ECLI:NL:RBMNE:2018:2309

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 mei 2018
Publicatiedatum
28 mei 2018
Zaaknummer
16/705920-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal

Op 28 mei 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die van 2014 tot 2017 betrokken was bij het verspreiden, aanbieden, verwerven en in bezit hebben van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende deze periode een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van deze misdrijven. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek dat plaatsvond op de terechtzittingen van 5 februari, 30 april en 14 mei 2018. De officier van justitie, mr. B.E.M. van der Ven, heeft de verdachte beschuldigd van het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.Y.M. Jansse, pleitte voor vrijspraak voor een deel van de tenlastelegging, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele specifieke afbeeldingen, maar achtte het bezit van kinderpornografisch materiaal gedurende de gehele tenlastegelegde periode bewezen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 12 maanden op, met aftrek van voorarrest, en een tbs-maatregel onder voorwaarden, waarbij de verdachte zich moet houden aan strikte gedragsvoorwaarden. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het recidiverisico, en oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel vereiste. De verdachte had eerder soortgelijke feiten gepleegd en was onder behandeling voor vergelijkbare delicten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/705920-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 mei 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1961] te [vestigingsplaats] ,
wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] ,
gedetineerd in [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 februari 2018, 30 april 2018 en 14 mei 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. B.E.M. van der Ven en van hetgeen verdachte en mr. A.Y.M. Jansse, advocaat te Zeist, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 5 februari 2018 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 22 maart 2014 tot en met 23 oktober 2017 te Vleuten en/of Leerbroek en/of Lelystad en/of Utrecht meermalen afbeeldingen, te weten foto’s, video’s en films en gegevensdragers met afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft had bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, aangeboden, verworven en/of in bezit heeft gehad en hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van een deel van de tenlastegelegde periode omdat de laptop waarop de afbeeldingen zijn gevonden pas begin 2015 in het bezit was van verdachte. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat voor het overige bewezen kan worden verklaard hetgeen ten laste is gelegd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank overweegt dat de afbeeldingen genummerd als 34 en 35 op pagina 139 van het proces-verbaal als ‘Memo: geweld’ staat omschreven. Hieruit blijkt niet dat deze afbeeldingen vallen onder de omschrijvingen die van de afbeeldingen zijn in de tenlastelegging. Ook anderszins is niet gebleken dat het gaat om kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken ten aanzien van deze twee afbeeldingen.
Voorts overweegt de rechtbank dat uit pagina 128 van het proces-verbaal blijkt dat de USB-stick Verbatim enkel zogenoemde deleted files bevatte. Uit het dossier volgt niet dat is onderzocht of verdachte geschikte software bezat om deze bestanden weer beschikbaar te maken. De rechtbank concludeert dat dit tot gevolg heeft dat niet bewezen is dat verdachte feitelijk in het bezit was van de bestanden op deze USB-stick, aangezien van de deleted files niet vast is komen te staan dat en zoja, op welk moment verdachte daarover een zekere beschikkingsmacht heeft gehad. Ook hiervan zal de rechtbank verdachte vrijspreken.
Bewijsmiddelen
Verdachte heeft de tenlastegelegde feiten bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 22 november 2017 met bijlagen, doorgenummerde pagina 119 en verder;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 16 november 2017 met bijlagen, doorgenummerde pagina 144 en verder;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 mei 2018.
Bewijsoverweging
De rechtbank overweegt dat zij wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte over de gehele tenlastegelegde periode in het bezit was van kinderpornografische afbeeldingen. Dit volgt met name uit het feit dat verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben geconstateerd dat het uitkijksysteem voor de kinderpornografische afbeeldingen file access data aangaf vanaf 22 maart 2014 tot en met 20 oktober 2017. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij niet meer precies weet wanneer hij de beschikking kreeg over de laptop. Hij heeft verklaard dat hij dacht dat dit eind 2014 of begin 2015 was, maar ook dat hij dit niet meer zeker weet. Daarnaast zijn er uitdraaien van chatgesprekken in het dossier aanwezig uit augustus 2014. Gelet hierop slaagt het betoog van de verdediging – dat niet de gehele ten laste gelegde periode kan worden bewezen – niet.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op meer tijdstippen in de periode van 22 maart 2014 tot en met 23 oktober 2017 te Vleuten en/of Leerbroek en/of Lelystad en/of Utrecht meermalen, telkens afbeeldingen, te weten foto’s en gegevensdragers, te weten een laptop (HP, […] ) en een USB (Sandisk Cruzer, […] ) en een USB (Sandisk, […] ) bevattende afbeeldingen –
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en aangeboden, verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis en/of een vinger(s)/hand en/of een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 van pagina 132, 133 van het proces-verbaal)
en
het met de penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 10, 11 van pagina 133, 134 van het proces-verbaal)
en
het bij zichzelf met een voorwerp anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 12, 13, 14 van pagina 134 van het proces-verbaal)
en
het met de penis en/of een vinger/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 15, 16, 17, 18, 19, 20 van pagina 134, 135, 136 van het proces-verbaal)
en
het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 21 van pagina 136 van het proces-verbaal)
en
het door zichzelf met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 22 van pagina 136 van het proces-verbaal)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een (vastgebonden) persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met een
voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 van pagina 136, 137, 138 van het proces-verbaal)
en
het masturberen bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het houden van een penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de penis anaal penetreren van het lichaam van een vastgebonden persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens)een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 30, 31, 32, 33 van pagina 138, 139 van het proces-verbaal)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, in bezit hebben, zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 18 (achttien) maanden, met aftrek van het voorarrest;
- een maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs-maatregel) met de voorwaarden zoals deze in het Reclasseringsadvies tbs met voorwaarden van Reclassering Nederland van 23 maart 2018 worden genoemd, waar onder de voorwaarde van een klinische opname voor de duur van maximaal 1 (één) jaar.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest moet worden opgelegd en daarnaast een tbs-maatregel met voorwaarden die dadelijk uitvoerbaar worden verklaard. De strafbeleving voor verdachte is zwaar omdat hij geen familie in Nederland heeft en dus geen bezoek krijgt, hij niet open over zijn delict kan praten en daarom in detentie niet toekomt aan verdere stappen in zijn ontwikkeling en acceptatie van de pedofiele stoornis. Verdachte is inmiddels door de voorlopige hechtenis zijn werk en woning verloren, in die zin dat de werkgever het loon heeft opgeschort en hij weinig financiële ruimte meer heeft. Volgens de raadsvrouw is dit in het kader van de vergelding een straf die zwaar genoeg is. Het is voorts in het belang van zowel verdachte als de maatschappij dat dit delictgedrag stopt en hij zo snel mogelijk met de behandeling kan beginnen. Daarom is een tbs-maatregel met de voorgestelde voorwaarden een passende maatregel.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Wat betreft de ernst van de feiten overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim 3,5 jaar schuldig gemaakt aan het bezit en het verspreiden van afbeeldingen die kinderporno bevatten. Als verklaring voor zijn handelen heeft verdachte aanvankelijk vooral aangegeven dat hij iets zocht om zijn gedachten te verzetten. Verdachte heeft altijd ontkend dat hij gevoelens voor kinderen heeft en hij dacht dat hij zijn gevoelens kon beheersen, maar inmiddels – en ook ter zitting – stelt hij dat hij nu wel voor zichzelf heeft erkend dat hij dergelijke gevoelens heeft en dat hij zich daar graag voor wil laten behandelen.
Door te handelen als is bewezenverklaard heeft verdachte de lichamelijke en geestelijke integriteit van de kinderen op de betreffende afbeeldingen ernstig geschonden. Door kinderporno te bezitten, te verspreiden en er ook op internet naar te vragen wordt de vraag naar kinderporno in stand gehouden en ook nog eens vergroot. Dat verdachte er, blijkens de in het dossier aanwezige chatgesprekken, voor heeft gekozen zijn eigen seksuele behoeften te laten prevaleren boven de belangen van de kinderen rekent de rechtbank hem zeer aan. Dit klemt te meer nu de aangetroffen kinderporno gelet op de aard van de afbeeldingen (zeer expliciet waarbij sprake is van seksueel binnendringen) van de ernstigste categorie is. In de chatgesprekken spreekt verdachte op een respectloze en minderwaardige manier over de vaak zeer jonge kinderen en spreekt hij zelfs uit dat hij afbeeldingen of video’s waarin ze pijn hebben nog meer waardeert. Verdachte heeft alleen oog gehad voor zijn eigen behoeften en heeft geen enkel moment nagedacht over de gevolgen voor de kinderen die worden misbruikt bij het vervaardigen van kinderporno. Dat verdachte inmiddels heeft verklaard dat hij zijn gevoelens erkent en daarvoor behandeld wil worden, is een onderwerp dat de rechtbank meeweegt bij de oplegging van de straf, maar doet niet af aan de ernst van de feiten. De rechtbank rekent het verdachte ook extra zwaar aan dat hij nota bene onder behandeling was voor eerder gepleegde vergelijkbare feiten en dat hij zich ten tijde van die behandeling, gedurende een proeftijd, wederom schuldig heeft gemaakt aan het bezit en verspreiden van kinderporno zonder daarover te spreken met zijn toenmalige behandelaar(s). Door geen openheid van zaken te geven en geen melding te maken van het opnieuw plegen van deze vergelijkbare strafbare feiten, heeft verdachte zijn behandelaar(s) misleid en geen gebruik gemaakt van de hulpverlening die hem in het kader van de deels voorwaardelijke eerdere veroordeling is geboden.
Wat betreft de persoon van verdachte overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank heeft kennisgenomen van een rapportage pro Justitia van 22 december 2017, opgemaakt door
dr. I.F.F.M. Elzakkers, psychiater. Hierin wordt over de toerekeningsvatbaarheid van verdachte het volgende overwogen. Bij verdachte is sprake van een pedofiele stoornis, trekken van een vermijdende en narcistische persoonlijkheidsstoornis en een eetbuistoornis in remissie. Verdachte realiseerde zich dat het kijken van kinderporno onjuist was maar negeerde die rationalisatie vanuit zijn pedofiele gerichtheid en zijn gerichtheid op zijn eigen behoeften desnoods ten koste van anderen vanuit zijn pathologische persoonlijkheidstrekken. Het willen, denken en handelen van verdachte werd door de stoornis beïnvloed. Geadviseerd wordt verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van een rapportage pro Justitia van
29 december 2017, opgemaakt door R. Bout, GZ-psycholoog. Hierin wordt over de toerekeningsvatbaarheid van verdachte het volgende overwogen. Bij verdachte is sprake van een pedofiele stoornis. Voorts worden er enkele disfunctionele trekken in de persoonlijkheid gezien van narcistische en vermijdende kleur die invloed hebben op het functioneren van verdachte. Er wordt volgens de psycholoog echter aan te weinig criteria voldaan om te kunnen spreken van een persoonlijkheidsstoornis. Verdachte zou vermoedelijk zonder de aanwezigheid van de pedofiele stoornis niet tot een dergelijk delict zijn gekomen. Hij heeft zich laten leiden door zijn seksuele behoeften zonder daarbij voldoende rekenschap te geven van de negatieve consequenties voor zichzelf en voor anderen. Geadviseerd wordt hem het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank is gelet op de conclusies van de deskundigen van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde verminderd aan verdachte kan worden toegerekend.
Door de psycholoog en psychiater is geadviseerd verdachte een tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen met als één van de voorwaarden een klinische behandeling in een forensische kliniek met een gespecialiseerd programma voor zedendelinquenten. Hiertoe overwegen zij dat op de langere termijn sprake is van een hoog recidiverisico. Op de korte termijn wordt het recidiverisico als matig hoog ingeschat omdat verdachte bang en onder de indruk is van een eventueel op te leggen forse straf. Een groot risico op terugval is met name een situatie waarin verdachte gevoelens van verlating of eenzaamheid ervaart. Tot nu toe heeft verdachte hiermee niet op adequate wijze kunnen omgaan en is hij sterk geneigd geweest zichzelf te troosten met kinderporno (of eten). In de behandeling zal veel er dan ook op gericht moeten zijn de persoonlijkheidsontwikkeling te bevorderen en zijn reactie op stress minder regressief te maken en meer volwassen. Dit naast erkenning van de pedofilie en vermindering van pedofiel gedrag. Het is van belang dat verdachte op de levensgebieden van wonen, werken en financiën zo min mogelijk stress ervaart. Het advies is om verdachte een meer intensieve behandeling te geven dan hij tot nu toe heeft gehad. Hij moet verantwoordelijkheid nemen voor zijn pedofiele geaardheid en voor het voorkomen van gedrag dat hieruit voortkomt. Omdat deze behandeling in een ambulant kader eerder onvoldoende effect heeft gehad wordt een klinische behandeling van voldoende duur geadviseerd met een langdurig nazorgtraject waarbij er de mogelijkheid bestaat voor verdachte om langzaam te resocialiseren. Op het zich niet houden aan de voorwaarden van dit traject moet een zware sanctie staan om de risico’s voor verdachte van sociaal wenselijk gedrag en het vermijden van bespreken dreigende terugval zo onaantrekkelijk mogelijk te maken, aldus de psychiater.
Door Reclassering Nederland is op 23 maart 2018 een advies TBS met voorwaarden gegeven. Door de reclassering adviseert om verdachte in aanmerking te laten komen voor een tbs-maatregel met daaraan te stellen voorwaarden. Verdachte heeft ter terechtzitting van 14 mei 2018 kenbaar gemaakt dat hij zich ervan bewust is dat hij professionele hulp nodig heeft en dat hij bereid is volledige medewerking te verlenen aan deze voorwaarden.
De rechtbank heeft tot slot wat betreft de persoon van verdachte kennisgenomen van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 april 2018 waaruit blijkt dat verdachte eerder met justitie in aanraking is gekomen voor soortgelijke feiten. Verdachte is op 29 november 2012 veroordeeld voor kinderporno en op 20 augustus 2003 voor het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige in verschillende langdurige perioden.
Wat betreft de oplegging van de straf en maatregel wordt het volgende overwogen. Uit het voorgaande blijkt dat een behandeltraject in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke gevangenisstraf onvoldoende waarborg biedt in het geval van verdachte. Immers, tijdens een dergelijk behandeltraject is verdachte opnieuw de fout in gegaan, zo blijkt uit de in deze zaak tenlastegelegde feiten, zonder daarbij enige openheid te betrachten naar zijn behandelaar(s). Bovendien zou verdachte in geval van overtreding van de voorwaarden gevangenisstraf moeten ondergaan, waardoor de problematiek van verdachte onbehandeld zou blijven, met alle gevolgen van dien.
De rechtbank stelt vast dat het bewezenverklaarde een misdrijf betreft als bedoeld in artikel 37a, eerste lid onder 1 van het Wetboek van Strafrecht waarvoor terbeschikkingstelling mogelijk is en oordeelt dat, gelet op het voorgaande, de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel eist. De rechtbank zal verdachte aldus een tbs-maatregel opleggen en zal ter bescherming van de veiligheid van anderen/algemene veiligheid van personen voorwaarden stellen die het gedrag van verdachte betreffen. De inhoud van deze voorwaarden worden in het dictum weergegeven.
Gelet op hetgeen bewezen is verklaard is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met (enkel) oplegging van bovengenoemde maatregel of een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De aard en ernst van de strafbare feiten en de recidive maken dat de rechtbank het niet passend vindt te volstaan met een gevangenisstraf conform de duur van het reeds ondergane voorarrest, zoals door de raadsvrouw is voorgesteld. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de behandeling van verdachte op afzienbare termijn dient aan te vangen. In de weging tussen het belang van afstraffing van verdachte en de noodzaak zo snel mogelijk met behandeling aan te vangen - en mede gelet op de hier na te noemen beslissing ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging - acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden passend en geboden, hetgeen zij aan verdachte zal opleggen.

9.VORDERING TENUITVOERLEGGING

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de gehele tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van tien maanden gevorderd.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tenuitvoerlegging moet worden afgewezen omdat het onwenselijk is dat de uitvoering van de tbs-maatregel met voorwaarden wordt doorkruist door de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf. Conform het advies van de reclassering heeft de raadsvrouw ervoor gepleit de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf om te zetten naar een zo lang mogelijke verlenging van de proeftijd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij vonnis van de rechtbank te Amsterdam van 29 november 2012 (parketnummer 13/666913-11) is verdachte een gevangenisstraf voorwaardelijk opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten, die bovendien van dezelfde aard zijn . Om die reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden. De rechtbank ziet in hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht geen aanleiding om de vordering tenuitvoerlegging af te wijzen dan wel de betreffende proeftijd verder te verlengen.

10.BESLAG

10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen gegevensdragers te onttrekken aan het verkeer. Het verwijderen van alle kinderporno is een te tijdrovende zaak en er is geen garantie dat alles er dan ook af is.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om teruggave aan de verdachte van de laptop, na verwijdering van alle kinderporno, omdat hierop verschillende belangrijke documenten zouden staan van verdachte. De officier heeft hierop toegezegd te zullen informeren bij de politie of belangrijke documenten zoals belastingdocumenten eventueel gekopieerd kunnen worden om aan verdachte terug te geven.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten de laptop en de drie usb-sticks, onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn door hun inhoud van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang. Met behulp van deze voorwerpen is het bewezenverklaarde feit begaan.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36b, 37a, 38, 38a, , 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 12 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij de volgende
voorwaardenbetreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde:
  • verdachte pleegt geen strafbare feiten;
  • verdachte zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking verlenen aan het nemen van één of meerdere vingerafdrukken en/of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • verdachte zal zijn medewerking verlenen aan het verstrekken van een pasfoto en het verstrekken van informatie zoals bedoeld in het kader van het landelijke opsporingsbeleid ten aanzien van tbs-gestelden;
  • verdachte is het niet toegestaan zich gedurende de gehele looptijd van de tbs zich buiten de landsgrenzen van het Europese deel van het Koninkrijk der Nederlanden te begeven zonder voorafgaande schriftelijke toestemming daartoe van de officier van justitie en de reclassering;
  • verdachte stelt zich onder toezicht van de reclassering en houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden. Verdachte zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor de reclassering, zijn behandelaren en zijn begeleiders;
  • verdachte stelt zich voor Reclassering Nederland open en controleerbaar op en geeft toestemming aan de reclassering om contact te hebben met alle personen en instellingen uit zijn sociale netwerk. Tevens geeft hij aan deze personen/instellingen toestemming informatie uit te wisselen met de reclassering;
  • verdachte verleent zijn medewerking aan een klinische behandeling bij [naam instelling] of een soortgelijke instelling, zolang dit is geïndiceerd, maximaal gedurende 1 jaar. Verdachte houdt zich aan alle voorwaarden die de instelling aan hem stelt. Het resocialisatietraject, waarmee ook de opbouw van vrijheden en verdere resocialisatie met betrekking tot wonen wordt bedoeld, zal op aanwijzingen van Reclassering Nederland plaatsvinden.
  • verdachte wordt indien noodzakelijk voor een time-out geplaatst bij een nader door het NIFP/DIZ te bepalen FPA dan wel FPK. Deze time-outplaatsing duurt zolang als nodig is om verdachte op verantwoorde en veilige wijze terug te laten keren naar de omstandigheden voorafgaand aan de time-out, maar maximaal 14 weken per kalenderjaar. In overleg met de reclassering en het OM zal worden beslist of en op welke wijze voortzetting van het traject al of niet mogelijk en haalbaar is;
  • verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
- gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
  • verdachte verleent zijn medewerking aan controle van zijn computer(s) en andere apparatuur waarop afbeeldingen (kunnen) worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Eventuele controle kan plaatsvinden met behulp van de politie;
  • wanneer verdachte een partnerrelatie krijgt, verleent hij zijn medewerking aan het arrangeren van een kennismakingsgesprek om zijn partner op de hoogte te brengen van zijn huidige tbs-status en de daaraan gekoppelde voorwaarden;
  • verdachte bevindt zich niet in een ruimte met minderjarigen en houdt zich niet op met minderjarigen zonder aanwezigheid van andere volwassenen;
  • verdachte geeft – indien de reclassering hierom vraagt – inzage in zijn financiën. Wanneer het noodzakelijk wordt geacht verleent verdachte medewerking aan budgetbeheer, bewindvoering, curatelestelling of schuldhulpverlening anderszins;
  • verdachte zal zich inspannen om een gestructureerde dagbesteding te behouden. Verdachte dient zich te houden aan afspraken die hierover worden gemaakt. De reclassering zal contact onderhouden met zijn werkgever en zal indien geïndiceerd werkbezoeken afleggen. Als verdachte niet op zijn kan verschijnen, meldt hij dit zowel bij zijn contactpersoon op het werk als bij de reclassering. Hij zal niet veranderen van werk/dagbesteding zonder overleg met en toestemming van de reclassering. Indien geïndiceerd zal verdachte zijn medewerking verlenen aan een re-integratietraject vanuit de gemeente;
  • verdachte is (aansluitend op de klinische opname als hiervoor bedoeld) woonachtig op een nader te bepalen woonadres, in overleg met de reclassering. Indien door de behandelaar of de reclassering geïndiceerd, werkt verdachte mee aan een plaatsing in een beschermde woonvorm dan wel aan ambulante woonbegeleiding. Verdachte zal niet van adres veranderen zonder overleg met en toestemming van de reclassering. Datzelfde geldt voor overnachtingen op een ander adres dan zijn vaste verblijfplaats.
  • geeft opdracht aan Reclassering Nederland verdachte bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
  • beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 13/666913-11
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer in de rechtbank Amsterdam bij vonnis van 29 november 2012 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.
Beslag
  • verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • […] HP laptop, serienummer: [serienummer]
  • […] Verbatim usb stick
  • […] Sandisc usb
  • […] USB stick Sandisc ultra.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.E. Verschoor-Bergsma, voorzitter, mrs. G.V.M. Veldhoen en O.P. van Tricht, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Kruijswijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 mei 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 22 maart 2014
tot en met 23 oktober 2017 te Vleuten en/of Leerbroek en/of Lelystad en/of Utrecht,
althans in Nederland
meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten (een) foto(‘s) en/of (een) video(‘s) en/of (een) film(s) en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen – te weten
een laptop (HP, […] ) en/of een USB (Sandisk Cruzer, […] ) en/of een USB (Sandisk, […] ) en/of een USB (Verbatim, […] )
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of aangeboden, verworden, in bezit gehad en/of zich daartoe
door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal
en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 van pagina 132, 133 van het proces-verbaal)
en/of
het met de penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon
door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 10, 11 van pagina 133, 134 van het proces-verbaal)
en/of
het hij zichzelf met een voorwerp(en) anaal penetreren van het lichaam van een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 12, 13, 14 van pagina 134 van het proces-verbaal)
en/of
het met de/en penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of
aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 15, 16, 17, 18, 19, 20 van pagina 134, 135, 136 van het proces-verbaal)
en / of
het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 21 van pagina 136 van het proces-verbaal)
en/of
het door zichzelf met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(fotonummer 22 van pagina 136 van het proces-verbaal)
en / of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een (vastgebonden) persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met een
voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede
van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van
die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of
strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 35 van pagina 136, 137, 138, 139 van het proces
verbaal)
en / of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis anaal penetreren van het lichaam van een vastgebonden persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en / of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een vastgebonden persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of
strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 30, 31, 32, 33, 34 van pagina 138, 139 van het proces-verbaal)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)