7.3De beoordeling of iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is wordt gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig onderzoek waarvan de strekking en vereisten zijn omschreven in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Sb).
Ingevolge artikel 2, vijfde lid, van het Sb bestaan er vier situaties waarin benutbare mogelijkheden niet aanwezig worden geacht: indien betrokkene is opgenomen in een ziekenhuis of in een instelling, bedlegerig is, lichamelijk niet zelfredzaam is of als gevolg van een ernstige psychische stoornis psychisch niet zelfredzaam is.
8. De rechtbank heeft in de beschikbare medische gegevens, de beroepsgronden en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen aanleiding gezien een deskundige te benoemen om eiser te onderzoeken en aan de hand van zijn bevindingen de door de rechtbank voorgelegde vragen te beantwoorden. De rechtbank heeft psychiater Van der Wurff als deskundige benoemd. Hij heeft eiser op 5 september 2016 onderzocht en op 6 oktober 2016 aan de rechtbank gerapporteerd. In reactie op het rapport van Van der Wurff heeft verweerder rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 9 december 2016 en van 1 maart 2017 ingediend. Van der Wurff heeft hierna - op verzoek van de rechtbank - gereageerd in zijn rapporten van 29 januari 2017 en van 25 april 2017.
9. Van der Wurff heeft, blijkens zijn rapport van 6 oktober 2016, dossierstudie en eigen onderzoek verricht, waarbij hij zowel met eiser als met eisers moeder heeft gesproken. Van der Wurff stelt in zijn rapport dat hij het niet eens is met de conclusies van de behandelaars van [naam instelling] , dat bij eiser sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis en geen stoornis in het autismespectrumgebied. Vervolgens constateert Van der Wurff dat eiser voldoet aan een groot deel van de criteria voor een antisociale persoonlijkheidsstoornis en dat hij verschijnselen heeft die passen bij stoornissen in het autismespectrum. Daarnaast is bij eiser sprake van een laaggemiddelde intelligentie, met name een trage verwerkingssnelheid. Volgens de DSM IV TR classificatie is sprake van atypisch autisme en een persoonlijkheidsstoornis Niet Anderszins Omschreven (NAO). Van der Wurff acht bij eiser op de data 20 juli 2007,
20 juli 2008, 18 november 2014 en 10 maart 2015 hierdoor meer beperkingen voor persoonlijk en sociaal functioneren aanwezig dan in de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep vastgestelde FML van 27 oktober 2015 zijn weergegeven, namelijk op de items:
- het vasthouden en verdelen van de aandacht;
- herinneren;
- doelmatig en zelfstandig handelen.
Daarnaast acht Van der Wurff eiser sterk beperkt op de volgende items:
- inzicht in eigen kunnen;
- het hanteren van emotionele problemen van anderen.
Daarbij heeft Van der Wurff vermeld dat eisers beperkingen in persoonlijk en sociaal functioneren een duurzaam karakter hebben omdat de bij hem geschetste stoornissen duurzaam zijn en zich lastig door behandeling laten veranderen. Ten aanzien van de arbeidsmogelijkheden heeft Van der Wurff aangegeven dat een specifiek antwoord hierover buiten zijn competenties valt. Hij merkt daarbij op dat het de vraag is of eiser in de genoemde functies kan functioneren, gegeven de ernst en duurzaamheid van de stoornissen, de uitgebreide beperkingen en het risico op impulsieve agressie.
10. Eiser heeft meegedeeld dat hij het eens is met het rapport van Van der Wurff .
Verweerders verzekeringsarts bezwaar en beroep [B] concludeert in zijn rapport van 9 december 2016 dat het rapport van Van der Wurff aanleiding geeft om aanvullende beperkingen aan te nemen op de items vasthouden van de aandacht, verdelen van de aandacht en emotionele problemen van anderen hanteren. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet geen aanleiding om de overige of sterkere beperkingen die Van der Wurff heeft genoemd, in de FML vast te leggen. Daarnaast volgt de verzekeringsarts bezwaar en beroep Van der Wurff niet in zijn stelling dat de beperkingen duurzaam zijn.
11. In reactie op het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert Van der Wurff in zijn rapport van 29 januari 2017 dat de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep aanvullend gestelde beperkingen nog wel verwijderd liggen van de ernst van de stoornissen en beperkingen die hij bij eiser aanwezig acht. Daarnaast volgt Van der Wurff de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet in zijn conclusie dat er behandelmogelijkheden lijken te bestaan. Van der Wurff verwacht van een behandeling niet een dermate effect, als het eiser al lukt om deze vol te houden, dat dit tot een duurzame verbetering van beperkingen gaat leiden.
12. Naar aanleiding van het rapport van Van der Wurff heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 1 maart 2017 geconcludeerd dat hij het standpunt van
Van der Wurff over de duurzaamheid van de arbeidsbeperkingen, nu wel volgt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet geen aanleiding de vastgestelde belastbaarheid verder aan te passen. Daarbij verwijst de verzekeringsarts bezwaar en beroep naar de argumenten die hij heeft vermeld in het rapport van 9 december 2016 en de Basisinformatie Claim- Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS), een richtlijn voor de vertaling van stoornissen in beperkingen. Volgens deze richtlijn worden de items doelmatigheid en zelfstandigheid alleen beperkt bij ernstige stoornissen. De normaalwaarden voor deze items zijn weinig veeleisend.
13. In reactie op het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft Van der Wurff in zijn brief van 25 april 2017 vermeld dat hij de eerder beschreven stoornissen en de beperkingen die daarmee samenhangen, in zijn rapport en in zijn brief van 29 januari 2017 als ernstig heeft beoordeeld. Uit de Basisinformatie CBBS blijkt dat de geschetste stoornissen als autisme waar eiser mee kampt ook in verzekeringstechnische visie binnen het CBBS tot beperkingen leiden.
14. De rechtbank stelt voorop dat het vaste rechtspraak van de CRvB is dat het oordeel van een onafhankelijke door de bestuursrechter ingeschakelde deskundige in beginsel wordt gevolgd, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 24 juni 2009 (ECLI:NL:CRVB:2009:BI9799). De rechtbank ziet geen aanleiding om in dit geval van deze lijn af te wijken. De ingeschakelde deskundige Van der Wurff beschikt over de expertise om geestelijke stoornissen te beoordelen. Hij heeft bovendien zijn bevindingen en conclusies gebaseerd op eigen psychiatrisch onderzoek en de rapporten van verzekeringsartsen en de overige beschikbare medische informatie bij zijn beoordeling in aanmerking genomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de juistheid van de door Van der Wurff gestelde diagnoses, atypisch autisme en een persoonlijkheidsstoornis NAO, bovendien niet in twijfel getrokken.