ECLI:NL:RBMNE:2018:1641

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 januari 2018
Publicatiedatum
19 april 2018
Zaaknummer
C/16/448606 / KG ZA 17-786
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over franchiseovereenkomst en concurrentiebedingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 januari 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen ONEDAYCLINICFRANCHISE B.V. en verschillende gedaagden, waaronder [verweerster 1], Medfocus B.V., [verweerder 3], Oxymo B.V. en Qorpus B.V. Eiseres, ONEDAYCLINICFRANCHISE B.V., vorderde onder andere dat [verweerster 1] en Medfocus zouden worden verboden om handelingen te verrichten die concurreren met de activiteiten van ONEDAYCLINIC. De rechtbank oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was bij de vorderingen van eiseres, omdat [verweerster 1] haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst niet nakwam en er sprake was van een vertrouwensbreuk. De rechtbank heeft [verweerster 1] veroordeeld om binnen 48 uur na het vonnis alle concurrerende activiteiten te staken en een dwangsom opgelegd voor iedere dag dat zij in gebreke blijft. De vorderingen tegen de andere gedaagden, waaronder [verweerder 3], zijn afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat zij onrechtmatig handelden of profiteerden van de wanprestatie van [verweerster 1]. De rechtbank heeft de proceskosten voor [verweerster 1] en Medfocus toegewezen, terwijl de kosten voor de andere gedaagden voor eigen rekening kwamen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/448606 / KG ZA 17-786
Vonnis in kort geding van 12 januari 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ONEDAYCLINICFRANCHISE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. F.H.J. van Schoonhoven te Amsterdam,
tegen

1.[verweerster 1] ,

wonende te [woonplaats] (België),
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
MEDFOCUS B.V.,
gevestigd te Brussel (België),
3.
[verweerder 3],
wonende te [woonplaats] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OXYMO B.V.,
gevestigd te Utrecht,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
QORPUS B.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagden,
advocaat mr. J.J.H. van der Meijden te Culemborg.
Partijen zullen hierna eiseres en [verweerster 1] , Medfocus, [verweerder 3] , Oxymo en Qorpus (gezamenlijk gedaagden) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 november 2017 met 31 producties;
  • producties 32 tot en met 49 van eiseres;
  • producties A tot en met I van gedaagden;
  • de mondelinge behandeling op 22 december 2017;
  • de pleitnota van eiseres;
  • de pleitnota van gedaagden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verweerster 1] , geboren op [geboortedatum] 1986, is verloskundige. Zij was als zodanig geregistreerd in het BIG-register. Deze registratie is in 2017 geëindigd en niet meer verlengd omdat eiseres onvoldoende werkzaam was geweest als verloskundige. Mevrouw [A] (hierna: [A] ), geboren op [geboortedatum] 1982, is arts. Zij is sinds een aantal jaren eigenaar van een kliniek voor het afnemen van soa-testen in Amsterdam onder de naam Onedayclinic. [verweerster 1] en [A] hebben elkaar in 2014 leren kennen tijdens een vaccinatiecursus. Dat contact heeft er toe geleid dat zij in 2016 hebben afgesproken dat [verweerster 1] in Utrecht een kliniek volgens de Onedayclinic formule zou gaan openen.
2.2.
In december 2016 heeft [A] eiseres opgericht om de franchise formule Onedayclinic voor de exploitatie van klinieken en/of behandelcentra voor soa’s te kunnen gaan vermarkten. Kenmerkend voor de formule is het anoniem en snel afnemen en snel laten uitvoeren van een soa-test, alsmede het snel geven van de bijbehorende behandeling. [A] en [verweerster 1] hebben afgesproken dat [verweerster 1] de eerste franchisenemer van eiseres zou worden.
2.3.
[verweerster 1] was sinds in ieder geval begin 2015 ook betrokken bij de vennootschap naar Belgisch recht Driving XP. Deze onderneming is opgericht met het oog op thuiszorg, kraamzorg, reisvaccinaties en soa testen. [verweerster 1] is sinds 2 april 2015 in [woonplaats] gaan handelen onder de naam Medfocus. Ook deze eenmanszaak is opgericht met het oog op reisvaccinaties, soa-testen en thuiszorg.
2.4.
