AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Oordeel over overtreding huisverbod, bedreiging met wapen, vernieling en schennis van de eerbaarheid
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 25 april 2018, is de verdachte beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder het overtreden van een huisverbod, bedreiging met een wapen, vernieling van een mobiele telefoon en schennis van de eerbaarheid. De rechtbank heeft op 11 april 2018 een terechtzitting gehouden, waar de officier van justitie, mr. T. Tanghe, de vordering heeft ingediend en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.M. Koppert, zijn standpunten heeft gepresenteerd. De tenlastelegging omvat vijf feiten, waarbij de verdachte onder andere wordt beschuldigd van het overtreden van een huisverbod in Almere, het bedreigen van een slachtoffer met een luchtdrukwapen, en het zich schuldig maken aan schennis van de eerbaarheid op straat.
De rechtbank heeft de bewijsvoering zorgvuldig gewogen. De verdachte heeft bekend dat hij het huisverbod heeft overtreden en de rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de aangever in overweging genomen. De bedreiging met het wapen werd als wettig en overtuigend bewezen beschouwd, ondanks het verweer van de verdediging dat het wapen niet geschikt was voor bedreiging. De rechtbank heeft ook de verklaringen van getuigen over de schennis van de eerbaarheid in aanmerking genomen en heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan alle ten laste gelegde feiten, met uitzondering van de vrijspraak voor een deel van de tenlastelegging met betrekking tot het wapen. De strafmaat is vastgesteld op een gevangenisstraf van 150 dagen, waarvan 41 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en behandeling. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, die inmiddels stabieler lijkt te zijn.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 29 december 2018, genummerd PL0900-201789123, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met pagina 55. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte, pagina 1, eerste alinea, pagina 2, derde alinea, en pagina 3, eerste alinea.
3.Bijlage bij proces-verbaal van aangifte, pagina 4.
4.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 11 april 2018.
5.Proces-verbaal van aangifte, pagina 2, derde alinea, en pagina 3, eerste alinea.
6.Proces-verbaal van aangifte, pagina 3, eerste alinea.
7.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 11 april 2018.
8.Proces-verbaal aanvullend, pagina 55.
9.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 31 december 2017, genummerd 2017392695, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met pagina 30. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
10.Proces-verbaal van aangifte, pagina 1, laatste drie alinea’s.
11.Proces-verbaal van aangifte, pagina 2, eerste alinea.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 4, tweede alinea van onderen.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 6, vierde alinea van onderen.