Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 februari 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 oktober 2017, waaruit blijkt dat partijen
- de akte eiswijziging tevens akte in het geding brengen producties van [eiseres] van 7 februari 2018;
- de antwoordakte eiswijziging tevens akte uitlaten producties van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]
2.De feiten
het samenstellen van uw jaarstukken 2012;
het bespreken van de jaarstukken 2012.
Uw financiële administratie.
Een volledig ingevulde checklist (zie bijlage).
fiscale en organisatorische adviezen;
belastingcontroles;
[naam adiviesbureau] B.V., heeft in zijn e-mail van 29 juli 2015 onder meer het volgende naar voren gebracht:
3.Het geschil
4.De beoordeling
btw-rondrekening. Dit hield in dat [gedaagde sub 2] op basis van de door [eiseres] beschikbaar gestelde informatie controleerde in hoeverre sprake was geweest van een juiste btw-afdracht over het voorgaande boekjaar en een eventuele suppletieaangifte verzorgde. Over het boekjaar 2012 heeft [gedaagde sub 2] in opdracht van [eiseres] de btw-aangifte voorbereid, waarna deze door [eiseres] is goedgekeurd. Vanaf 2012 heeft [gedaagde sub 2] de btw-aangiften elektronisch ingediend bij de belastingdienst en vanaf april 2013 heeft [gedaagde sub 1] dit gedaan. Hierbij waren [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] afhankelijk van de van [eiseres] ontvangen omzetinformatie.
5.De beslissing
13 juni 2018, voor het nemen van een akte door [eiseres] waarin zij:
(1) zich nader dient uit te laten over de omvang van de teruggave inkomstenbelasting