Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Ik schiet haar kapot, (…).”. Deze bewoordingen worden door [getuige] niet herhaald als hij als getuige wordt gehoord op 18 december 2016. [getuige] verklaart alsdan dat hij verdachte heeft horen zeggen: “
(…) als zij terug komt met die andere mensen, knal ik die één voor één neer.”
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstrafvan
30 (dertig) dagen;
25 (vijfentwintig) dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
2 (twee) jarenvast;
taakstrafvan
160 (honderdzestig) uren;
80 (tachtig) dagenhechtenis;