Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster] , ter griffie ingekomen op 20 februari 2018;
- het verweerschrift van [verweerder] van 19 maart 2018, tevens inhoudende een tegenverzoek;
- de nadere producties 35 tot en met 38 van mr. Moll;
- de brief van 21 maart 2018 waarbij [verweerder] zijn tegenverzoek aanpast.
2.De feiten
3.Het verzoek en het tegenverzoek
4.De beoordeling
"doelstellingen") vastgesteld, en zijn huidige leidinggevende, [A] , voor het jaar 2017. Gelet op de tekst van de bevestigingsbrieven lijken deze targets echter vooral te zijn vastgesteld om het recht op en de hoogte van de bonus te kunnen vaststellen. Hoewel het uiteraard de bedoeling van het stellen van deze targets is geweest de werknemers te stimuleren een zo hoog mogelijke omzet te behalen, behoefde [verweerder] uit deze bevestigingsbrieven niet zonder meer af te leiden dat sprake zou zijn van disfunctioneren, in die zin dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst gevaar zou kunnen lopen, indien hij deze targets niet zou halen. Hierbij neemt de kantonrechter verder in aanmerking dat de targets van [verweerder] voor een groot gedeelte betrekking hadden op "new business" en [verzoekster] toen niet, en overigens ook niet in deze procedure, heeft onderbouwd waarom die targets redelijk waren. Dat sprake is geweest van
"keiharde targets"(verzoekschrift punt 45) is dus niet gebleken.
"gedurende het jaar") heeft aangesproken op het achterblijven van zijn omzet. De kantonrechter leidt hieruit af dat [verweerder] door zijn voormalige leidinggevende (dus over 2016) niet op zijn omzet is aangesproken. Volgens [verweerder] is hij niet eerder dan in het e-mailbericht van zijn nieuwe leidinggevende [A] van 7 juli 2017 (productie 7 verzoekschrift) op zijn omzet aangesproken. Dat dit anders is blijkt niet uit de stukken, en [verzoekster] heeft van haar (door [verweerder] betwiste) stelling dat zij [verweerder] al eerder op de resultaten had aangesproken geen specifiek bewijsaanbod gedaan. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van de stelling van [verweerder] .
"Ik heb je aangegeven dat [verzoekster] de targets mag bepalen voor hun eigen organisatie en dat deze niet aan ons zijn om te bepalen. Je hebt aangegeven dat je deze niet redelijk te vindt. Derhalve lijkt de enige oplossing om te gaan bespreken hoe we op een goede manier uit elkaar gaan". Bij e-mailbericht van 27 november 2017 (productie 22 verzoekster) antwoordt [verweerder] onder meer dat hij het gesprek als teleurstellend heeft ervaren, dat hij al eerder aangegeven had dat hij de targets voor 2017 onhaalbaar vindt, dat de inhoud van het verbeterplan voor hem nog steeds onduidelijk is, dat hij aangegeven heeft dat hij openstaat voor een andere functie binnen [bedrijfsnaam 7] , dat [verzoekster] had aangegeven dat hij daarop kon solliciteren maar dat zij hem daarbij niet wil ondersteunen, en dat hij daardoor het gevoel krijgt dat [verzoekster] geen energie in hem wil steken.
Maak een actueel overzicht voor jezelf en omgeving.
Zorg dat je prospects zich ontwikkelen tot concrete opdrachten bij klanten.
Kom afspraken zorgvuldig en tijdig na, intern en extern.
Zorg dat vragen accuraat en effectief worden opgepakt.
Er een duidelijk stijgende lijn te zien zijn in onze Sales performance.
".
"De omzet die [voornaam van verweerder]( [verweerder] , kantonrechter)
genereert ten opzichte van zijn twee sales collega's is 1:10:11, derhalve is het verbeterplan aangeboden". Bij e-mail van dezelfde datum deelt [A] [verweerder] mee dat de betaalde voorschotten op zijn bonus (ruim € 2000,) met het salaris van december zullen worden verrekend omdat hij de laatste forecast niet gehaald heeft en vanwege zijn ontevredenheid over het functioneren van [verweerder] , te weten de ernstig achterblijvende omzet ten opzichte van zijn salescollega's.
"klik"is. [A] heeft ter zitting erkend dat hij dit heeft gezegd. Indien deze omstandigheid mede van belang is voor de stelling van [verzoekster] dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, mag dit naar het oordeel van de kantonrechter, mede gelet op de omvang van het bedrijf van [verzoekster] / [bedrijfsnaam 7] , geen rol spelen. Onvoldoende is gebleken dat het niet mogelijk zou zijn om voor [verweerder] een andere leidinggevende te zoeken.
5.De beslissing
met betrekking tot het verzoek van [verweerder]
- veroordeelt [verzoekster] om [verweerder] binnen 14 dagen na de betekening van de beschikking in staat te stellen zijn werkzaamheden in de overeengekomen functie en op de overeengekomen locatie te hervatten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,-- per dag met een maximum van € 10.000,--;
- compenseert de proceskosten aldus dat elk van partijen de eigen kosten draagt.