Eiseres en [verweerster 1] hebben aanvankelijk een franchiseovereenkomst ondertekend met een looptijd van vijf jaar met ingang van 1 januari 2017 op grond waarvan [verweerster 1] een vestiging volgens de formule van eiseres zou openen te Utrecht. Later hebben zij besloten in de vorm van een commanditaire vennootschap te gaan samenwerken. Eiseres heeft met ingang van 1 januari 2017 als commanditair vennoot en [verweerster 1] als beherend vennoot een overeenkomst van commanditaire vennootschap ondertekend. Deze overeenkomst (hierna: de overeenkomst CV) heeft ten doel het gezamenlijk en voor gemeenschappelijke naam en rekening exploiteren van een vestiging volgens de formule van eiseres in Utrecht. Ter uitvoering van de gemaakte afspraken heeft [verweerster 1] een kliniek volgens de formule van eiseres geopend in de door haar gehuurde bedrijfsruimte aan de [adres] in Utrecht. Deze vestiging is als vestiging van de cv ingeschreven in het handelsregister. De vestiging richt zich volledig op het testen op soa’s en de behandeling daarvan.
2.5.
In de overeenkomst CV is onder meer het volgende opgenomen:
‘(…)
Art.9-1
Het is vennoot 1 (…) verboden tijdens het bestaan der vennootschap, direct of indirect voor eigen rekening of voor rekening van anderen of voor gezamenlijke rekening, met andere buiten de vennootschap om zaken te doen of een al dan niet soortgelijk bedrijf te (doen) drijven als de/het door deze vennootschap uitgeoefende, daarbij rechtstreeks of zijdelings belanghebbende of betrokkene te zijn of daarvoor direct of indirect werkzaam te zijn (…) of anderen daarin of daarvoor direct of indirect voor hem werkzaam te doen zijn.
(…)
Art.21-1
Alle geschillen welke tussen de vennoten c.q. hun rechtverkrijgenden/rechtvertegenwoordiger(s) mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst of nadere overeenkomsten welke daarvan het gevolg mochten zijn, zullen in het hoogte ressort, met uitsluiting van de gewone rechter, door drie scheidsmannen worden beslist.
(…)
Art.21-7
De bevoegdheid van de President der Rechtbank in kort geding wordt door deze bepalingen niet uitgesloten, (…).’
2.6.
Eiseres en [verweerster 1] hebben ook een ‘Aanvullende overeenkomst’ (hierna: aanvullende overeenkomst) gesloten, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
‘(…)
15.1
Beherende vennoot verplicht zich jegens commanditaire vennoot gedurende de looptijd van de overeenkomst en daarna tot volledige geheimhouding van al hetgeen beherende vennoot ter kennis is gekomen in het kader van de uitoefening van de onderhavige overeenkomst, betreffende de werkzaamheden en relaties van commanditaire vennoot en met commanditaire vennoot gelieerde bedrijven. (…)
15.2.
Het is beherende vennoot (…) verboden gedurende de looptijd van deze overeenkomst direct of indirect, zelfstandig of in dienstverband of in de vorm van een vennootschap, werkzaam te zijn of financiële dan wel zakelijke belangen te hebben bij activiteiten of werkzaam te zijn in een onderneming die concurrerend of soortgelijk is aan de door beherende vennoot in het kader van deze overeenkomst uitgeoefende activiteiten of werkzaamheden of onderneming. (…)
(…)
23.1
Overtreding van de voorschriften gegeven in de bepalingen in de overeenkomst geeft commanditaire vennoot het recht betaling van een direct opeisbare boete te verlangen van € 10.000,- voor iedere overtreding. Verder is commanditaire vennoot gerechtigd voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, betaling van een boete van € 1.000,- te verlangen. Beide boetes kunnen naast elkaar en afzonderlijk worden gevorderd. (…)’
(…)’
2.7.
Eiseres heeft een franchisehandboek opgesteld, waarin onder meer is bepaald dat iedere Onedayclinic vestiging vijf dagen per week open moet zijn, met minimaal twee avondopeningen, met als uitgangspunt dat de vestiging 40 uur per week geopend is. Daarnaast is iedere franchisenemer volgens dit handboek verplicht zijn registratie in het BIG-register up-to-date te houden.
2.8.
Ten tijde van het ondertekenen van de overeenkomsten met eiseres was [verweerster 1] woonachtig aan het [adres] te [woonplaats] . [verweerder 3] woonde daar toen ook en is daar blijven wonen. [verweerster 1] staat sinds kort ingeschreven op een adres in [woonplaats] , België.
2.9.
Op 2 augustus 2017 heeft [verweerder 3] de vennootschap Qorpus opgericht. Qorpus handelt mede onder de naam StadsKliniek en richt zich op het toedienen van reisvaccinaties en het testen op soa’s. Bestuurder van Qorpus is Oxymo, een vennootschap die eveneens door [verweerder 3] is opgericht en fungeert als financiële holding. [verweerder 3] heeft klinieken onder de naam StadsKliniek geopend in Rotterdam, Eindhoven, Den Haag en Breda. Daarnaast heeft [verweerder 3] op 20 oktober 2017 de vennootschap SoaKliniek Utrecht B.V. opgericht. Alle door [verweerder 3] geopende klinieken specialiseren zich, net als de Onedayclinics, in het anoniem en snel testen op soa’s.
2.10.
[verweerster 1] heeft op 28 september 2017 haar eenmanszaak Medfocus ingebracht in de nieuw opgerichte vennootschap Medfocus B.V. Volgens [verweerster 1] worden in Medfocus geen activiteiten ontplooid.
2.11.
Eiseres heeft de volgende facturen aan [verweerster 1] gezonden:
Nummer Datum Bedrag Betreft
2017-0031 12-9-2017 € 10.542,60 Labkosten
2017-0036 8-10-2017 € 7.765,20 Labkosten september 2017
2017-0041 1-11-2017 € 5.869,80 Labkosten oktober 2017
2017-0044 8-11-2017 € 244,23 Telefoon en internet aug-okt 2017
2017-0045 10-11-2017 € 322,67 Bijdrage Buro Meerwaarde 1/3 deel
2017-0048 30-11-2017 € 2.680,32 Labkosten november 2017, bijdrage Buro Meerwaarde, telefoonkosten
2.12.
[verweerster 1] heeft deze facturen onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert, na wijziging van eis, samengevat -:
ten aanzien van [verweerster 1] :
I. [verweerster 1] te veroordelen om binnen 48 uur na dit vonnis alle handelingen te staken en gestaakt te houden ten behoeve van StadsKliniek en SoaKliniek en/of enig andere op OnedayClinic gelijkende kliniek, waaronder, niet limitatief, het behandelen van patiënten, het benaderen van laboratoria en het werven van personeel;
II. [verweerster 1] te verbieden om handelingen te verrichten buiten het doel van de C.V. en/of buiten het doel van de geldende afspraken en te gebieden om zich volledig en uitsluitend in te zetten voor de C.V.;
III. [verweerster 1] te gebieden zich strikt te houden aan de geldende afspraken, waaronder de openingstijden en prijsafspraken;
IV. [verweerster 1] te veroordelen om binnen 48 uur na dit vonnis alle handelingen uit haar eigen naam dan wel uit naam van de eenmanszaak Medfocus te staken en gestaakt te houden die gelijken dan wel concurreren met de bedrijfsactiviteiten van Onedayclinic;
V. het bovenstaande elk op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat [verweerster 1] in gebreke blijft aan een van deze veroordelingen te voldoen, met een maximum van € 5.000.000,-;
VI. [verweerster 1] te veroordelen om binnen 48 uur na vonnis te voldoen:
- € 26.505,- (labkosten);
- € 5.094,60 (winstverdeling);
- € 50.000,- (voorschot boetes), te vermeerderen met rente vanaf 16 november 2017;
- € 274,48 (telefoon en internet);
- € 645,34 (bijdrage Buro Meerwaarde);
ten aanzien van Medfocus:
I. Medfocus te veroordelen om binnen 48 uur na dit vonnis alle handelingen te staken en gestaakt te houden die gelijken dan wel concurreren met de bedrijfsactiviteiten van Onedayclinic;
II. [verweerster 1] als enig aandeelhoudster van Medfocus te veroordelen om binnen 48 uur na dit vonnis de bedrijfsactiviteit ‘het testen op seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA)’ statutair zo te wijzigen dat deze, zolang het non-concurrentiebeding geldt, niet concurreert met het doel en de activiteiten van Onedayclinic;
III. het bovenstaande elk op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat Medfocus in gebreke blijft aan een van deze veroordelingen te voldoen, met een maximum van € 5.000.000,-;
ten aanzien van [verweerder 3] :
I. [verweerder 3] te veroordelen om binnen 48 uur na dit vonnis alle handelingen te staken en gestaakt te houden t.b.v. StadsKliniek en SoaKliniek en/of enig andere op Onedayclinic gelijkende kliniek, waaronder, niet limitatief, het behandelen van patiënten, het benaderen van laboratoria en het werven van personeel;
II. [verweerder 3] te veroordelen om binnen 48 uur na dit vonnis:
a. hetzij Oxymo en Qorpus te ontbinden en beëindigen;
b. hetzij het doel met de bedrijfswerkzaamheden van Oxymo en Qorpus dusdanig aan te passen dat deze niet concurreren met het doel en de bedrijfsactiviteiten van Onedayclinic;
III. [verweerder 3] te verbieden handelingen te verrichten en/of direct of indirect betrokken te zijn bij activiteiten die concurreren of kunnen concurreren met Onedayclinic;
IV. het bovenstaande elk op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat [verweerder 3] in gebreke blijft aan een van deze veroordelingen te voldoen, met een maximum van € 5.000.000,-;
ten aanzien van Oxymo:
I. Oxymo te veroordelen om binnen 48 uur na dit vonnis:
a. hetzij Qorpus te ontbinden en beëindigen;
b. hetzij het doel van Qorpus met de bedrijfswerkzaamheden dusdanig aan te passen dat deze niet concurreren met het doel en de bedrijfsactiviteiten van Onedayclinic;
II. het bovenstaande op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat Oxymo in gebreke blijft aan een van deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 5.000.000,-;
ten aanzien van Qorpus:
I. Qorpus te veroordelen om binnen 48 uur na dit vonnis de StadsKliniek vestigingen te staken en gestaakte te houden, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan een van deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 5.000.000,-;
gezamenlijk:
I. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Eiseres stelt dat [verweerster 1] en [verweerder 3] levenspartners zijn en samen een kind hebben. Zij stelt verder dat [verweerster 1] samen met, of onder leiding van, [verweerder 3] probeert zoveel mogelijk informatie, expertise, know-how en (laboratorium)contacten van eiseres probeert weg te trekken om deze vervolgens en uitsluitend voor eigen gewin te gebruiken. Eiseres baseert haar vorderingen tegen [verweerster 1] op de met [verweerster 1] gesloten overeenkomsten en het handboek. Zij stelt dat [verweerster 1] voortdurend de overeengekomen en ondertekende non-concurrentie- en geheimhoudingsbedingen overtreedt, handelingen verricht buiten het doel van de cv en zich niet houdt aan de in het handboek vastgelegde openingstijden en prijzen. Ook komt [verweerster 1] volgens eiseres haar financiële verplichtingen uit de overeenkomsten met eiseres niet na. Eiseres baseert haar vorderingen tegen de overige gedaagden op onrechtmatige daad. Zij stelt dat deze gedaagden profiteren van de wanprestatie van [verweerster 1] en pro-actief meewerken aan die wanprestatie.
3.3.
[verweerster 1] en [verweerder 3] betwisten dat zij levenspartners zijn en samen een kind hebben. Zij stellen dat zij alleen bevriend zijn. [verweerster 1] stelt verder dat zij op dit moment volledig arbeidsongeschikt is en daarom geen werkzaamheden kan uitvoeren. Gedaagden voeren als formeel verweer dat er geen sprake is van een spoedeisend belang aan de zijde van eiseres, omdat de aan de vorderingen ten grondslag liggende feiten onjuist zijn en onvoldoende zijn bewezen. Inhoudelijk geldt volgens gedaagden dat er sprake is van een vertrouwensbreuk tussen [A] en [verweerster 1] als gevolg van tegenwerking door [A] . Hierdoor, zo stelt [verweerster 1] , kan zij niet meer aan haar verplichtingen uit de overeenkomsten voldoen. Volgens [verweerster 1] heeft [A] haar tegengewerkt bij het verkrijgen van een (verlenging van de) BIG-(her)registratie als bevoegd verloskundige en stelt [A] ten onrechte dat zij volledig werkzaam moet zijn voor de cv. De druk en tegenwerking nam volgens [verweerster 1] toe toen de kliniek in Utrecht in de vakantieperiode in 2017 gedurende één week beperkte openingstijden hanteerde. In augustus 2017 ontdekte [verweerster 1] dat [A] een korting van 46% van het laboratorium ontving, terwijl zij 100% aan labkosten doorfactureerde. [verweerster 1] heeft vervolgens de maandelijkse facturen vanaf september 2017 verrekend met de eerder teveel door haar betaalde labkosten. Vanaf het moment van dagvaarden heeft [A] de administratie van de kliniek voor [verweerster 1] geblokkeerd en ligt daarmee de kliniek stil. Voor de daaruit voortvloeiende schade is eiseres volgens [verweerster 1] aansprakelijk. Zij heeft aangekondigd schadevergoeding te vorderen in een bodemprocedure. [verweerster 1] betwist dat zij concurrerende activiteiten verricht of het geheimhoudingsbeding heeft geschonden. Zij betwist verder dat de kosten voor ‘buro Meerwaarde’ in rekening mogen worden gebracht. Zij stelt dat dit marketingpromotiekosten betreft, en dat deze zijn opgenomen in de franchisevergoeding van 12%. Volgens [verweerster 1] was [verweerder 3] al geruime tijd bezig om klinieken op te zetten en is zij daarbij niet betrokken. [verweerder 3] voert aan dat hij geen contractuele relatie met eiseres heeft en ook niet profiteert van wanprestatie van [verweerster 1] . Volgens [verweerder 3] kan eiseres hem dan ook niet beletten om met haar te concurreren en is er geen grondslag om het staken van de activiteiten van zijn klinieken te vorderen. [verweerster 1] bemoeit zich volgens gedaagden niet met de ondernemingen van [verweerder 3] . Indien enige vordering wel voor toewijzing in aanmerking komt, dienen de gevorderde boetes en dwangsommen aanzienlijk te worden gereduceerd tot een redelijk bedrag en met een redelijke termijn voor nakoming.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid

4.1.
De voorzieningenrechter is bevoegd de vordering van eiseres tegen gedaagden 3 tot en met 5 te beoordelen. Eiseres en [verweerster 1] zijn in de Overeenkomst van CV arbitrage overeengekomen voor de beslechting van alle geschillen naar aanleiding van die overeenkomst, maar zij hebben de bevoegdheid van de president van de rechtbank in kort geding niet uitgesloten. [verweerster 1] is na het sluiten van de Overeenkomst van CV echter verhuisd naar België. Ook Medfocus is sinds kort gevestigd in België. Daarom heeft de zaak tegen gedaagden 1 en 2 een internationaal karakter en moet de voorzieningenrechter beoordelen of ook internationale bevoegdheid bestaat. Die bevoegdheid kan worden ontleend aan artikel 31 van de Verordening 44/2001 en aan artikel 107 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De bevoegdheid is tussen partijen ook niet in geschil.
4.2.
Partijen hebben zich niet uitgelaten over het toepasselijke recht. De voorzieningenrechter begrijpt daaruit, en uit de op het Nederlandse recht gebaseerde stellingen van partijen, dat partijen voor de toepasselijkheid van het Nederlandse recht hebben gekozen.
Spoedeisend belang
4.3.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft eiseres voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij onderhavige vorderingen. Zij heeft immers gesteld verlies te lijden doordat afspraken niet door [verweerster 1] worden nagekomen, doordat de kliniek stil ligt, doordat [verweerster 1] het non-concurrentiebeding en geheimhoudingsbeding schaadt en doordat haar onrechtmatige concurrentie wordt aangedaan door de ondernemingen van [verweerder 3] . Verder schiet zij kosten van de kliniek in Utrecht voor die door [verweerster 1] niet worden betaald. Of deze stellingen al dan niet juist zijn, is voor de beoordeling van het spoedeisend belang niet van belang, dit komt tijdens de verdere beoordeling aan de orde. Het spoedeisend belang is met het enkele stellen van deze feiten gegeven.
4.4.
In deze kort geding procedure moet voorts aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek, beoordeeld worden of de vorderingen van eiseres in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopen daarop door toewijzing reeds nu gerechtvaardigd is.
Ten aanzien van [verweerster 1]
4.5.
Partijen hebben een overeenkomst van commanditaire vennootschap gesloten, met als doel een vestiging van een Onedayclinic in Utrecht. De looptijd van de overeenkomst is vijf jaar (dus tot 1 januari 2022) en beide partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat de overeenkomst thans nog loopt. De voorzieningenrechter neemt daarom als vaststaand aan dat de overeenkomst nog van kracht is. Beide partijen hebben echter ook verklaard dat er sprake is van een ernstig verstoorde relatie tussen beide vennoten, zodat de voorzieningenrechter het aannemelijk acht dat de commanditaire vennootschap binnen afzienbare tijd alsnog zal eindigen. Daar komt bij dat [verweerster 1] heeft verklaard dat zij thans volledig arbeidsongeschikt is.
4.6.
Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter komt [verweerster 1] haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst CV toerekenbaar niet na. eiseres heeft voldoende onderbouwd dat [verweerster 1] direct en indirect het non-concurrentiebeding heeft geschonden door:
werkzaamheden te verrichten voor Qorpus; de werkzaamheden blijken voldoende uit de e-mail die is overgelegd als productie 24;
overboeking van door klanten gepinde bedragen in de Onedayclinic Utrecht naar Oxymo; dit blijkt voldoende uit productie 24a;
de bedrijfsruimte aan de [adres] te Utrecht waarin de kliniek van de cv volgens de formule van eiseres is of was gevestigd (ook) ter beschikking te stellen aan SoaKliniek Utrecht B.V., een vennootschap van [verweerder 3] (zie productie 36); of deze vennootschap van [verweerder 3] al diensten aanbiedt aan het publiek is niet van belang;
anderszins bemoeienis te hebben met de ondernemingen van [verweerder 3] die nagenoeg gelijke activiteiten verrichten als de klinieken volgens de formule van eiseres; deze bemoeienis is voldoende onderbouwd met de niet betwiste stellingen dat [verweerster 1] en [verweerder 3] tot kort geleden hebben samengewoond en [verweerder 3] namens hem zelf en [verweerster 1] (in de “wij-vorm”) heeft gereageerd op de brieven die eiseres aan [verweerster 1] heeft geschreven over de samenwerking in de cv.
4.7.
De voorzieningenrechter zal, gelet op de schending van het non-concurrentiebeding, [verweerster 1] veroordelen om binnen 48 uur na dit vonnis alle handelingen te staken en gestaakt te houden ten behoeve van de Stadskliniek, SoaKliniek of enige andere op Onedayclinic gelijkende kliniek. Ook zal [verweerster 1] worden veroordeeld om alle andere concurrerende handelingen uit eigen naam of uit naam van de eenmanszaak Medfocus te staken en gestaakt te houden. [verweerster 1] heeft aangevoerd dat Medfocus geen activiteiten verricht. Op grond van het non-concurrentiebeding mag zij ook geen concurrerende activiteiten voor Medfocus verrichten. Tussen partijen is niet in geschil dat het verrichten van werken als verloskundige niet onder het concurrentiebeding valt. De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen als hierna vermeld en worden gemaximeerd tot een bedrag van € 100.000,-.
4.8.
Volgens eiseres heeft [verweerster 1] haar geheimhoudingsplicht geschonden, hetgeen zou blijken uit het feit dat:
[verweerder 3] het Reinier MDC, het laboratorium waar eiseres haar testen laat uitvoeren, heeft benaderd;
de heer [B] , basisarts, die had gesolliciteerd bij de Onedayclinic van de cv, werkzaam is voor een StadsKliniek;
de website www.stadskliniek.nl vrijwel gelijk is aan de website van Onedayclinic.
De voorzieningenrechter volgt eiseres niet in haar standpunt dat hieruit schending van de geheimhoudingsplicht voldoende blijkt. Het Reinier MDC is immers een groot landelijk opererend laboratorium, dat door iedere gezondheidsinstelling benaderd kan worden en dat geen exclusieve relatie met eiseres heeft. Het is voorshands ook niet onaannemelijk dat een basisarts die werk zoekt niet alleen bij een kliniek volgens de formule van eiseres, maar ook bij een kliniek als StadsKliniek solliciteert. Tot slot staat vast dat de website van eiseres voor iedereen toegankelijk is en dat [verweerder 3] zelf deze website als uitgangspunt kan hebben genomen voor de vormgeving van zijn eigen website. Uit geen van deze omstandigheden volgt naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter dat [verweerster 1] geheime informatie over de formule van eiseres moet hebben gedeeld met [verweerder 3] .
4.9.
Het gevorderde verbod om handelingen te verrichten buiten het doel van de cv of geldende afspraken en het gevorderde gebod om uitsluitend werkzaam te zijn voor de kliniek van de cv en zich te houden aan de overeengekomen openingstijden en prijzen zal worden afgewezen. Partijen hebben namelijk een geschil over de uitleg van de gesloten overeenkomsten. Zij zijn het niet eens over de vraag of [verweerster 1] fulltime voor de kliniek van de cv moet werken. Zij zijn het ook niet eens over de prijzen die eiseres voor laboratoriumdiensten mag doorberekenen. Eiseres stelt dat [verweerster 1] fulltime voor de cv moet werken. Volgens [verweerster 1] is afgesproken dat zij werkzaamheden als verloskundige mag blijven verrichten en is het nooit de bedoeling van partijen geweest dat zij fulltime werkzaam zou zijn voor de cv. Volgens eiseres hoeft zij de aanzienlijke korting op de prijzen voor laboratoriumdiensten niet door te geven aan [verweerster 1] . Volgens [verweerster 1] is dat wel het geval. Nader onderzoek is nodig naar hetgeen partijen zijn overeengekomen en naar hetgeen zij over en weer op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid van elkaar mochten en mogen verwachten. Daarvoor leent dit kort geding zich niet. Daar komt dan nog bij dat [verweerster 1] heeft gesteld dat zij op dit moment volledig arbeidsongeschikt is en niet voor de cv kan werken.
4.10.
Eiseres heeft aanspraak gemaakt op een voorschot aan verbeurde boetes. Op grond van artikel 23 van de aanvullende overeenkomst is [verweerster 1] een boete verschuldigd aan eiseres, wegens overtreding van het non-concurrentiebeding. [verweerster 1] heeft om matiging van de gevorderde boete verzocht. De voorzieningenrechter ziet echter geen aanleiding om de gevorderde boete te matigen. [verweerster 1] heeft geen inzicht gegeven in haar financiële situatie. Voor eiseres geldt dat zij een groot belang heeft bij nakoming van het non-concurrentiebeding. Hoe groot haar schade is, is niet komen vast te staan, maar er zijn inmiddels vier Stadsklinieken (van Qorpus, waarvoor [verweerster 1] werkzaamheden heeft verricht) en één SoaKliniek actief (met als bezoekadres de bedrijfsruimte van de kliniek van de cv aan de [adres] te Utrecht). Het is aannemelijk dat eiseres door de bemoeienis van [verweerster 1] hierbij schade heeft geleden. Hoe actief deze vestigingen zijn en hoe groot de schade is, dient zonodig in een bodemprocedure te worden uitgezocht. De voorzieningenrechter zal de verbeurde boete thans bepalen op € 10.000,- per vestiging (Rotterdam, Eindhoven, Den Haag, Breda en Utrecht), dus € 50.000,- in totaal, conform hetgeen is gevorderd. De voorzieningenrechter zal aan de betaling een redelijke termijn verbinden van 14 dagen na betekening van dit vonnis. De gevorderde rente wordt toegewezen vanaf de dag der dagvaarding tot de voldoening.
4.11.
Eiseres heeft ook betaling gevorderd van de winstverdeling en de gefactureerde labkosten, telefoonkosten en bijdrage Buro Meerwaarde. [verweerster 1] heeft de omvang van de geldvordering betwist en heeft zich beroepen op verrekening met een tegenvordering. Zij stelt dat zij vanaf januari tot en met augustus 2017 veel teveel aan labkosten heeft betaald, omdat eiseres ten onrechte niet de door haar van het laboratorium verkregen korting heeft doorberekend. Of deze korting – waarvan [A] ter mondelinge behandeling heeft erkend dat zij die heeft ontvangen en niet heeft doorberekend – ten onrechte niet ten goede is gekomen aan [verweerster 1] , dient in een bodemprocedure nader te worden uitgezocht. In deze procedure kan niet worden vastgesteld wat de vennoten over en weer nog van elkaar te vorderen hebben. Het kort geding leent zich niet voor dit nadere onderzoek, zodat onduidelijk is of en zo ja hoeveel [verweerster 1] kan verrekenen met de openstaande facturen, zodat de vordering op dit punt zal worden afgewezen. Overigens is aannemelijk dat de commanditaire vennootschap op korte termijn zal eindigen als gevolg van de vertrouwensbreuk en dat de vennoten een eindafrekening zullen moeten opmaken. Zij kunnen daarover in overleg treden.
Ten aanzien van Medfocus
4.12.
[verweerster 1] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat Medfocus op dit moment geen activiteiten ontplooit. Het staat echter vast dat zij Medfocus heeft opgericht nadat zij de overeenkomst van cv had gesloten en nadat zij het non-concurrentiebeding had ondertekend. Het staat ook vast dat Medfocus is opgericht met het doel om onder meer soa-testen te gaan doen. Eiseres heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van dreigende concurrentie van Medfocus, zodat ook Medfocus zal worden veroordeeld om alle handelingen te staken en gestaakt te houden die gelijken dan wel concurreren met de bedrijfsactiviteiten van eiseres. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd tot een bedrag van € 100.000,-.
4.13.
De gevorderde wijziging van de statuten leent zich niet voor toewijzing in deze kort gedingprocedure. Dit deel van de vordering gaat het bestek van een voorlopige voorziening te buiten en wordt daarom afgewezen.
Ten aanzien van [verweerder 3]
4.14.
De voorzieningenrechter zal [verweerder 3] niet verbieden om concurrerende activiteiten te ontplooien omdat daarvoor geen grondslag is. [verweerder 3] heeft geen contractuele relatie met eiseres. Het staat wel vast dat hij enige tijd op hetzelfde adres heeft gewoond als [verweerster 1] , maar volgens [verweerder 3] zonder dat sprake was van een affectieve relatie. De enkele samenwoning is onvoldoende om [verweerder 3] als een verlengstuk van [verweerster 1] te zien. Hij mag zich dus op dezelfde markt begeven als eiseres en soortgelijke klinieken oprichten. Dat is naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in de omstandigheden van dit geval niet onrechtmatig. Dat [verweerder 3] mogelijk door het succes van eiseres op het idee is gekomen om zelf te gaan profiteren van de kansen op de markt voor anonieme en snelle soa-testen, maakt zijn handelen nog niet onrechtmatig. Daarvoor is meer nodig. Dat meerdere is nog onvoldoende gebleken. Daarom kunnen de vorderingen van eiseres jegens [verweerder 3] niet worden toegewezen. [verweerder 3] mag niet zonder meer profiteren van een overtreding van het non-concurrentiebeding door [verweerster 1] , maar op het profiteren van wanprestatie is de vordering tegen [verweerder 3] niet toegespitst. Ook kan in de vordering geen verbod op het te werk stellen van [verweerster 1] worden ingelezen. Derhalve zullen de vorderingen tegen [verweerder 3] in hun geheel worden afgewezen. In een eventuele bodemprocedure kan nader onderzoek worden gedaan naar onrechtmatig profiteren van wanprestatie van [verweerster 1] .
4.15.
De voorzieningenrechter merkt hierbij op dat wel sprake zal zijn van onrechtmatig handelen door [verweerder 3] of één van zijn ondernemingen, indien hij soa-testen gaat aanbieden aan het publiek in de bedrijfsruimte aan de [adres] te Utrecht. [verweerder 3] weet immers dat [verweerster 1] daarin de kliniek van de cv exploiteerde, zodat hij waarschijnlijk bewust en onrechtmatig zal profiteren van het klantenbestand en de naam van de cv indien hij op dezelfde locatie een kliniek vestigt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verweerder 3] verklaard op de [adres] geen actieve vestiging te hebben, maar wel een wens hiertoe te hebben. Die wens mag hij naar alle waarschijnlijkheid niet omzetten in een daad.
Te
n aanzien van Oxymo en Qorpus
4.16.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dienen de vorderingen van eiseres jegens Oxymo en Qorpus te worden afgewezen, nu voor toewijzing geen grondslag bestaat. Of en in hoeverre misbruik is gemaakt van de wanprestatie van [verweerster 1] dient in een bodemprocedure nader te worden uitgezocht. Nu hiervan thans onvoldoende is gebleken, kan de gevorderde beëindiging van deze ondernemingen en hun eventuele concurrerende activiteiten geen sprake zijn.
4.17.
[verweerster 1] en Medfocus zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten van eiseres worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 80,42
- griffierecht 1.950,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 2.846,42
4.18.
De gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld.
4.19.
Eiseres, [verweerder 3] , Oxymo en Qorpus moeten ieder de eigen proceskosten dragen met betrekking tot de vorderingen tegen deze gedaagden. De reden daarvoor is gelegen in de aard van het geschil.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
In de zaken tegen [verweerster 1] en Medfocus:
5.1.
veroordeelt [verweerster 1] om binnen 48 uur na dit vonnis alle handelingen te staken en gestaakt te houden ten behoeve van StadsKliniek, SoaKliniek of enig andere op Onedayclinic gelijkende kliniek, waaronder het behandelen van patiënten, het benaderen van laboratoria en het werven van personeel;
5.2.
veroordeelt [verweerster 1] om binnen 48 uur na dit vonnis alle handelingen uit haar eigen naam dan wel uit naam van Medfocus te staken en gestaakt te houden die gelijken dan wel concurreren met de bedrijfsactiviteiten van Onedayclinic,
5.3.
veroordeelt [verweerster 1] om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 5.000,- voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1. en 5.2. uitgesproken hoofdveroordelingen voldoet, tot een maximum van € 100.000,- is bereikt,
5.4.
veroordeelt [verweerster 1] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan eiseres te betalen een voorschot van € 50.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 november 2017 tot de voldoening,
5.5.
veroordeelt [verweerster 1] en Medfocus hoofdelijk, des dat de één betalende, de ander voor dat bedrag zal zijn gekweten, in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 2.846,42,
5.6.
veroordeelt [verweerster 1] en Medfocus hoofdelijk, des dat de één betalende, de ander voor dat bedrag zal zijn gekweten, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [verweerster 1] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In de zaken tegen [verweerder 3] , Oxymo en Qorpus:
5.9.
wijst de vorderingen af;
5.10.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van de procedure draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2018. [1]

Voetnoten

1.type: