3.1.[eiseres] vordert – na vermeerdering van eis – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. A) [gedaagde] te veroordelen om de advocaat van [eiseres] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis alle bescheiden ter hand te stellen met betrekking tot de nalatenschap van erflaatster evenals alle daartoe strekkende inlichtingen die nodig zijn om de legitieme portie te berekenen, waaronder in ieder geval:
- de volledige en definitieve aangifte erfbelasting;
- alle bankafschriften van ING-bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] en ABN AMRO bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
- stukken waarmee de schenkingen aan [gedaagde] , diens vrouw en kinderen onomstotelijk kunnen worden vastgesteld;
op straffe van een dwangsom ingaande direct na betekening van het vonnis van € 5.000,00 ineens en € 500,00 voor elk dagdeel dat [gedaagde] geheel of gedeeltelijk in gebreke is en niet of niet volledig aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,00;
B) [gedaagde] te veroordelen tot afgifte van een verklaring die een machtiging bevat, om informatie van alle betrokken/relevante banken en instanties in Nederland betreffende het vermogen van erflaatster te verkrijgen, en in het bijzonder om de aanwezige banksaldi op te vragen ten tijde van het overlijden van erflaatster, op straffe van een dwangsom ingaande direct na betekening van het vonnis van € 5.000,00 ineens en € 500,00 voor elk dagdeel dat [gedaagde] geheel of gedeeltelijk in gebreke is en niet of niet volledig aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,00;
subsidiair de door de executeur ter comparitie overgelegde volmacht te verduidelijken en te verlengen met een termijn van minimaal drie maanden;
2. [gedaagde] te veroordelen om binnen een termijn van een week na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting het bedrag van € 124.499,16, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagvaarding, of zoveel meer als moge blijken uit de door de executeur op grond van het vonnis nog aan te leveren bescheiden, te betalen;
3. [gedaagde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting de proceskosten en de buitengerechtelijke kosten van [eiseres] , begroot op € 2.500,00 p.m. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagvaarding, te betalen;
4. voor recht te verklaren dat [gedaagde] , die tevens handelt als executeur, toerekenbaar onrechtmatig en daarmee toerekenbaar onzorgvuldig jegens [eiseres] heeft gehandeld en jegens haar schadeplichtig is;
5. voor recht te verklaren dat [gedaagde] , die tevens handelt als executeur, een schadevergoeding van € 50.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente, aan [eiseres] verschuldigd is;