Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 23 maart 2016 waarbij aan [eiseres] een bewijsopdracht is gegeven;
- de akte van [eiseres] van 6 april 2016;
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor aan de zijde van [eiseres] van 22 juni 2016;
- het proces-verbaal van de voortzetting van het getuigenverhoor aan de zijde van [eiseres] van 10 januari 2017;
- de brief van mr. Van der Galiën van 20 januari 2017.
2.De verdere beoordeling
en B(Wellant, kantonrechter)
zijn overeengekomen dat de overeenkomst is aangegaan voor de duur van 10 jaar, ingaande op 01.04.1998 en lopende tot en met 31.03.2008.
de door haar verschuldigde bedragen niet op de gestelde tijdstippen voldoet na aanmaning;
zijn bedrijf in het gehuurde geheel of voor een belangrijk deel staakt;
in staat van faillissement wordt verklaard;
een akkoord buiten faillissement aanbiedt.
een opzeggingstermijn van 3 jaar aan te houden;
aan A een alternatieve locatie aan te bieden die als minimaal gelijkwaardig geldt aan het gehuurde en als zodanig ook door A wordt geaccepteerd;
aan A alle schade, kosten en interesten als gevolg van de in dit artikel bedoelde omstandigheid te vergoeden. Schadeloosstelling bij opzegging van deze overeenkomst door B heeft ook betrekking op de door A verloren investeringen en door A misgelopen inkomsten tot het einde van de contracttijd tegen de op dat moment geldende waarden op 'going concern'-basis".
- mevrouw [getuige 1] , mede-eigenaar;
- mevrouw [getuige 2] , mede-eigenaar;
- de heer [getuige 3] ;
- de heer [getuige 4] ;
- de heer [getuige 5] ;
- de heer [getuige 6] .
- Wellant heeft een ruime opzegtermijn in acht genomen (drieënhalf jaar in plaats van drie jaar),
- zij heeft (conclusie van antwoord onder 3) aangeboden dat [eiseres] eventueel nog tot 2020 zou kunnen blijven huren (op welk aanbod [eiseres] niet is ingegaan),
- [eiseres] had zich behoren te realiseren dat de huurovereenkomst opzegbaar was,
- de huurovereenkomst heeft uiteindelijk 20 jaar geduurd, zodat aangenomen mag worden dat [eiseres] de door haar gedane investeringen inmiddels heeft kunnen terugverdienen,
- [eiseres] heeft recht op vergoeding door Wellant van de waarde van de opstallen bij het eindigen van het recht van opstal (zie hierna).
(…) verhuurd aan voormelde vennootschap [eiseres] B.V, die heeft gehuurd, enkele percelen grond (…) te [vestigingsplaats] . In het kader van deze overeenkomst zijn de eigenaar en [eiseres] B.V (hierna verder te noemen: de opstalhouder) overeengekomen dat door de eigenaar recht van opstal op een gedeelte van voormelde percelen grond wordt verleend aan de opstalhouder, die zulks zal aanvaarden, ten behoeve van de vestiging van een - nog te bouwen - paviljoen. (…)
Het recht van opstal wordt verleend voor de duur van dertig jaar, ingaande heden.
Bij het eindigen van het recht van opstal treedt de eigenaar van rechtswege in de eigendom van de opstallen met aanbehoren, onder de verplichting voor haar om binnen een maand daarna aan de alsdan gewezen opstalhouder te betalen een bedrag gelijk aan de waarde van de opstallen op dat moment. De waarde zal alsdan in onderling overleg tussen de eigenaar en de gewezen opstalhouder worden overeengekomen en bij gebreke van overeenstemming door drie taxateurs, waarvan één taxateur zal worden aangewezen door de eigenaar, één taxateur door de gewezen opstalhouder en één taxateur door beide taxateurs gezamenlijk".