Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in [verblijfplaats] , locatie [locatie]
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
al dan niet samen met een ander in de periode van 23 september 2017 tot en met 24 september 2017 heeft geprobeerd om in te breken bij het [organisatie 1] in Almere door een baksteen door de ruit te gooien en vervolgens het pand heeft doorzocht en/of een kassalade en/of een kast heeft geforceerd;
op 14 juli 2016 in Amersfoort [slachtoffer 3] heeft mishandeld door hem in het gezicht te slaan.
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Ik ga jullie doodmaken. Ik ga jullie doodmaken!”. [slachtoffer 3] hoorde dat verdachte dit herhaalde. [slachtoffer 3] zag dat [voornaam van verdachte] heel gericht drie of vier klappen gaf richting zijn gezicht met gebalde linker- en rechtervuisten. [slachtoffer 3] werd geraakt door de vuisten. Hij voelde dat [voornaam van verdachte] hem daarna met een van zijn vuisten op zijn hoofd raakte en hem op zijn rechteroog sloeg. [3]
Ik maak jullie allemaal kapot”. [4]
Verdachte heeft het onder 3 subsidiair ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 21 maart 2018;
- proces-verbaal van aangifte.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN MAATREGEL
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BENADEELDE PARTIJ [bedrijfsnaam] BV [winkel]
11.BESLISSING
de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaren;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [bedrijfsnaam] BV [winkel] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 november 2017 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [bedrijfsnaam] BV [winkel] aan de Staat € 60,54 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 november 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag hechtenis;