Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna ook te noemen: [eiser] ,
gemachtigde mr. C.M.H. Cohen,
[gedaagde] B.V.,
(mede) h.o.d.n. [handelsnaam] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde mr. L. Schwalp.
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- akte uitlating producties.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Algemene voorwaarden
en/ofjaarafrekening’ te verstrekken. Dat [eiser] ervoor heeft gekozen uitsluitend de jaarrekening van 2013/2014 te verstrekken, terwijl de inschrijving op 30 maart 2015 is overeengekomen, en niet ook een maandafrekening, dient voor rekening en risico van [eiser] te blijven. Het had op de weg gelegen van [eiser] ook een maandoverzicht ter hand te stellen. Daarnaast heeft [eiser] op of omstreeks 15 april 2015 een (recent) jaaroverzicht 2014/2015 van Energie Direct ontvangen, maar kennelijk geen aanleiding gezien dit naar [gedaagde] door te sturen, temeer de overeenkomst met Essent nog niet was gesloten. Dat het wellicht wenselijk is dat ook vanuit [gedaagde] expliciet naar de meest recente maandrekening wordt gevraagd, maakt de verantwoordelijkheid van [eiser] voor verstrekking van de noodzakelijke en juiste informatie niet minder. Dit betekent dat [gedaagde] naar het oordeel van de kantonrechter ten aanzien van de te realiseren besparing van 5% niet jegens [eiser] tekort is geschoten.