ECLI:NL:RBMNE:2018:1565

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 april 2018
Publicatiedatum
18 april 2018
Zaaknummer
16/706635-16 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake drugshandel en wapenbezit met heropening van het onderzoek

Op 18 april 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, die wordt verdacht van het vervoeren, maken en aanwezig hebben van drugs, alsook van het vervoeren, voorhanden hebben en dragen van een vuurwapen en munitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek niet volledig is geweest en dat er nog twee getuigen gehoord moeten worden voordat een eindvonnis kan worden geveld. De zitting vond plaats op 4 april 2018, waar de officier van justitie, mr. N.M. van Collenburg, en de raadsman van de verdachte, mr. O.P. Kuit, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De tenlastelegging is gewijzigd en betreft onder andere het vervoeren van 239,25 gram cocaïne en 683 pillen MDMA, evenals het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen tot 5 september 2018, waar de getuigen zullen worden gehoord. De verdachte is geboren in 1979 en is ingeschreven in de Basisregistratie Personen. De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte en de getuigen voor de volgende zitting bevolen, waarbij 150 minuten gereserveerd dient te worden voor de behandeling van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/706635-16 (P)
Tussenvonnis van de meervoudige kamer van 18 april 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1979] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres] , te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit tussenvonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 4 april 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N.M. van Collenburg en van hetgeen verdachte en raadsman mr. O.P. Kuit, advocaat te Waddinxveen, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit tussenvonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
primair:zich in de periode van 14 juli 2016 t/m 18 juli 2016 te Woerden, alleen dan wel samen met een ander, schuldig heeft gemaakt aan het vervoeren, dan wel aanwezig hebben van 239,25 gram cocaïne en 683 pillen MDMA.
subsidiair:zich in de periode van 14 juli 2016 t/m 18 juli 2016 te Woerden schuldig heeft gemaakt aan uitlokking van het vervoeren, dan wel aanwezig hebben van
239,25 gram cocaïne en 683 pillen MDMA.
Feit 2
primair:zich in de periode van 14 juli 2016 t/m 18 juli 2016 te Woerden, alleen dan wel samen met een ander, schuldig heeft gemaakt aan het vervoeren, voorhanden hebben, dan wel het dragen van een vuurwapen en munitie (5 scherpe patronen).
subsidiair:zich in de periode van 14 juli 2016 t/m 18 juli 2016 te Woerden schuldig heeft gemaakt aan uitlokking van het vervoeren, voorhanden hebben, dan wel het dragen van een vuurwapen en munitie (5 scherpe patronen).

3.HEROPENING ONDERZOEK

Na sluiting van het onderzoek is bij de beraadslaging gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank acht het alvorens eindvonnis te kunnen wijzen
ambtshalvenoodzakelijk dat de getuigen:
- [getuige 1] , geboren op [1982] te [geboorteplaats] , en;
- [getuige 2] , geboren op [1957] te [geboorteplaats] ,
ter terechtzitting worden gehoord met betrekking tot de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Daarom zal het onderzoek worden heropend en geschorst.

4.BESLISSING

De rechtbank:
-
heropent en schorst het onderzoek ter terechtzittingen beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op woensdag
5 september 2018 te 09:00 uur;
- beveelt de oproeping van de verdachte tegen voormelde datum en tijdstip met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte en aan de benadeelde partij;
- beveelt de oproeping tegen voormelde datum en tijdstip van de
getuigen:
1) [getuige 1] , geboren op [1982] te [geboorteplaats] , wonende te [adres] [woonplaats] , en;
2) [getuige 2] , geboren op [1957] te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , [woonplaats] ,
- bepaalt dat voor de behandeling van de zaak op de volgende zitting 150 (honderdvijftig) minuten dient te worden gereserveerd.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. S.M. van Lieshout, voorzitter,
mrs. J.G. van Ommeren en J.W. Veenendaal, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. den Haan, griffier,
en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 april 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

1. Primair

hij, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, in of omstreeks de periode van 14 juli 2016 tot en met 18 juli 2016, te Woerden, althans in Nederland, opzettelijk heeft/hebben vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, ongeveer 239,25 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 683 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende HDHA, (telkens) zijnde cocaïne en/of MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3e van die wet;
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en), in of omstreeks de periode van 14 juli 2016 tot en met 18 juli 2016, te Woerden, althans in Nederland,
opzettelijk heeft/hebben vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig
heeft/hebben gehad, ongeveer 239,25 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid
van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 683 pillen, in elk geval
een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, (telkens) zijnde cocaïne
en/of MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
welk feit hij, verdachte, in de periode van 14 juli 2016 tot en met 18 juli
2016 te Woerden en/of elders in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door
het doen van een gift, het verschaffen van gelegenheid en/of inlichtingen,
immers heeft verdachte toen en aldaar:
- aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) inlichtingen verschaft omtrent de
identiteit en/of het woonadres van [A] en/of het type en/of het kenteken
van de auto van [A] ,
- die onbekend gebleven perso(o)n(en) gevraagd voornoemde hoeveelheid drugs in
de auto van die [A] te leggen,
- die onbekend gebleven perso(o)n(en) gevraagd een anonieme melding te doen
bij de politie dat die [A] in drugs handelt en/of
- die onbekend gebleven perso(o)n(en) daarvoor een geldbedrag en/of een gift
gegeven;
artikel 47 lid 1 ahf/ond 2 Wetboek van Strafrecht
art 2 ahf/ond B Opiumwet
art 10 lid 4 Opiumwet

2. Primair

hij, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, in of omstreeks de periode van 14 juli 2016 tot en met 18 juli 2016, te Woerden, althans in Nederland, een of meer wapens van categorie II en/of III, te weten een vuurwapen (in de vorm van een pistool, merk: Bayard) en/of munitie van categorie II en/of III, te weten 5 scherpe patronen, heeft vervoerd, voorhanden heeft gehad en/of heeft gedragen;
Subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en), in of omstreeks de periode van 14
juli 2016 tot en met 18 juli 2016, te Woerden, althans in Nederland, een of
meer wapens van categorie II en/of III, te weten een vuurwapen (in de vorm van
een pistool, merk: Bayard) en/of munitie van categorie II en/of III, te weten
5 scherpe patronen, heeft vervoerd, voorhanden heeft gehad en/of heeft
gedragen;
welk feit hij, verdachte, in de periode van 14 juli 2016 tot en met 18 juli
2016, te Woerden en/of elders in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door
het doen van een gift, het verschaffen van gelegenheid en/of inlichtingen,
immers heeft verdachte toen en aldaar:
- aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) inlichtingen verschaft omtrent de
identiteit en/of het woonadres van [A] en/of het type en/of het kenteken
van de auto van [A] ,
- die onbekend gebleven perso(o)n(en) gevraagd voornoemd(e) vuurwapen en/of
munitie in de auto van die [A] te leggen,
- die onbekend gebleven perso(o)n(en) gevraagd een anonieme melding te doen
bij de politie dat die [A] een vuurwapen in zijn bezit heeft en/of
- die onbekend gebleven perso(o)n(en) daarvoor een geldbedrag en/of gift
gegeven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
artikel 47 lid 1 ahf/ond
artikel 22 lid 1 Wet wapens en munitie
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie