ECLI:NL:RBMNE:2018:2284

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 mei 2018
Publicatiedatum
24 mei 2018
Zaaknummer
6076070 UT 17-14009
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor huwelijk door ondercuratelegestelde op basis van artikel 1:38 BW

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 25 mei 2018 een beschikking gegeven op een verzoek tot het aangaan van een huwelijk door een ondercuratelestelde. De verzoeker, die onder curatele staat wegens een geestelijke stoornis, had eerder in 2016 een huwelijk gesloten in Marokko zonder de vereiste toestemming van de kantonrechter. De curator van verzoeker had geadviseerd om geen toestemming te verlenen voor het huwelijk, omdat hij van mening was dat verzoeker niet in staat was om een huwelijkse relatie te onderhouden. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 november 2017 werd duidelijk dat verzoeker moeite had met zijn persoonlijke verzorging en dat hij afhankelijk was van medicatie en begeleiding. De kantonrechter moest beoordelen of verzoeker in staat was om de betekenis van het huwelijk te begrijpen en zijn wil te bepalen. Ondanks verklaringen van enkele broers van verzoeker dat een huwelijkse samenleving positief zou zijn voor zijn verzorging, concludeerde de kantonrechter dat verzoeker niet voldoende inzicht had in de gevolgen van het huwelijk. De kantonrechter wees het verzoek af, omdat verzoeker niet had aangetoond dat hij de zaken rond zijn financiën had uitgezocht en niet had geïnformeerd naar de situatie van zijn partner in Nederland. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. A.M. Crouwel, kantonrechter, en tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bewindsbureau
locatie Utrecht
zaaknummer: 6076070 UT 17-14009
CB-nummer: 106398
Beschikking op een verzoek tot het aangaan van een huwelijk d.d. 25 mei 2018
op verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
gemachtigde mr. H.K. Jap-A-Joe,
correspondentieadres: Maliestraat 5, 3581 SH Utrecht,
hierna te noemen: verzoeker.
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
  • de heer [curator] , curator van verzoeker;
  • mevrouw [moeder] , moeder van verzoeker;
  • de heer [broer 1] , broer van verzoeker;
  • de heer [broer 2] , broer van verzoeker;
  • de heer [broer 3] , broer van verzoeker;
  • de heer [broer 4] , broer van verzoeker;
  • de heer [broer 5] , broer van verzoeker.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 16 juni 2017;
- een brief (met bijlagen) van de curator van 12 augustus 2017;
- een brief van de curator van 17 augustus 2017, inhoudende een reactie op het verzoek.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 30 november 2017 plaatsgevonden.
Daarbij zijn verschenen:
  • curandus, bijgestaan door zijn gemachtigde, voornoemd;
  • curator, voornoemd;
  • mevrouw [moeder] , voornoemd.
1.3.
Vervolgens heeft de kantonrechter nog kennisgenomen van:
- een brief van de heer [broer 2] , voornoemd, ingekomen 28 februari 2018;
- een brief van de heer [broer 3] , voornoemd, ingekomen 28 februari 2018;
- een brief van de heer [broer 4] , voornoemd, ingekomen 28 februari 2018.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van de rechtbank te Utrecht van 24 februari 2009 zijn de goederen van de betrokkene onder bewind gesteld, met benoeming van de Stichting Bewindvoering Regio Utrecht als bewindvoerder. Bij beschikking van de rechtbank Midden-Nederland locatie Utrecht van 1 februari 2013 is het bewind omgezet in ondercuratelestelling wegens een geestelijke stoornis, met benoeming van [curator] tot curator.
2.2.
Verzoeker is op [datum huwelijk] 2016 te [plaats] , Marokko, gehuwd met [A] , wonende te [woonplaats] , Marokko.
2.3.
Verzoeker heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Utrecht verzocht zijn huwelijk in te schrijven in de basisregistratie personen. Bij brief van 11 april 2017 heeft de gemeente Utrecht hem meegedeeld niet aan het verzoek te zullen voldoen, aangezien verzoeker onbekwaam is tot het verrichten van rechtshandelingen en het huwelijk is voltrokken zonder de vereiste toestemming van de kantonrechter.
2.4.
De curator heeft de kantonrechter bij brief van 17 augustus 2017 geadviseerd geen toestemming te verlenen voor het huwelijk. De curator is van mening dat curandus nauwelijks in staat moet worden geacht om een relatie te onderhouden, laat staan een huwelijkse relatie. Volgens de curator is het huwelijk buiten curandus om gearrangeerd.
De curator is van mening dat curandus daar zelf niet toe in staat kan worden geacht. Daarbij is hij van mening dat de beoogde partner, die 21 jaar jonger is dan curandus, geen goed beeld kan hebben van wat haar in Nederland te wachten staat.

3.De overwegingen van de kantonrechter

3.1.
Het verzoek van curandus houdt in dat hij aan de kantonrechter -achteraf- toestemming vraagt voor het aangaan van een huwelijk.
3.2.
Ingevolge artikel 1:38 van het Burgerlijk Wetboek mag hij die wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, geen huwelijk aangaan zonder toestemming van de kantonrechter. Bij de beslissing of deze toestemming wordt verleend, dient de kantonrechter de vraag te beantwoorden of betrokkene in staat is zijn wil te bepalen en de betekenis van zijn verklaring - in het huwelijk te willen treden - begrijpt.
3.3.
Gebleken is dat verzoeker het huwelijk met [A] is aangegaan zonder voorafgaande toestemming van de kantonrechter en ook buiten medeweten van de curator.
Betrokkene is gediagnosticeerd met paranoïde schizofrenie. Hij heeft moeite met zijn persoonlijke verzorging en met het voeren van de huishouding. Hij gebruikt medicatie, heeft ambulante begeleiding en heeft periodiek een afspraak met een psychiater.
Drie broers van curandus, te weten [broer 2] , [broer 3] en [broer 4] , hebben schriftelijk verklaard dat een huwelijkse samenleving positief zal zijn voor verzoeker met het oog op zijn verzorging en het voeren van de huishouding. De curator daarentegen is van mening dat verzoeker, voornamelijk vanwege zijn psychiatrische ziektebeeld, nauwelijks in staat is om een affectieve relatie te onderhouden, laat staan een huwelijkse relatie. De curator heeft erop gewezen dat een eerder huwelijk van verzoeker na korte tijd is gestrand in 2014.
Ter zitting heeft verzoeker verklaard dat hij zijn partner heeft leren kennen via Facebook en WhatsApp en dat zij klaar is voor huwelijkse samenleving. Zij heeft in Marokko de Nederlandse taal geleerd en wil in Nederland gaan werken in de kinderopvang. Op de vraag van de kantonrechter aan verzoeker of hij de betekenis van een huwelijk kan overzien heeft curandus geantwoord dat hij een partner nodig heeft die hem kan verzorgen en het huishouden voor hem kan doen. Hij weet niet of zij inkomen gaat krijgen, maar het zal geen probleem zijn om samen van zijn Wajong-uitkering van bruto € 1.163,00 per maand te leven. Hij heeft niet onderzocht of zijn partner recht heeft op toeslagen als zij in Nederland komt wonen. Tevens heeft curandus aangegeven dat hij zijn partner niet heeft geïnformeerd over het feit dat hij onder curatele staat.
3.4.
Curandus is eerder in het huwelijk getreden waarbij het huwelijk na korte tijd is beëindigd, mede omdat verzoeker destijds in de financiële problemen is gekomen doordat zijn toenmalige vrouw geen recht op eigen inkomen had en niet wist hoe zij zaken in Nederland kon regelen.
Deze situatie lijkt zich nu te herhalen, waarbij verzoeker op geen enkele wijze heeft aangetoond de zaken rond zijn financiën nu wel van te voren te hebben uitgezocht. Ook is nergens uit gebleken dat de partner in haar eigen levensonderhoud kan voorzien, waardoor zij in ieder geval in het begin afhankelijk zal zijn van het inkomen van verzoeker.
Daar komt bij dat verzoeker kennelijk aan zijn partner niet heeft verteld hoe haar financiële situatie zal zijn in Nederland en ook niet dat hij onder curatele staat en wat dit zou betekenen voor de partner.
3.5.
Alles bij elkaar genomen kan dit naar het oordeel van de kantonrechter niet leiden tot de conclusie dat verzoeker de betekenis van het aangaan van een huwelijk begrijpt. Daarom zal de kantonrechter het verzoek afwijzen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Crouwel, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend.