Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
op 31 oktober 2017 te Nieuwegein [slachtoffer] heeft verkracht.
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Daarnaast is volgens de raadsvrouw uit het sporenonderzoek op de kleding gebleken dat er geen sperma is aangetroffen op de kleding van aangeefster.
Tot slot heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er tegenstrijdigheden zijn in de kern van de verschillende verklaringen van getuige [getuige 1] en dat getuige [getuige 1] zelf heeft verklaard dat hij heel dronken was. De raadsvrouw acht de verklaringen van getuige [getuige 1] daarom onbetrouwbaar en heeft verzocht om die niet te bezigen voor het bewijs.
Getuige [getuige 1] heeft eveneens in grote lijnen consistent verklaard en zijn verklaringen vinden eveneens steun in de overige bewijsmiddelen. De rechtbank verwerpt derhalve de verweren van de raadsvrouw omtrent de betrouwbaarheid van aangeefster en getuige [getuige 1] .
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
Midden-Nederland, door geweld en/ of een andere feitelijkheid en/ of door bedreiging met geweld en/ of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, hebbende verdachte