Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met onderstaande opsomming van de bewijsmiddelen: [1]
5.BEWEZENVERKLARING
- op de Rijksweg A2 (ter hoogte van de afrit Abcoude en de afrit Ouder-Amstel), gaande in de richting van Amsterdam, meermalen een stopteken genegeerd, aan hem getoond middels een aan een politievoertuig aangebracht verlicht transparant, met daarin de woorden "STOP en POLITIE" en gereden met een snelheid van ongeveer 180 tot 190 kilometer (per uur) en een rood verkeerslicht genegeerd en
- vervolgens op de Rijksweg A9 (ter hoogte van de afrit 4 en de afrit Amstelveen), gaande in de richting van Haarlem, gereden met een snelheid van ongeveer 165 tot 200 kilometer per uur en (krachtig) geremd, terwijl hiertoe geen (directe) aanleiding bestond, ten gevolge waarvan de bestuurder van het achter hem, verdachte, rijdende politievoertuig, (met kracht) heeft moeten remmen, teneinde een aanrijding met het door verdachte bestuurde voertuig te voorkomen en
- vervolgens op de Rijksweg A4 (ter hoogte van de afrit Roelofarendsveen), gaande in de richting van Den Haag, gereden met een snelheid van ongeveer 160 tot 180 kilometer per uur, en gereden over de vluchtstrook en daarbij meerdere voor hem rijdende voertuigen niet links, maar rechts ingehaald, en
- vervolgens op de Rijksweg A20 (ter hoogte van het knooppunt Kleinpolderplein), gaande in de richting van Gouda, gereden met een snelheid van ongeveer 180 kilometer per uur, en
- vervolgens op de Rijksweg A20 en/of op de Rijksweg A16, van rijstrook gewisseld, terwijl op dat moment deze rijstrook was afgekruist met een voor verdachte zichtbaar rood kruis, aanduidende dat deze rijstrook op dat moment was gesloten voor het verkeer en welke rijstrook was afgezet met oranje pylonen in verband met wegwerkzaamheden, en tussen deze pylonen door gereden en daarbij een voor hem rijdend voertuig niet links maar rechts ingehaald, en
- vervolgens op de Rijksweg A16, gaande in de richting van Breda, gereden met een snelheid van ongeveer 180 kilometer per uur,
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
opzetheling
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
inkomen, dagbesteding en schuldhulpverlening;
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 14d, 62 en 416, van het Wetboek van Strafrecht en
- 5, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994,
10.VORDERING VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING
3.BESLISSING
gevangenisstraf van 3 maanden.
nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
een geldboete van € 1000,-,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 20 dagen.
ontzegt verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1jaar.