ECLI:NL:RBMNE:2018:1840

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 februari 2018
Publicatiedatum
1 mei 2018
Zaaknummer
16-652856-17
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het vervaardigen en vervoeren van MDMA met gevangenisstraf en voorwaarden

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 februari 2018 uitspraak gedaan tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben en vervaardigen van MDMA. De verdachte, geboren in 1986, werd op 13 juli 2017 betrapt met 1,0291 kilogram MDMA in zijn auto. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij de productie van MDMA in zijn schuur, waar ook chemicaliën en apparatuur voor de vervaardiging van synthetische drugs werden aangetroffen. Tijdens de zittingen op 1 september 2017, 28 november 2017 en 2 februari 2018 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet en dat er voldoende bewijs was voor de tenlastelegging. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend was. Daarnaast werden verschillende in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer en verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16-652856-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 16 februari 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats], [adres]
gedetineerd te Penitentiaire Inrichting Nieuwegein

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 1 september 2017, 28 november 2017 en 2 februari 2018. Op laatstgenoemde datum heeft de inhoudelijke behandeling plaatsgevonden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. R. van Veen, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 2 februari 2018 gewijzigd. De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
al dan niet samen met (een) ander(en) op 13 juli 2017 in Lelystad 1,0291 kilogram MDMA heeft vervoerd dan wel aanwezig heeft gehad;
feit 2
primair:
al dan niet samen met (een) ander(en) in de periode van 1 januari 2017 tot en met 13 juli 2017 in De Meern MDMA heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd;
subsidiair:
al dan niet samen met (een) ander(en) in de periode van 1 januari 2017 tot en met 13 juli 2017 in De Meern het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken van MDMA heeft voorbereid en/of bevorderd door het voorhanden hebben van voorwerpen en/of stoffen, waarvan verdachte wist of ernstig redenen had te vermoeden dat dat/die voorwerp(en) en/of stof(fen) bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie heeft zijn standpunt verwoord in een ter zitting overgelegd requisitoir.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit en heeft zijn standpunt verwoord in een ter zitting overgelegde pleitnota. De raadsman heeft – kort gezegd – het volgende betoogd. Ten aanzien van feit 1 kan niet bewezen worden dat de in de auto van verdachte aangetroffen substantie MDMA bevat. Bovendien heeft verdachte de MDMA niet opzettelijk aanwezig gehad, nu hij geen wetenschap had c.q. zich niet bewust was van de aanwezigheid van deze drugs in zijn auto. Ten aanzien van feit 2 primair heeft de raadsman betoogd dat niet is gebleken dat verdachte (al dan niet samen met iemand anders) MDMA heeft geproduceerd en ten aanzien van feit 2 subsidiair, dat verdachte geen wetenschap had c.q. zich niet bewust was van de aanwezigheid van de spullen in zijn schuur en zich dus niet schuldig heeft gemaakt aan strafbare voorbereidingshandelingen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Feit 1 en 2 primair
Op 13 juli 2017 zag verbalisant [verbalisant 1] op de parkeerplaats van de Penitentiaire Inrichting Lelystad een personenauto van het merk Mercedes, voorzien van het kenteken [kenteken ] (hierna: de Mercedes), staan. [2] De bestuurder bleek [A] te zijn en de bijrijder en tenaamgestelde van de auto verdachte. Bij de doorzoeking van de Mercedes zag verbalisant onder de vloerplaat van de kofferbak en rechts naast het reservewiel een witte plastic tas liggen. In deze tas zat een blauwe plastic tas met daarin een doorzichtige grote gripzak. In de gripzak zaten bruinachtige kristalvormige plakken. Het goed woog, inclusief verpakking, 1,0291 kilogram. [3] De uitslag van een MMC opiaten-Amfetaminetest was positief. [4]
Het rapport van het NFI van 10 augustus 2017 vermeldt dat het ingestuurde monster met kenmerk AAKV4509NL MDMA bevat. [5] Verbalisant [verbalisant 2] heeft ter terechtzitting (als getuige) verklaard dat de in de Mercedes aangetroffen gripzak met daarin bruinachtige kristalvormige plakken met een gewicht van in totaal 1,0291 kilogram het Sporen Identificatie Nummer (hierna: SIN) AKA3912NL heeft gekregen en dat aan het van dit goed naar het NFI ingestuurde monster het SIN AAKV4509NL is gegeven. [6]
In de Mercedes is een notitie aangetroffen met daarop geschreven een lijst van vermoedelijke benodigdheden die gebruikt worden bij een zogenaamd drugslab. [7] Verdachte heeft verklaard dat hij die aantekeningen heeft geschreven. [8]
Op 15 juli 2017 is de woning van verdachte gelegen aan de [adres] te [woonplaats] doorzocht. [9] Verbalisant [verbalisant 3] zag dat in de schuur een in werking zijnde diepvrieskist stond, met daarin onder andere gekoelde jerrycans en emmers. [10] In de schuur stonden verder jerrycans met chemicaliën die mogelijk gerelateerd konden worden aan de vervaardiging van synthetische drugs. [11] De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën die worden aangetroffen op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. Gezien de voorlopige bevindingen (indicatief) werd de diepvrieskist aanwezig in de schuur vermoedelijk gebruikt voor de vervaardiging van MDMA met behulp van PMK volgens de “koude methode” en de kristallisatie van de vervaardigde MDMA-base(olie) met behulp van zoutzuur en aceton in het zoutzure zout. Het is mogelijk dat de in beslag genomen MDMA op deze locatie is vervaardigd. [12]
Het rapport van het NFI van 25 juli 2017 vermeldt dat in het onderzoeksmateriaal MDMA, PMK, aceton en zoutzuur zijn aangetoond. [13]
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte zijn een (deels beschreven) kladblok en een (beschreven) A4tje aangetroffen. [14] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het zijn handschrift is op het aangetroffen A4tje. [15] De aantekeningen op het A4-tje passen bij het productieproces, de chemicaliën en middelen (waaronder de vriezer) die zijn aangetroffen in de schuur behorende bij de woning van verdachte. [16]
Getuige [verbalisant 4] heeft verklaard dat hij de buurman van verdachte is en dat er rond 10 juni 2017 in zijn schuur, die grenst aan de schuur van verdachte, een heel sterke penetrante geur hing die zo erg was dat hij de schuur uit moest. [17]
Op de telefoon van verdachte is een foto/screenshot van een e-mailwisseling met [website] aangetroffen. [18] Hierin wordt de naam van verdachte genoemd. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [roepnaam verdachte] wordt genoemd. [19] In de e-mail staat “
nice to receive your inquiry on our product” en “
as for delivery you need not to worry”. Daarbij is een foto/screenshot van een vat met vermoedelijk wit poeder en plastic eroverheen aangetroffen. Bij de foto staat dat het mp2np pmk is. [20] PMK is een grondstof om MDMA en XTC mee te produceren. [21]
In de telefoon van verdachte zijn tekstberichten van “[B]” aangetroffen. [22] In een gesprek met “[B]” stuurt “[B]” op 5 maart 2017: “
Kreeg een mail van me [B]’s ze zouden 1 vat 25 kg Kata suiker willen hebben . Evt morgen kan dat?? Zoja laat effe weten misg ben ik er nog niet maar ze komen gewoon gelijk met geld testen en betalen en weg . Is maar een begin Mattie !! We gaan knalle let maar op. [23] In een gesprek met “[B]” van 17 maart 2017 stuurt “[B]”: “
en aub probeer die keta naar beneden te halen ze willen met beginnen gewoon 100 per week !! Echt”en “
6900 dan kunnen we delen en dat kan snel ..”, waarop wordt geantwoord met “
47/48” en “
Wn we beuren 76 ?”en “
Wel Nederlandse am he ?”. [24] In een gesprek met “[B]” stuurt “[B]” op 11 februari 2017: “
500 – 160 mdma en 500-180 tot 220 mdma” en “
Lukt dat vandaag maat”. [25] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de inbeslaggenomen telefoon van hem is, dat [B] een kennis van verdachte is, die met hem heeft gecommuniceerd via een applicatie genaamd Wickr, een applicatie waarmee versleutelde berichten verstuurd kunnen worden. [26]
Op 16 maart 2017 stuurt verdachte het volgende sms-bericht aan ‘[C]’: “
laat ze me even bellen als ze er zijn want ik sta achter in de schuur. [27] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de vriezer in maart 2017 heeft gekocht. [28]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft tapgesprekken van verdachte vanuit de PI in de periode 17 mei 2017 tot en met 11 juli 2017 uitgeluisterd. [29] Op 25 mei 2017 is gebeld naar het nummer [telefoonnummer 1]. Verdachte met roepnaam [roepnaam verdachte] (zie noot 26) belt uit en hij krijgt NNman2 aan de lijn. [30] Verdachte vraagt deze man naar [B]. Op 26 mei 2017 is gebeld naar nummer [telefoonnummer 2]. Verdachte spreekt met NNman4, wat [telefoonnummer 2] blijkt te zijn. [verbalisant 2] heeft een gedeelte van het gesprek letterlijk verwoord: “
[roepnaam verdachte]: het is voor mij ook moeilijk sturen vanuit hier, dan ga ik wat aansturen, snap je? [31] Op 26 mei 2017 wordt er gebeld naar nummer [telefoonnummer 1]. Verdachte belt naar een garagebedrijf en vraagt naar [B]. [B] komt aan de lijn en verdachte vraagt hoe het is gegaan. [B] zegt dat hij nog niet is geweest. Verdachte vraagt of het al weg is. Vandaag zou die persoon komen. [32] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat [B] dezelfde persoon is als [B] en dat hij [B] vanuit de PI een aantal keer heeft gebeld, maar niet te pakken kreeg. [33]
Bewijsoverwegingen feit 1 en feit 2 primair
In de schuur van de woning van verdachte zijn goederen en chemicaliën aangetroffen die, in onderling verband en samenhang bezien en gezien de indicatieve test van het LFO, vermoedelijk werden gebruikt voor het vervaardigen van MDMA. De resultaten van het NFI-rapport bevestigen de indicatieve testen en het vermoeden van het LFO. De rechtbank concludeert hieruit dat aangetroffen goederen en chemicaliën zijn gebruikt voor het vervaardigen van MDMA. Verdachte heeft deze conclusie op zichzelf niet betwist, maar stelt zich op het standpunt dat hij niet (ook niet samen met anderen) betrokken is geweest bij het vervaardigen van MDMA in de tenlastegelegde periode. De rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk en zal hieronder uitleggen waarom niet.
Op basis van de gesprekken die zijn aangetroffen op de telefoon van verdachte, de door verdachte bestelde en op 16 maart 2017 geleverde vriezer, de aangetroffen recepten, waarvan het recept dat is aangetroffen in de woning van verdachte overeenkomt met het productieproces dat werd gebruikt bij het vervaardigen van de MDMA in de schuur van verdachte, alsmede het feit dat de buurman op 10 juni 2017 een penetrante geur rook, concludeert de rechtbank dat verdachte zich vanaf 16 maart 2017, tezamen en in vereniging met anderen, bezig hield met de vervaardiging van MDMA. Hoewel verdachte toen gedurende een periode gedetineerd zat, leidt de rechtbank uit de tapgesprekken die verdachte voerde vanuit de PI, af dat verdachte wel degelijk vanuit de PI betrokken was bij de productie. De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking is komen vast te staan.
In de auto van verdachte werd een hoeveelheid van ruim een kilo MDMA aangetroffen. De raadsman heeft – kort gezegd – betoogd dat niet kan worden vastgesteld dat de in de auto aangetroffen substantie ook daadwerkelijk MDMA bevat. De rechtbank verwerpt dit verweer, nu verbalisant [verbalisant 2] hierover ter zitting als getuige duidelijkheid heeft verschaft. Uit hetgeen hij heeft verklaard volgt dat een monster, afkomstig van de in de auto aangetroffen goederen, is onderzocht door het NFI, waarna het NFI heeft geconcludeerd dat het goed MDMA bevat.
Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat verdachte de MDMA niet opzettelijk aanwezig heeft gehad, nu deze zich niet in zijn machtssfeer bevond. De rechtbank verwerpt ook dit verweer. De MDMA is aangetroffen in de auto van verdachte en terwijl verdachte als bijrijder in die auto zat. Daarnaast is in zijn auto een door verdachte geschreven notitie aangetroffen met een lijst van benodigdheden die gebruikt kunnen worden voor een drugslab. Hoewel de MDMA zich onder de vloerplaat van de kofferbak bij het reservewiel bevond, verdachte pas recent uit de gevangenis was gekomen en [A] gedurende zijn detentie in zijn auto zou hebben gereden, acht de rechtbank het gelet op alle hiervoor weergegeven omstandigheden niet geloofwaardig dat verdachte geen wetenschap had van de MDMA in zijn auto.
De rechtbank is op basis van voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een hoeveelheid MDMA heeft vervoerd en tezamen en in vereniging met anderen, MDMA heeft bereid en vervaardigd.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op 13 juli 2017 te Lelystad, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) heeft vervoerd, zijnde MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) een middel vermeld op de bij Opiumwet behorende lijst I;
feit 2 primair
in de periode van 16 maart 2017 tot en met 13 juli 2017 te De Meern, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), heeft bereid en vervaardigd, zijnde MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) een middel als bedoel op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2 primair
medeplegen van opzettelijk handelen met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat rekening dient te worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder het feit dat hij is gediagnosticeerd met hernia. Daarnaast is verdachte niet eerder voor vergelijkbare feiten veroordeeld en valt de detentie hem zwaar omdat hij niet eerder een langere periode heeft vastgezeten. De verdediging heeft verzocht om, in geval van een bewezenverklaring, een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen die gelijk is aan het voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen van MDMA en het vervoeren van een aanzienlijke hoeveelheid MDMA. MDMA is in hoge mate verslavend. Het gebruik van MDMA heeft niet alleen nadelige gevolgen voor de gebruikers zelf, maar ook voor de samenleving als geheel. Daarnaast brengt de productie van MDMA grote risico’s met zich. Verdachte heeft alleen oog gehad voor zijn eigen geldelijk gewin en heeft geen rekening gehouden met deze gevolgen en risico’s. De rechtbank neemt het verdachte verder kwalijk dat de vervaardiging plaatsvond in een woonwijk en daarmee in de nabijheid van andere personen, onder wie kinderen. Verdachte heeft daarnaast op geen enkele wijze verantwoordelijkheid genomen voor de door hem gepleegde feiten.
Alles afwegende en ook in aanmerking genomen de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, is de rechtbank van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. Ter voorkoming van recidive zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk worden opgelegd. Gelet op een en ander acht de rechtbank de eis van de officier van justitie passend. Aan verdachte zal daarom een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, worden opgelegd. De tijd dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal hiervan worden afgetrokken.

9.BESLAG

Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen onttrekken aan het verkeer:
1,0291 kg kristalachtige substantie met goednummer PL0900-2017215471-2001905;
- boekje met vermelde goederen en adres met goednummer PL0900-2017215471-2002250;
  • tas Action met goednummer PL0900-2017215471-2003085;
  • trechter met goednummer PL0900-2017215471-2003088;
  • 2 stuks jerrycans met goednummer PL0900-2017215471-2003090;
  • jerrycan met goednummer PL0900-2017215471-2003093;
  • jerrycan 25 ltr met goednummer PL0900-2017215471-2003094;
  • doos met 5 literflessen met etiket aceton met goednummer PL0900-2017215471-2003095;
  • maatbeker 5 litr met goednummer PL0900-2017215471-2003096;
  • 8 emmers a 10 litr met goednummer PL0900-2017215471-2003097;
  • 4 stuks papier met goednummer PL0900-2017215471-2003130.
Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit aangetroffen. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven.
De rechtbank zal voorts het inbeslaggenomen stroomstootwapen (met goednummer PL0900-2017215471-2003150) onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren:
  • personenauto van het merk Mercedes-Benz met kenteken [kenteken ] met goednummer PL0900-2017215471-1921931;
  • Apple Iphone zwart met goednummer PL0900-2017215471-2001999;
  • Samsung telefoon zwart met goednummer PL0900-2017215471-2002255;
  • Boekje met adres met goednummer PL0900-2017215471-2002242;
  • Vrieskist wit met goednummer PL0900-2017215471-2003092.
Met betrekking tot deze voorwerpen zijn de onder 1 en 2 primair bewezen verklaarde feiten begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten een bankpas ABN AMRO ten name van [verdachte] met goednummer PL0900-2017215471-2002260.
Bewaring in beslag genomen voorwerpen
Met betrekking tot de volgende in beslag genomen voorwerpen kan geen persoon als rechthebbende worden aangemerkt:
  • Alcatel mobiele telefoon met goednummer PL0900-2017215471-2002257;
  • sleutelbos met goednummer PL0900-2017215471-2002264;
  • afstandsbediening Silca met goednummer PL0900-2017215471-2002261;
  • papier, factuur Ster Parts met goednummer PL0900-2017215471-2002267.
De rechtbank zal daarom de bewaring ten behoeve van de rechthebbende(n) van deze voorwerpen gelasten.
De rechtbank zal geen beslissing geven ten aanzien van de volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • Alcatel zwarte mobiele telefoon met goednummer PL0900-2017215471-2002243;
  • ING bankpas met goednummer PL0900-2017215471-2002246;
  • sleutelbos met 4 losse sleutels met goednummer PL0900-2017215471-2002248;
  • afstandsbediening Somfy met goednummer PL0900-2017215471-202249;
  • notitieboek met goednummer PL0900-2017215471-2002254;
Uit de kennisgeving van inbeslagneming blijkt dat deze voorwerpen onder een andere persoon dan verdachte in beslag zijn genomen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 en 2 primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 en 2 primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
36 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
6 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
1,0291 kg kristalachtige substantie met goednummer PL0900-2017215471-2001905;
- boekje met vermelde goederen en adres met goednummer PL0900-2017215471-2002250;
  • tas Action met goednummer PL0900-2017215471-2003085;
  • trechter met goednummer PL0900-2017215471-2003088;
  • 2 stuks jerrycans met goednummer PL0900-2017215471-2003090;
  • jerrycan met goednummer PL0900-2017215471-2003093;
  • jerrycan 25 ltr met goednummer PL0900-2017215471-2003094;
  • doos met 5 literflessen met etiket aceton met goednummer PL0900-2017215471-2003095;
  • maatbeker 5 litr met goednummer PL0900-2017215471-2003096;
  • 8 emmers a 10 litr met goednummer PL0900-2017215471-2003097;
  • 4 stuks papier met goednummer PL0900-2017215471-2003130;
  • stroomstootwapen met goednummer PL0900-2017215471-2003150;
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • personenauto van het merk Mercedes-Benz met kenteken [kenteken ] met goednummer PL0900-2017215471-1921931;
  • Apple Iphone zwart met goednummer PL0900-2017215471-2001999;
  • Boekje met adres met goednummer PL0900-2017215471-2002242;
  • Vrieskist wit met goednummer PL0900-2017215471-2003092;
  • Samsung telefoon zwart met goednummer PL0900-2017215471-2002255;
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
- bankpas ABN AMRO ten name van [verdachte] met goednummer PL0900-2017215471-2002260;
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende(n) van de volgende voorwerpen:
  • Alcatel mobiele telefoon met goednummer PL0900-2017215471-2002257;
  • sleutelbos met goednummer PL0900-2017215471-2002264;
  • afstandsbediening Silca met goednummer PL0900-2017215471-2002261;
  • papier, factuur Ster Parts met goednummer PL0900-2017215471-2002267.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mr. M.N. Noorman en mr.
P.K. Oosterling-van der Maarel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Lootsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 februari 2018.
Mr. P.K. Oosterling-van der Maarel en mr. P. Lootsma zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage 1: de (gewijzigde) tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 13 juli 2017 te Lelystad, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk 1,0291 kilogram MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, zijnde MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Feit 2
primair
hij op meerdere, althans een, tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
1 januari 2017tot en met 13 juli 2017 te De Meern, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, zijnde MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) (telkens) (een) middel als bedoeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van
1 januari 2017tot en met 13 juli 2017 te De Meern, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken van MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, voorwerpen en/of stoffen - te weten beschrijvingen van een productieproces voor het vervaardigen van synthetische drugs en/of een geschreven lijst met benodigdheden voor een productieproces van synthetische drugs en/of een vriezer en/of een maatbeker en/of (een hoeveelheid) natriumboorhygride en/of een of meer jerrycans en/of (een hoeveelheid) PMK en/of zoutzuur en/of een of meer flessen aceton en/of een of meer emmers - voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat/die voorwerp(en) en/of stof(fen) bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 22 augustus 2017, genummerd 2017215471, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 399. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 88, eerste alinea, en pagina 89.
3.Pagina 206.
4.Pagina 97.
5.Rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs, opgesteld door ing. P.H. Walinga, NFI-deskundige forensische drugsanalyse van het NFI, pagina 2.
6.Verklaring van getuige [verbalisant 2], afgelegd ter terechtzitting van 2 februari 2018.
7.Pagina 148, alinea’s 2 en 5, en pagina 155.
8.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 2 februari 2018.
9.Pagina 131 e.v.
10.Pagina 108.
11.Pagina 109.
12.Pagina 110.
13.Pagina 128.
14.Pagina’s 131 e.v.
15.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 2 februari 2018.
16.Pagina 112 en 120.
17.Proces-verbaal verhoor van getuige [verbalisant 4], van 8 januari 2018, pagina 2.
18.Pagina 365.
19.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 2 februari 2018.
20.Pagina 367.
21.Pagina 237.
22.Pagina 236.
23.Pagina 255.
24.Pagina 254.
25.Proces-verbaal van bevindingen, van 10 november 2017, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2], negentiende bladzijde.
26.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 2 februari 2018.
27.Pagina 387.
28.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 2 februari 2018.
29.Pagina 388 e.v.
30.Pagina 388.
31.Pagina 389.
32.Pagina 391.
33.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 2 februari 2018.