11.BESLISSING
- verklaart het onder 2 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte tot:
- een jeugddetentie van 5 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarde/voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 3 jarenvast;
-
stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
-
stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
* zich gedurende het eerste jaar van de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die in het kader van Toezicht en Begeleiding zoals die worden gegeven door Samen Veilig Midden-Nederland;
- geeft aan genoemde instelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan de begeleiden;
- een taakstraf van 150 uren,bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid
;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 75 dagen jeugddetentie;
- verklaart [benadeelde] B.V. niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- verklaart [aangever 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- wijst de vordering van [aangever 6] toe tot een bedrag van € 1.200,00, bestaande uit € 950,00 materiële schade en € 250,00 immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2016 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [aangever 6] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 6] aan de Staat € 1.200,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2016 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 22 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Gerritse, voorzitter, tevens kinderrechter, mrs. A.R. Creutzberg en D. Riani el Achhab, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 april 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 22 september 2016 tot en met 8 oktober 2016 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten twee ukeleles en/of een elektrische gitaar en/of een akoestische gitaren en/of bijbehorende hoezen en/of een boormachine en/of twee bouwlasersets en/of een Apple iMac, heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 15 december 2016 tot en met 29 december 2016 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk goederen, te weten (onder andere)
-een goederenlift en/of
-een rolhek voor de liftdeuren en/of
-een beveiligingscamera en/of
-twee, althans een of meer, deuren en/of
-twintig, althans een of meer, hanglampen en/of
-een of meer airco's, inclusief de bediening en buitendelen en/of
-twee, althans een of meer, buitenruiten
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , althans aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 13 december 2016 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse multimediasystemen, IPads, golfartikelen, sieraden, computer(apparatuur), fotocamera's en/of autosleutels), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 14 januari 2017 te [woonplaats] (gemeente Amersfoort), althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse camera's en/of een Xbox One), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 11 december 2016 tot en met 12 december 2016, te [woonplaats] , althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning/chalet (gelegen aan de [adres] , chaletnummer [nummer] ), heeft weggenomen goederen (te weten gereedschappen en/of professionele boren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] ,
in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de periode van 11 december 2016 tot en met 21 februari 2017, te [woonplaats] , althans in het arrondissement Oost-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning/chalet en/of de daarbij horende schuur (gelegen aan de [adres] , chaletnummer [nummer] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse multimediasystemen en/of multimedia-accessoires, koffiezetapparatuur en/of fietsen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
7.
hij in of omstreeks de periode van 18 oktober 2016 tot en met 22 oktober 2016, te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een container (gelegen achter het huis aan de [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse crossmotor(toebehoren/accessoires), gereedschappen, helmen, kledingstukken en/of boordcomputers),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
8.
hij in of omstreeks de periode van 5 januari 2017 tot en met 6 januari 2017, te [woonplaats] (gemeente Bunschoten), althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen goederen (te weten diverse telefoons,
multimediasystemen, tablets, computers, een hoeveelheid geld, camera's en/of camera-accessoires),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [B] en/of [C] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
9.
hij op of omstreeks 29 januari 2017 te [woonplaats] (gemeente Bunschoten), althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een school (gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen een hoeveelheid geld (te weten 50 euro) en een gitaar, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [school] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht