12.BESLISSING
- verklaart het onder 2 en 14 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 15 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 15 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 15 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte tot:
- een jeugddetentie van 8 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 3 jarenvast;
-
stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
-
stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
* zich gedurende de eerste twee jaren van de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die in het kader van Toezicht en Begeleiding, waarvan één jaar ITB Plus, worden gegeven door Samen Veilig Midden-Nederland;
* mee zal werken aan diagnostiek en - indien de jeugdreclassering dat naar aanleiding hiervan noodzakelijk acht – mee zal werken aan de behandeling bij De Waag;
- geeft aan genoemde instelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan de begeleiden;
- een taakstraf van 200 uren,bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid
;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 100 dagen jeugddetentie;
- een taakstraf van 35 uren, bestaande uit een leerstraf te weten de gedragsinterventie TACT Regulier;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 17 dagen jeugddetentie;
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
Benadeelde partijen
[benadeelde 1] B.V.
- wijst de vordering van [benadeelde 1] B.V. toe tot een bedrag van
€ 2.500,00, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk met zijn mededader(s) tot betaling aan [benadeelde 1] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2016 tot de dag van de algehele voldoening, met dien
verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] B.V. aan de Staat € 2.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2016 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 35 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- verklaart [aangever 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- wijst de vordering van [aangever 9] toe tot een bedrag van € 1.200,00, bestaande uit € 950,00 aan materiële schade en € 250,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk met zijn mededader(s) tot betaling aan [aangever 9] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2016 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [aangever 9] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 9] aan de Staat € 1.200,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2016 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 22 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van [aangever 10] toe tot een bedrag van € 425,00, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk met zijn mededader(s) tot betaling aan [aangever 10] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 10] aan de Staat € 425,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2017 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 8 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Gerritse, voorzitter, tevens kinderrechter, mrs. A.R. Creutzberg en D. Riani el Achhab, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 april 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode 17 september 2016 tot en met 19 september 2016 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten onder andere diverse computer(apparatuur), IPads, IPadaccessoires, kledingstukken, een hoeveelheid geld, een koptelefoon en/of muziekinstrumenten) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 22 september 2016 tot en met 8 oktober 2016 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten diverse muziekinstrumenten en toebehoren, bouwlasersets en/of een computer, heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 10 november 2016 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen een goed (te weten een paspoort), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij
in of omstreeks de periode van 10 tot en met 11 november 2016te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk goederen, te weten
-een printer en/of
-een (elektrische) (straal)kachel,
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] en/of [bedrijf] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks 15 december 2016 tot en met 29 december 2016 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk goederen, te weten
-een goederenlift en/of
-een rolhek voor de liftdeuren en/of
-een beveiligingscamera en/of
-twee, althans een of meer, deuren en/of
-twintig, althans een of meer, hanglampen en/of
-een of meer airco's, inclusief de bediening en buitendelen en/of
-twee, althans een of meer, buitenruiten
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , althans aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 13 december 2016 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse multimediasystemen, IPads, golfartikelen, sieraden, computer(apparatuur), fotocamera's en/of autosleutels), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op of omstreeks 14 januari 2017 te [woonplaats] (gemeente Amersfoort), althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse camera's en/of een Xbox One), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
8.
hij op of omstreeks 1 maart 2017 te [woonplaats] (gemeente Amersfoort), althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse computer(apparatuur), beeldschermen, camera's, camera-accessoires en/of sieraden), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
9.
hij op of omstreeks 29 november 2016 te Harderwijk, althans in het arrondissement Oost-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een (niet afgesloten) locker heeft weggenomen goederen (te weten diverse kledingstukken, (fiets)sleutels, oordoppen en/of een pashouder inclusief pasjes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
10.
hij op of omstreeks 13 maart 2017 te Hooglanderveen (gemeente Amersfoort), althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een goed, te weten een fiets (merk Gazelle), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die fiets heeft/hebben verschaft en/of die fiets onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
11.
hij in of omstreeks de periode van 11 december 2016 tot en met 12 december 2016, te [woonplaats] , althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning/chalet (gelegen aan de [adres] , chaletnummer [nummer] ), heeft weggenomen goederen (te weten gereedschappen en/of professionele boren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
12.
hij in of omstreeks de periode van 11 december 2016 tot en met 21 februari 2017, te [woonplaats] , althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning/chalet en/of de daarbij horende schuur (gelegen aan de [adres] , chaletnummer [nummer] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse multimediasystemen, multimedia-accessoires, koffiezetapparatuur en/of fietsen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 8] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
13.
hij in of omstreeks de periode van 18 oktober 2016 tot en met 22 oktober 2016, te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een container (gelegen achter het huis aan de [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse crossmotor(toebehoren/accessoires), gereedschappen, helmen, kledingstukken en/of boordcomputers), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 9] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
14.
hij in of omstreeks de periode van 5 januari 2017 tot en met 6 januari 2017, te [woonplaats] (gemeente Bunschoten), althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse telefoons, multimediasystemen, tablets, computers, een hoeveelheid geld, camera's en/of camera-accessoires), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
15.
hij op of omstreeks 14 maart 2017 te Hooglanderveen (gemeente Amersfoort), althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een goed, te weten een brom- en/of snorfiets (merk en model Tomos A3), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 10] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die brom- en/of snorfiets heeft/hebben verschaft en/of die brom- en/of snorfiets onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht