Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[verzoeker],
Rechtbank Midden-Nederland
Op 3 januari 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen in een wrakingszaak, geregistreerd onder het kenmerk 452262 / HA RK 17-292. De verzoeker heeft op 22 december 2017 een wrakingsverzoek ingediend in het kader van de hoofdzaak met zaaknummer 6300707 UC EXPL 17-12012. Het wrakingsverzoek is ingediend omdat de verzoeker niet op de hoogte was van welke rechter de hoofdzaak behandelt. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat er op het moment van het indienen van het wrakingsverzoek nog geen behandelend rechter was toegewezen aan de hoofdzaak, aangezien deze zich nog in de fase van het indienen van een conclusie van dupliek bevond.
De rechtbank heeft artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in overweging genomen, waarin staat dat een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Aangezien er op dat moment geen behandelend rechter was, kon het wrakingsverzoek niet worden ingewilligd. De rechtbank heeft de verzoeker daarom niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking.
De beslissing is openbaar uitgesproken en de griffier is opgedragen om deze beslissing toe te zenden aan de verzoeker en andere betrokkenen. De procedure van de verzoeker met het eerder genoemde zaaknummer dient voortgezet te worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek.