In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands III B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die op 10 november 2016 de parkeergarage heeft verlaten zonder te betalen, door middel van het zogenaamde 'treintje rijden'. Q-Park stelt dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de parkeerovereenkomst, omdat hij de parkeergarage heeft verlaten zonder gebruik te maken van een geldig parkeerbewijs. De gedaagde heeft aangevoerd dat zijn parkeerkaart niet werkte en dat hij geen contact kon krijgen met Q-Park, waardoor hij geen andere mogelijkheid zag dan achter zijn voorganger aan te rijden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de parkeergarage inderdaad heeft verlaten door 'treintje rijden', maar heeft ook geoordeeld dat de gedaagde voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen contact kon krijgen met Q-Park en dat zijn parkeerkaart niet goed functioneerde. Hierdoor kon de gedaagde niet anders handelen dan hij heeft gedaan. De vordering van Q-Park is afgewezen, evenals de nevenvorderingen, en Q-Park is veroordeeld in de proceskosten, die op nihil zijn begroot omdat de gedaagde zich niet heeft laten bijstaan door een professioneel gemachtigde.