoeve van het terugdringen van de kans op recidive en in het belang van verdachte, de door de officier van justitie gevorderde bijzondere voorwaarden verbinden, namelijk 1) ambulante behandeling door het forensische Factteam te Almere en 2) het verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang.