AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling van een man voor bedreiging van hulpverleners in het kader van ondertoezichtstelling van zijn kinderen
Op 22 mei 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een 45-jarige man uit Utrecht veroordeeld tot een maand celstraf voor het bedreigen van twee medewerkers van Samen Veilig (Save). De bedreigingen vonden plaats in begin 2017, toen de man vanuit de gevangenis in Dordrecht telefonisch contact opnam met de hulpverleners die belast waren met de ondertoezichtstelling van zijn kinderen. De man had eerder een veroordeling voor de mishandeling van zijn partner, wat de situatie extra ernstig maakte. Tijdens de gesprekken heeft hij de medewerkers op zeer bedreigende wijze aangesproken, wat een grote impact op hen heeft gehad. De rechtbank heeft bij de strafbepaling afgeweken van het landelijke oriëntatiepunt, dat normaal gesproken een geldboete voor bedreiging voorschrijft. Gezien de ernst van de bedreigingen en de context waarin deze zijn geuit, vond de rechtbank een gevangenisstraf passend. De officier van justitie had een langere straf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er geen redenen waren voor een zwaardere straf dan één maand.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 6 september 2017, genummerd 2017080505, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 64. Het dossier bevat tevens een los proces-verbaal van bevindingen van 11 januari 2018 van verbalisant [verbalisant] . Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van 28 maart 2018 van aangifte op 17 maart 2017 door [B] namens benadeelden [organisatie] en [slachtoffer 1] , pagina 6.
3.Het proces-verbaal van 28 maart 2018 van aangifte op 17 maart 2017 door [B] namens benadeelden [organisatie] en [slachtoffer 1] , pagina 7.
4.Het proces-verbaal van 17 maart 2017 van aangifte op 17 maart 2017 door [B] namens benadeelden [organisatie] en [slachtoffer 2] , pagina 10.
5.Het proces-verbaal van 17 maart 2017 van aangifte op 17 maart 2017 door [B] namens benadeelden [organisatie] en [slachtoffer 2] , pagina 10.
6.Het proces-verbaal van 17 maart 2017 van aangifte op 17 maart 2017 door [B] namens benadeelden [organisatie] en [slachtoffer 2] , pagina 11.
7.Een geschrift, te weten de woordelijke uitwerking van tapgesprekken, betreft het gesprek op 13 februari 2017, pagina 29.
8.Een geschrift, te weten de woordelijke uitwerking van tapgesprekken, betreft het gesprek van 13 februari 2017, pagina 30.
9.Een geschrift, te weten de woordelijke uitwerking van tapgesprekken, betreft het gesprek van 23 februari 2017, pagina 35.