Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties van 2 februari 2018;
- de producties van [eiseres] van 1 februari 2018;
- de producties van Vesting Finance van 5 februari 2018;
- de vrijwillige verschijning van partijen;
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de pleitnota van Vesting Finance;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 6 februari 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid en spoedeisendheid
BKR-registratie geen hypothecaire lening kan krijgen en dat zij op 8 februari 2018 de koopovereenkomst zal moeten ontbinden als Vesting Finance de BKR-registratie op dat moment niet heeft verwijderd. Het betoog van Vesting Finance dat er geen spoedeisend belang is, omdat [eiseres] – door ondertekening van de koopovereenkomst – zelf de omstandigheden in het leven heeft geroepen die haar in deze situatie hebben gebracht, slaagt niet. [eiseres] heeft aannemelijk gemaakt dat zij op het moment van ondertekenen niet op de hoogte was van de BKR-registratie.
– waarin een betrokkene moet worden gewaarschuwd voor een dreigende melding in het BKR vanwege een betalingsachterstand en waarin een betrokkene in de gelegenheid moet worden gesteld om de registratie te voorkomen door alsnog binnen een bepaalde termijn te betalen – niet heeft ontvangen, dat ook niet aannemelijk is dat deze brief is verstuurd en dat reeds gelet hierop de negatieve BKR-registratie moet worden verwijderd. Daarnaast heeft [eiseres] aanvankelijk gesteld dat zij een contractuele boete van € 21.250,00 verbeurt indien zij op 8 februari 2018 de financiering van de aangekochte woning niet rond heeft.
– die overigens betrekkelijk laag was – alsnog te betalen. Dit werd bemoeilijkt door de houding van Vesting Finance, maar uiteindelijk is de betaling gelukt. [eiseres] heeft naar voren gebracht dat zij nu een baan heeft en dat zij graag samen met haar nieuwe partner, de heer [A] , een woning wil kopen. Zij wil met hem een nieuwe fase in haar leven beginnen in een nieuwe woning, zonder pijnlijke herinneringen uit het verleden. Daarnaast bouwen zij in dat geval vermogen op, wat zij met hun huidige huurwoning niet doen. Verder heeft [eiseres] gesteld dat de enige reden dat zij geen hypothecaire geldlening krijgt de negatieve BKR-registratie is. Dit blijkt volgens haar uit de e-mail van haar hypotheekadviseur van 20 december 2017 (productie 10 bij de dagvaarding). Hierin schrijft hij immers het volgende:
“Helaas heeft Rabobank vanwege de BKR codering alsnog afgewezen.”
“Op basis van het gehele dossier incl. de verklaringen zien wij geen mogelijkheid voor het verstrekken van een financiering, omdat het niet voldoet aan de norm- en regelgeving van de Rabobank.”Hieruit blijkt dat er ook andere oorzaken dan de BKR-registratie kunnen zijn voor het niet verlenen van de hypothecaire geldlening. Bovendien is het ook met een
BKR-registratie mogelijk om een hypothecaire geldlening te krijgen.
BKR-registratie toewijzen en overweegt hiertoe als volgt. Vast staat dat [eiseres] in het verleden een problematische schuldensituatie had en dat de negatieve BKR-registratie destijds terecht is gedaan. Daar staat tegenover dat [eiseres] een succesvol WSNP-traject heeft doorlopen en dat aan haar een schone lei is verleend, hetgeen betekent dat [eiseres] aantoonbaar financieel haar verantwoordelijkheid kan nemen. Daar komt bij dat zij nu een baan heeft, net als haar partner. Verder heeft [eiseres] onweersproken gesteld dat zij op het moment dat zij op de hoogte raakte van de BKR-registratie direct contact heeft opgenomen met Vesting Finance en de schuld heeft betaald, ook al was zij hiertoe niet verplicht vanwege voornoemde schone lei. Uit het voorgaande blijkt voldoende dat sprake is van een stabiele financiële situatie aan de zijde van [eiseres] . Daarnaast weegt mee dat de schuld die aan de registratie ten grondslag ligt slechts een bedrag betreft van € 317,63. Gelet op de brief van de hypotheekadviseur van [eiseres] van 20 december 2017 is het voorshands aannemelijk dat [eiseres] en haar partner op basis van hun gezamenlijke inkomen de voor de aangekochte woning benodigde hypothecaire geldlening kunnen krijgen en dat alleen de negatieve BKR-registratie hieraan in de weg staat. Hierbij neemt de voorzieningenrechter tevens in aanmerking de onweersproken stelling van [eiseres] dat hun gezamenlijke inkomen € 66.000,00 bedraagt en dat dat ruime voldoende is voor een hypothecaire geldlening van € 212.500,00. Vesting Finance wordt niet gevolgd in haar stelling dat ook met een BKR-registratie een hypothecaire geldlening kan worden verkregen, omdat het algemeen bekend is dat een negatieve BKR-registratie meebrengt dat niet of slechts zeer moeilijk bij banken een hypothecaire geldlening kan worden verkregen, althans dat dit alleen kan tegen zeer ongunstige voorwaarden.
- dagvaarding: € 103,81
- griffierecht: € 895,00
- salaris advocaat: