ECLI:NL:RBMNE:2018:103
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 januari 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door drs. B.M. Baart, had bezwaar gemaakt tegen de indeling in categorie 1 voor de financiële bijdrage voor het jaar 2017, zoals vastgesteld door de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten. Het bezwaar werd echter niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De bezwaartermijn liep tot 2 maart 2017, maar eiser diende zijn bezwaar pas op 20 maart 2017 in, na een herinneringsnota.
De rechtbank oordeelde dat de redenen die eiser aanvoerde voor de termijnoverschrijding, waaronder een computercrash, niet verschoonbaar waren. Verweerder had aangetoond dat het primaire besluit op 15 januari 2017 was verzonden en door eiser op 18 januari 2017 was geopend. De rechtbank concludeerde dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd dat de computercrash invloed had op zijn mogelijkheid om tijdig bezwaar te maken. Eiser had ook geen duidelijkheid gegeven over de gevolgen van de crash.
De rechtbank oordeelde verder dat het de verantwoordelijkheid van eiser was om tijdig bezwaar te maken en dat verweerder niet verplicht was om eiser te herinneren aan de bezwaartermijn. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.